Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 42
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
F)/I
40 12) Onze kennistheoretische opvatting neemt hierin met de phaenomenologen positie tegenover iedere beschouwingswijze die vanuit de methodologie der natuurwetenschap aan de geesteswetenschappen een methode oplegt. O.i. is dit b.v. ook bij Nafarp in z'n Allgemeine Psycfialagie Bd. I, 1922, in hooge mate het geval. Vgl. vooral de kritiek op Husserl, XI, 3.
13) V gl. hierover breeder "Zur Logik der Sprackwissenschaft", bI. 110 en 111 : Das sprachgeschîcht1iche Subjekt.
14) De transcendentale beschouwingswijz::e welke ik in "Zur Logik der Sprachwissenschaft" was toegedaan, doet aan de phaenomenen der taalkennis niet volledig recht wedervaren. Nadere kennismaking met Simmei en Husserl bracht er toe, hun z::ienswijz::e met de phaenomenen der taalkennis in verband te brengen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1924
Inaugurele redes | 44 Pagina's