De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 77
Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
76 verknocht weet. Dat gij, Dr. Vollenhoven, thans den leerstoel voor wijsbegeerte aan deze universiteit zult bezetten, waarborgt mij niet slechts een dagelijksche hartelijke samenwerking en verkwikkenden omgang, maar wat ik van nog hooger belang acht, een nauwe aansluiting van de richting van ons beider onderwijs en in de lijn van ons beider denken. Op het gemeenschappelijk terrein, dat wij zullen bearbeiden, zult gij mij tot onwaardeerbaren steun zijn.
Hooggeachte
Fabiu~
Het is mij een behoefte in deze ure, u mijn leermeester, te gedenken, die aan deze universiteit de beste krachten van uw leven hebt gewijd. Nimmer verflauwde uwe belangstelling in mijn levensloop en mijn arbeid en wanneer ik voor moeilijke beslissingen stond, stond ge immer gereed, mij met uw raad bij te staan. Ook in den moeilijken tijd, die mij tnans wacht, blijf ik op uw steun en vriendschap rekenen, met name wat betreft de voorlichting bij het vervullen van een taak, die slechts een klein onderdeel vormt van die, welke eertijds in de Juridische Fakulteit op uw schouders rustte.
Mijne Heeren, leden van hel Bestuur der Dr. Abraham Kuyperstichting. Niet zonder weemoed geef ik straks een belangrijk deel van de taak uit handen, waarmede uw vertrouwen mij aan de Kuyperstichting belastte en die mij als een levensarbeid lief was geworden. Mij troost daarbij de gedachte, dat ik niet alle banden met deze stichting behoef te verbreken, maar ook in de toekomst contact met haar zal kunnen houden. Houdt u overtuigd, dat ik ook voortaan niets zal nalaten wat in mijn vermogen is, om haar heerlijk doel te bevorderen en steeds meerderen ervoor te winnen.
Moeder. Ons beider gedachten gaan in deze ure uit naar hem, wiens innigste wensch het was, dat ik in zijn voetstappen zou wandelen en mijn leven in dienst zou stellen van dien God, die hem in alle moeilijkheden tot een vaste burcht zijns geloofs was. Die wensch is thans in bijzonderen zin in vervulling gegaan, maar hijzelf mocht van dit alles niets meer aanschouwen. Dat gij hier thans aanwezig zijt en dat ik in staat ben op u mijn dank aan u beiden over te dragen, vervult mij met dankbare ontroering.
Dames en Heeren studenten. Met bijzondere warmte richt ik mij tot u, die thans mijn leerlingen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1926
Inaugurele redes | 114 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1926
Inaugurele redes | 114 Pagina's