GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 92

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 92

Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

91 tieke uiteenzetting van pag. 93/4, waar wetenschaps- en persoonlijkheidsideaal logicistisch verzoend worden. Zie voorts met name S. 104 vlg., waar over de doorvoering der continuïteit in de ethiek wordt gehandeld. S. 105: "Die Kontinuïteit (dagegen) müszte sich auf das Wollen selbst übertragen lassen, wenn anders dieses Wollen gemäsz der Kontinuïtät, aus seinem Ursprunge erzeugt und dadurch zum reinen Wollen gemacht werden musz. Hier entsteht also die Oefahr, das der mathematische Vollwert der Kontinuïtät in Miszkredit geraten könnte, wenn dieser Begriff für die Ethik zu. ein~r historischen Metapher miszbraucht würde.. . ... Die Methode der RemheIt, auf Grund der Wahrheit, fordert die Einhaltung des strengen Sinnes der Kontinuïtäf' (wij cursiveeren) . 4) Stammier's denken is in wezen nog statisch, ook al worden bij hem de rechtscategorieën tot denkmethoden. Men zie slechts den weg, waarlangs hij zijn categorieëntafel voor de rechtswetenschap in zijn Tlzeorie der Rechtswissenschaft, S. 180 fig. gewonnen heeft. De functioneele dynamische categorieënbeschouwing, gelijk we die bij Cohen, Natorp en Cassirer aantreffen, is hier nergens doorgevoerd. De paarsgewijze gededuceerde rechtscategorieën behouden haar statisch karakter, evenals de vier grondelementen van Stammier's rechtsbegrip een statisch karakter dragen en geenszins langs den weg der functioneele continuïteit gewonnen zijn. Overigens is Stam mier in het later te bespreken vorm-inhoudprobleem gestrand op dezelfde antinomie, waarin Kelsen en zijn school zich verwikkeld hebben . Alleen heeft Stammier de relatie van vorm en inhoud vervangen door die van vorm en stof. Hier heeft Stammier bovendien zich in een andere antinomie verwikkeld, de antinomie n.l. die moet ontstaan, wanneer de souvereine grenzen tusschen recht en economie worden opgeheven . Het recht is voor hem de "logisch-bedingende" vorm voor de economische stof. In zijn Wirtschaff und Recht ontzegde hij aan die economische stof een zelfstandigen vorm en toch wil hij een betrekkelijke zelfstandigheid aan de economische theorie toekennen. Zie hier een haard van antinomieën, van logische tege nstrijdigheden, die door Max Weber in zijn bekende kritiek op Stam mier niet ten onrechte fel zijn bekritiseerd. 5) Een uitvoeriger analyse en kritiek van de denkbeelden der normatieve rechtsschool dan mij in ' t bestek van den tekst mogelijk was, leverde ik in een nog onuitgegeven studie, getiteld Normatieve Rechtsleer. Een kritisch-methodologisch onderzoek (1921) . Hier analyseerde ik ook Kelsen's overgang van het statisch tot het dynamisch standpunt. Thans heeft Kelsen zelf in de voorrede bij de tweede uitgave zijner Hauptprobleme (1923) op de verschilpunten tusschen zijn tegenwoordi g en zijn vroeger standpunt gewezen. De definitieve overgang naar het functionalistisch-dynamisch standpunt voltrok zich bij Kelsen reeds in Das Problem der Souveränität (1920). Uit dezen overgang verklaren zich alle bijzondere verschilpunten, m.n. de veranderde opvatting van de rechtspersoonlijkheid, de identificatie van recht en staat, het opgeven van het vroegere standpunt, dat alle recht statisch in de wet ligt besloten etc. etc. 6) Leerrijk voor de tegenstelling 1usschen de oude op het Substanzbeg rip gebouwde subsumtie-Iogica en de moderne in het functiebegrip gewortelde relatielogica blijft steeds Cassirer's Substanzbegriff und Funktionsbegriff (1923). 7) Zie Allgemeine Staatslehre (1"925) S. 18/ 9, S. 47 fig. Dit is ongetwijfeld een overblijfsel uit de oude statisch-kantiaansche tweewereldenbeschouwing, welke Kelsen in de eerste uitgave van zijn Hauptprobleme als een onbewijsbaar postulaat zijner levens- en wereldbeschouwin g aan alle discussie had onttrokken. Zie ook zijn studie: Die Rechtswissenschaft als Norm- oder als Kulturwissensc haft (Schmoller's jahrb. 1916 S. 95) , waar Kei sen zich op Herbart beroept. Wij zagen echter reeds, hoe in de Marburger- l school de continuïteitswet ook tusschen ethiek en logica werd gehandhaafd. I Het sollen werd hier "reines wollen", omdat het niet dogmatisch als een statisch gegeven werd aanvaard, maar uit den oorsprong gesc hapen. Sander was in zijn vroegere werken: Das Faktum der Revolution und die Kontinuität der Rechtsordnung (Zeitschr. f. öff. Recht 1919 Bnd. I, S. 132 fIg.). Die transcendentale Methode der Rechtsphilosophie und der Begriff des Rechtsver-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1926

Inaugurele redes | 114 Pagina's

De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 92

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1926

Inaugurele redes | 114 Pagina's