De Nederlandsche Gereformeerden en het Independentisme in de zeventiende eeuw - pagina 58
62
AANTEEKENINGEN
4 6
Johannis Hoornbeeck Summa controversiarum religionis e t c , Trajecti ad Rhenum, 1653, p. 6 1 9 — 7 2 5 . Deze editie, waarvan ik een exem plaar bezit, w e r d door mij gebruikt. E r zijn echter latere uitgaven, verg. Biogr. Woord. v. Protest. Godg., IV, blz. 2 8 4 . 4 7
Epistolae ad Johannem Duraeum Scoto-Britannum, qua respondetur Examini Johannis Beverley de Indepentissimo, 1660. Ik noem uit lateren tijd B. de Moor, Commentarius perpetuus, V, p. 5 3 , 74 ss.; V I , p. 4 5 s.s., 4 4 2 s.s., 4 7 0 . Het boek wordt door Hoornbeek in zijn Summa meermalen aange haald; terwijl Spanheim, Epistola, col. 1330, zoowel naar Apollonius als naar Voetius verwijst. Z i e verder boven, aant. 3 5 . 4 8
4 9
5 0
Reeds het enkele feit, dat een geleerde als D r . H . G. Kleyn in zijn Algemeene kerk en plaatselijke gemeente, Dordrecht, 1888, blz. 3 2 3 , Voetius een gematigd independentist kan noemen, bewijst m.i. vol doende, dat het niet gemakkelijk is Voetius' standpunt precies aan te geven. Deze kwestie verdient een afzonderlijk onderzoek. 5 1
Spanheim erkent dit zelf; verg. Epist., /./., col. 1 3 3 0 : ad alia negotia v o c o r . . .; zie ook col. 1 3 2 3 . — Verg. Jhr. Mr. A. F de Savornin L o h man en D r F. L. Rutgers, De rechtsbevoegdheid onzer plaatselijke kerken" , blz. 4 5 . 2
6 2
Zie mijn Samuel Maresius, blz. 306, noot 9. Verg. Biogr. Woord. v. Protest Godg., I, blz. 207 v.: Uit alles blijkt, dat Apollonius een man is geweest met vele gaven van groote beteekenis, en dat in tal van hoogstbelangrijke kerkelijke aangelegenheden in de classis W a l c h e r e n , bij voorkeur zijn voorlichting en raad w e r d ingewonnen. 5 3
6 4
Acta Classis Walcheren, 29 Sept., 6, 27 Oct., 1 Dec. 1 6 4 4 . Zie den door de bedoelde predikanten, Joh. van Dorth en Abraham W i l s e n s , bij de classis ingezonden brief in Bijlage II. 5 5
Apollonius, Consideratio e t c , p. 1 ss.. — Z i e ook Spanheim, Epistola, col. 1313 s.s.; J. Hoornbeek, Summa controv., p. 644 s.s.. Apollonius, /./., p. 13 s.s., voegt er aan toe, dat in grootere kerken soms de practijk wordt gevolgd dat de personen, die belijdenis zullen afleggen, vooraf gedurende eenige weken privatim w o r d e n onder wezen; nadat een onderzoek naar hun leven is ingesteld, volgt een onderzoek v o o r den kerkeraad of voor deputaten van den kerkeraad „ H i c m o s quamvis laudandus, non quidem contra sed praeter ordinem nostrum Ecclesiasticum est; et in omnibus nostris Ecclesiis non obtinet; quae etiam eundem non ut absolute necessarium urgemus, sed ad majorem prudentiam Ecclesiasticam in re tam gravi et seria adhibemus." 5 6
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936
Inaugurele redes | 61 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936
Inaugurele redes | 61 Pagina's