1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 63

55 aardig verschijnsel van het hwyl. Een pas bekeerde (het was in een bijeenkomst te Cardiff) begon zijn getuigenis te geven in 't Engelsch. Langzamerhand wordt hij meer en meer geëxalteerd. Hij begon sterk te gesticuleeren, steeds sterker. Hij ging met een groote stem roepen en toen begon de hwyl gedurende de toespraak : met een beweging van den arm in cadence liet hij een soort droefgeestig lied (cantilena) weerklinken als een Gregoriaansch kerkgezang. Hij vertelde in rhythmische cadence bekeeringstooneelen, die hij elders gezien had. Het gehoor vergetend scheen hij in een toestand van geinspireerd zijn, tegelijk godsdienstig en dichterlijk, gekomen te zijn. Dit duurde niet lang. Plotseling ging hij in den gewonen toon over en na verloop van eenige minuten eindigde hij zijn toespraak met te zeggen : Laat ons bidden en hij knielde op den grond. Hij begon te bidden. Geheel zijn gebed was in hwyl. Op het einde van iedere hwylphrase, liet hij een snik hooren, gelijkend op hysterisch snikken, en zonder een aarzeling volgden de zinnen op elkaar, in goeden rhythmus, goed gescandeerd, altijd juist in cadence. Hij was congestief en de tranen schenen langs zijn gelaat te vloeien. Hierbij moet uitdrukkelijk gememoreerd worden, dat de leiders van het Réveil, Evan Roberts, Dan Roberts, Sidney Evans, Jenkins, Misses Davies, Miss Jones en Mrs. Jones nooit bidden of spreken in hwyl. Bois heeft zich afgevraagd, of het hwyl niet bestemd is langzamerhand te verdwijnen met den vooruitgang der beschaving, zooals zoovele andere interessante uitingen „d' une mentalité primitive, naive et instinctive" verdwenen zijn. Ik wil dit niet ontkennen, maar rekening houdend met het feit, dat het meermalen voorkomt, dat onbewuste toestanden der ziel in de abnormale periodes voor den dag komen, is het toch niet uitgesloten, dat ook bij meerdere beschaving, zoodra exaltatie aanwezig is, het hwyl weer aangetroffen zal worden. Als psychiater zou ik zeer bevreesd zijn voor het hwyl, voornamelijk ook om den suggestieven invloed, die daarvan uitgaat. De voorgangers hebben het niet in toepassing gebracht, maar het is mij niet gebleken, dat zij uitdrukkelijk daartegen gewaarschuwd hebben. Mogen we ook natuurlijke invloeden aannemen voor het ontstaan der bekeering? Let wel, ik geloof, dat we vast moeten houden aan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen