1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 53

ü 45 tot zwijgen is gebracht, want zonder eenige wroeging pleegt men soms al droomende moord en doodslag, roof en diefstal en toont er zich in het minste niet verwonderd over. Miss COBBE verhaalt van een droom, waarin iemand met een onschuldig en zachtmoedig karakter zijn vriend met een zwaard door het lichaam stak ; het was er verre van, dat hij door berouw was getroffen bij deze daad ; integendeel merkte hij met zekere voldoening op, dat het eind van het zwaard nog ruim een halven voet het arme slachtoffer door den rug heen stak. Ook op seksueel gebied bestaat in den droom soms een verregaande onzedelijkheid en droomt men niet zelden over dingen, waarvoor men zich anders diep zou schamen. Toch blijkt, zooals boven reeds werd opgemerkt, dat men altijd droomt over iets wat in wakenden toestand reeds op de eene of andere wijze in het bewustzijn was opgekomen. De uitdrukking dat droomen bedrog is, gaat in algemeenen zin genomen zeker niet op en bij slechte droomen is het zeer de vraag of men het Ken u zelf van SOCRATES wel voldoende heeft toegepast. Het is niet waarschijnlijk, dat bij nacht een eerlijk man zonder eenige wroeging over diefstal droomt of tot andere slechte dingen in staat is. Deze opvatting werd reeds door de ouden gehuldigd, zooals blijkt uit het verhaal van een Romeinsch keizer, die een van zijne hovelingen om het leven liet brengen, alleen omdat deze had gedroomd, dat hij den keizer had gedood. Indien de man dergelijke gedachten niet reeds bij dag gekoesterd had, aldus was de keizerlijke opmerking, dan had hij er bij nacht niet van kunnen droomen. Het is natuurlijk niet aan te nemen, dat men voor het halfbewuste droomleven ten volle verantwoordelijk kan geacht worden. Toch kan men er zelf tot op zekere hoogte wel voor waken, dat men zich niet aan allerlei zondige en verkeerde gedachten bij dag overgeeft en daardoor de oorzaak is, dat deze in den droom weder te voorschijn treden. Ook schuilen in de diepte van de menschelijke ziel allerlei verborgen zonden, die bij dag meestal nog onderdrukt kunnen worden, maar bij nacht soms duidelijk op den voorgrond treden, als zij door geen uitwendige motieven worden weerhouden. Men kan ook daarom niet de volle verantwoordelijkheid voor het gedroomde dragen, omdat met het inslapen de willekeurige leiding van gewaarwordingen en voorstellingen tot zekere hoogte verloren gaat. Dit is dan ook de reden, dat in den droom zonder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen