GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 23

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

15 held, die de ster zou hebben, wanneer zij op de eenheid van afstand, dus op een afstand van 33 lichtjaren stond. Een voorbeeld moge dit nader verduidelijken. Stel, dat we een ster van de 5e grootte (schijnbare magnitude) hebben. Wanneer de afstand tot de aarde 85 lichtjaren bedraagt, dan leert een eenvoudige berekening, dat deze ster van de 3e grootte zou zijn, indien zij op een afstand van 33 lichtjaren werd geplaatst. Men zegt dan, dat de absolute magnitude van deze ster 3 is. Zoodra de afstand van een ster bekend is, kan men haar absolute magnitude berekenenKAPTEYN is begonnen, zooals we reeds opmerkten, met gemiddelde afstanden te bepalen voor groepen sterren van gegeven eigenbeweging en helderheid. Hij denkt zich nu om de zon concentrische bollen met stralen van 33, 66, 99 lichtjaren, enz. De ruimte wordt op deze wijze verdeeld in een aantal bolschillen. Met behulp van een wiskunstige methode, waarop we hier niet verder zullen ingaan, heeft KAPTEYN uit de bekende aantallen catalogi-sterren en de door hem bepaalde gemiddelde afstanden, afgeleid, hoeveel sterren in den eersten bol en in elk der opeenvolgende bolschillen voorkomen. Op deze wijze werd door hem he* eerst vastgesteld, hoe de sterren in de ruimte verdeeld zijn. Het is nu gemakkelijk voor lederen afstand van de zon de dichtheid, d. i. het aantal sterren per volumeneenheid, te vinden. Deze onderzoekingen hebben slechts betrekking op een klein deel van ons sterrenstelsel. Alleen de sterren in de omgeving der zon zijn in onze sterren-catalogi met een zekere volledigheid opgenomen. Dan bestaat er nog de mogelijkheid, dat zich tusschen de lichtende sterren misschien duizenden of millioenen donkere hemellichamen bevinden, die geheel aan onze waarneming ontsnappen. Ook wordt bij deze onderzoekingen steeds aangenomen, dat het licht op zijn weg door de hemelruimte niets van zijn intensiteit verliest, m. a. w. dat er geen merkbare absorptie van het licht in de onmetelijke aetherzeeƫn bestaat. Het is duidelijk, dat zulk een absorptie vele der gevonden resultaten waardeloos zou maken. Er is echter reden om aan te nemen, dat er geen merkbare of althans geen belangrijke absorptie van het licht in de wereldruimte bestaat. Ook de lichtkrachtwet kan volgens deze methode gevonden worden. Want voor alle sterren, die zich binnen een bepaalde

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's