GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 13

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

5 durfde men, ondanl<s de verwarring, die ontstond, toen het aantal epicykels steeds toenam, toch dit dogma der cirkelbeweging niet laten varen. Het is de verdienste van COPERNICUS, dat hij het eerst in verzet is gekomen tegen deze opvattingen. In zijn boek De revolutionibus zette hij uiteen, dat de beweging der hemellichamen om de aarde slechts schijnbaar i s ; maar dat in werkelijkheid de aarde in vier en twintig uur om haar as draait. Verder trachtte hij aan te toonen, dat de aarde in een jaar een omwenteling om de zon volbracht. Zoo moest het geocentrisch wereldbeeld voor het heliocentrische plaats maken. Met dit eenvoudig stelsel werden ineens alle moeilijkheden overwonnen en zoo werd de grondslag gelegd voor de groote ontdekkingen, waaraan de namen van een KEPLER, een GALILEI en een NEWTON verbonden zijn. Er brak nu voor de sterrenkunde een nieuw tijdperk aan. Door de uitvinding van het telescoop werd het arbeidsveld zeer vergroot. TYCHO BRAHE en KEPLER bestudeerden met succes de bewegingen der dwaalsterren en NEWTONS genie wist de gevonden empirische wetten uit één enkel principe, uit de gravitatiewet, af te leiden. Toch werd in de zeventiende en achttiende eeuw slechts een klein deel der sterrenkunde met vrucht beoefend. Men moest zich beperken tot de bestudeering van de bewegingen, afstanden en massa's in het zonnestelsel; maar van de wereld der vaste sterren wist men nog heel weinig. Pater RICCIOLI schatte in 1651 den afstand der naastbijzijnde sterren op minstens 100.000 aardstralen, d. i. zoo ongeveer honderdduizendmaal te klein! ^) Hij schatte het totaal aantal der sterren op twee millioen ~), terwijl er zeker honderden malen zooveel zijn. Omstreeks het jaar 1800 kwam hierin echter verandering. Mécanique Celeste had het werk voltooid, waaraan verscheiden geslachten van astronomen hunne krachten gewijd hadden. De voornaamste problemen van het planetenstelsel waren opgelost en dit was een reden te meer om zich nu met kracht toe te leggen op een bestudeering van het sterrensysteem. We zijn in dit opzicht vooral veel verplicht aan het genie van WILLIAM HERSCHEL. Met een ongeëvenaarde energie heeft hij zich bezig gehouden met de bestudeering van den sterrenhemel. LAPLACE'S

') P. RICCIOLI Almagestum Novum, Tomus 1, Liber VI, Caput VIL -) L c. Caput VI.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's