GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 83

Bekijk het origineel

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 83

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

67 uitkomst te hoog, dan weer te laag en de verschillen bedroegen soms 100 pCt. en meer. Hetzelfde deed hij nu met het haemoglobine-gehalte, in de enkele gevallen waarin de berekening van het aantal roode bloedlichaampjes klopte, faalde die van het haemoglobine-getal volkomen. Het bleek, dat b.v. een uur na de transfusie de patiënten soms een millioen roode bloedlichaampjes minder hadden dan vlak na de transfusie, het haemoglobine-getal en ook de kleur-index waren geheel veranderd Om licht in dit vraagstuk te brengen, deed v d. Hoff serietellingen: vlak voor en vlak na de transfusie, terwijl de patiënt nog op de operatietafel lag en daarna met tusEchenpoozen van een kwartier gedurende de eerste 6—7—8 uren. Wat het aantal roode bloedlichaampjes betreft, heeft hij de oplossing gevonden, het bleek, dat zij, die na de transfusie minder erythrocyten vonden dan voor de transfusie, evengoed gezien hebben als zij die hoogere getallen vonden. Het is interessant de uitkomsten, die Van der Hoff kreeg bij zijn serie-tellingen, eens nader na te gaan. Zoo b.v. bij het kind v, d. B., dit is vier jaar oud en heeft een haemop'hiele diathesc (bloeder). Het heeft heftige neusbloedingen gehad en er wordt besloten tot een transfusie, nidt wegens anaemie, maar als therapeutisch middel tegen de haemophilie. De moeder geeft 200 gram bloed. Wanneer wij de waarnemingen op een curve uitzetten, blijkt het volgende:

Fig. 1Vóór de transfusie had het kind 3,700,000, onmiddelijk na de overdracht 4.280.000 en daarna ziet men tot zijn verbazing een regelmatige daling. Een uur na de eerste waarneming, na de transfusie, bereikte de val haar diepste punt (3.880.000) zoodat er nauwelijks meer erythrocyten aanwezig waren dan vóór den ingreep. De waarneming van het daaropvolgende half uur gaf weer een stijging tot ongeveer dezelfde hoogte als de eerste waarneming na de transfusie. Daarna is de schommeling verdwenen en terwijl wij voorttellen tot 5Vi uur na de transfusie blijft het aantal erythrocyten ongeveer terzelfder hoogte, zoodat wij eindigen met een toename te constateeren van 466.000 erythrocyten per m.M. Het spreekt vanzelf, dat eerst de mogelijkheid van een waarncmingsfout ondei de oogen moet worden gezien, doch een soortgelijke kromme bestond ook bij het haemoglobinegetal en het feit, dat bij denzelfden patiënt bij een latere transfusie (van denzelfden gever) een curve veAregen werd, die sprekend geleek op de eerste, is afdoende bewijs, dat de waarneming juist was. Bij dertig transfusie's heeft hij deze waarnemingen verricht en verkreeg hij curven, die wel onderling verschillen, maar in hun

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 92 Pagina's

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 83

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 92 Pagina's