GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 33

Bekijk het origineel

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 33

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

è5 dat men niet al te zeer op de beteekenis der fossielen moet letten, oud. Reeds in 1864 werd daarop gewezen o,a. door David Page in een klein boekje ^). Hij zegt — blz, 76: — het is de onhoudbare leer van het synchronisme der soorten, die aanleiding gegeven heeft tot zoo menige ongerijmde hypothese en tot menige dwaze bespiegeling". Toch spreekt men nog altijd van gidsfosielen. Het zijn die fossielen, welke beperkt zijn tot een bepaalde formatie of binnen deze tot bepaalde lagen en deze naar aard en tijd karakteriseeren ^), Potonié b.v., kon met behulp van de flora verschillende steenkoolgebieden indeelen in vele onderdeelen. Evenwel niet alle voorkomende planten- of dierenresten kunnen gidsfossielen zijn. Vooral in den laatsten tijd stellen vele geologen eischen aan deze indicatoren. Een zeer lezenswaardig artikel is hieromtrent te vinden in het Centralblatt für Mineralogie van dit jaar"), Hans Scupin (Dorpat) wijdt daarin eenige beschouwingen aan de chronologische waarde der gidsfossielen en stelt de vraag: „wanneer kunnen de fossielen werkelijk als tijdbepalend opgevat worden, zoodat de lagen, waarin zij voorkomen niet slechts homotax, maar ook synchroon zijn?" Een der eischen is de snelle verbreidingsmogelijkheid der soort. Daaraan kunnen planten zeer goed beantwoorden, PuUe *] wees daarop in 1914 en zijn voorbeelden verbazen ons. In eenige recente moerassen van Zuid-Frankrijk komen water- en moerasplanten voor, welke in Algiers thuis hooren en daar alleen groeien. De zaden zullen overgebracht zijn door watervogels, welke ze aan pooten en snavels meenemen. Dat kan uit 't volgende blijken. Op de markt te Montpellier kocht Duval Jouve vogels; hij onderzocht hun pooten en vond in korten tijd een 12-tal zaden. Daarmee was dus waarschijnlijk gemaakt, dat de planten in korten tijd over de Middellandsche zee gebracht kunnen worden. Beccari wijst er op, dat vogeils, die in het Bergland van Ceram boschbessen vreten, na 4 uur vliegen, de zaden via hun darmkanaal deponeeren kunnen in 't Centrale Gebergte van NieuwGuinea, In Aug, 1883 werd 't eiland Krakatau door een eruptie

S David Page The Philosophy of Geology. Vertaling Winkler. ^) Dr. Johannes Felix. Die Leitfossilien. Leipzig 1906. S. 1. ^) Hans Scupin. Der Chronologische Wert der Leitfossilien. Centialbt für Mineralogie, Geologie und Palaeontologie 1923. No. 12, 13 en 14. •*) Dr. A. A. Pulle. Problemen der Plantengeografie. Rede Utrecht 1914.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 92 Pagina's

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 92 Pagina's