GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 13

Bekijk het origineel

1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 13

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

9 onzer kennis" ^), of als een opgaan in een Nirwana, dan wel als een overgang naar een geheel nieuw, bewust, gelouterd leven, steeds is üe vrees voor het naderend einde weer te vinden, Rousseau heette te liegen, ieder, die beweerde den dood zonder vrees tegemoet te zien. Schopenhauer beschouwde den dood als het grootste kwaad, het ergste wat het menschdom bedreigde. Op gelijksoortige wijze hebben zich Daudet, Zola, de Goncourt en vele anderen geuit. Niet slechts de dood, doch ook de vrees ervoor, is als een biologisch verschijnsel te beschouwen en verdient als zoodanig bestudeering (Rousseau) '). Verlangen naar oen dood is meestal eeri uiting van een ziek geestesleven. Met den afschuw voor den dood gaat het verlangen te leven gepaard en dit verlangen \iit zich op allerlei wijzen in de natuur en de cultuur. Onze Bijbel leert ons het lange leven als een zegen te beschouwen. Pogingen, die in het werk werden gesteld om het leven te venengen, zijn al zeer oud. Een en ander daarover is bij Metschnikoff te vinden. In de middeleeuwen werd vlijtig naar het levenselixir gezocht. Bacon van Verulam geeft breedvoerig middelen aan, weike bedoelden het leven lang en gelukkig te maken; aderlatingen en salpetertoediening speelden daarbi) een groote rol. De ,,gerocomie" bestond hierin, dat men grijsaards met jonge meisjes in aefcraking bracht, om hen zoo nieuwe krachten toe te voeren. Huhland schreef op het einde der 18de eeuw een boek over „Makrobiotiek" en raadt daarin aan meer plantaardig en minder dierlijk voedsel te gebruiken, omdat vleesch steeds meer neiging heeft om tot verderf over te gaan dan plantenvoedsel. Deze laatsten vormen zuren, welke het rotten, een onze lichamelijke kracht ondermijnend proces, tegengaan. Men bespeurt zoo den overgang naar den nieuwen tijd, waar het vraagstuk der levensverlenging niet minder belangstelling wekt en waar men het doel tracht te bereiken met behulp der verschillende maatregelen der moderne hygiëne. Op het vermijden der schadelijkheden en vooral op een doelmatige voeding wordt groote nadruk gelegd. Het is beter te voorkomen dan te genezen. Metschnikoff acht de rotting in den dikken darm en de vergiftiging van het organisme van hieruit een der belangrijkste factoren bij het ontstaan der ouderdomsveranderingen. Uit het oude: Qui bene purgat, bene curat, mag men misschien afleiden, dat de geneeskundigen van vroeger eeuwen dit reeds hebben gevoeld. Metschnikoff koesterde de grootste verwachtingen van ') Zie de Rede van Prof. Cohen. Verslag 18de Ned. Natuur- en Qeneesk. Congres. ') In „Studiën über die Natur des Menschen" van Metschnikoff, Leipzig 1904, vindt men hierover allerlei bijzonderheden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 116 Pagina's

1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 116 Pagina's