1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 23

15 verdubbeling van chromosomen. Men kan theoretisch aantoonen, dat in bepaalde gevallen een vorm zou kunnen ontstaan, de z.g, tetraploïden-vorm, die voldoet aan het steriliteitskenmerk van een afzonderlijke soort, Of deze soort echter voldoende vruchtbaar zou zijn om te blijven voortbestaan, is de vraag. Maar in ieder geval moet Blakeslee erkennen, dat het ontstaan van een stabielen tetraploïden vorm uit den normalen diploiden vorm door gelijktijdige verdubbeling van alle chromosomen in het diploïde complex, een gebeurtenis is, die nog moet worden wfaargenomen. Het ontstaan van zulk een nieuvi^e soort moge dus theoretisch denkbaar zijn, practisch waargenomen is het nog nooit. Maar ook wanneer bet eens gelukte zulk een nieuwe soort te zien ontstaan, en deze kon zich in stand houden, dan is het verschil met de oude soort toch zoo miniem klein, dat het zeker onmogelijk is de rijke verscheidenheid in de natuur op deze wijze te verklaren. O' Toole meent dan ook, dat de mutatietheorie van De Vries verouderd is en met haar voorgangsters, Lamarckisme en Darwinisme, moet worden opgeborgen in het knekelhuis van verworpen theorieën, die alleen nog historische, maar niet langer wetenschappelijke waarde hebben. O' Toole schetst de beteekenis van Mendel en de door hem afgeleide wetten. Hij brengt in herinnering, dat Lotsy alle variat'3 verklaren wilde uit her-rangschikking van reeds vroeger bestaande erfelijkheidsfactoren door kruising; maar tevens toont hij aan, dat deze oplossing geheel onvoldoende is. En ook de theorie van Mende), hoe belangrijk op zichzelf, is niet in staat om het ontstaan der soorten te verklaren. De Amerikaansche schrijver komt dan tot de tweede groep van argumenten, die voor de evolutie worden aangevoerd, n.l. de hcmologie, die vooral in de dierenwereld opgemerkt worden. In den breede toont hij aan, dat uit het verschijnsel der homologie niet tot gemeenschappelijke afstamming m.ag worden besloten. Het zou mij te ver voeren, wanneer ik hier het geheele betoog wilde weergeven. Ik volsta dan ook met hier zijn voorzichtig gestelde slot-conclusies weer te geven. O' Toole schrijft: ,,De theorie, die de evolutie wil gronden op homologie schiet in drie opzichten te kort. Ten eerste ontbreekt iedere experimenteele

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen