1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 63

61 HET W/l/\RNEMEN DER ECLIPSEN. ' Zooals aan een ieder uwer bekend is, komen voor het v/aarnemen van eene zonsverduistering geleerden uit alle deelen van de wereld te samen. De vraag dringt zich nu aan ons op, waarom toch zooveel ernstige msnschsn zooveel dagen uit hunne gewone werkzaamhedsn gehaald worden en waarom zulke groote geldsommen besteed worden voor het waarnemsn van een verschijnsel, dat, hoe interessant ook, toch op zijn langst maar eenige minuten duurt. Het antwoord kan kort zijn. Een zon-eclips stelt ons in staat gedurende den korten tijd van haar duur, een inzicht te krijgen omtrent den opbouw van onze zon in 't bijzonder en van de sterren in het algemeen. Ja, zij kan ons ook indirect een antwoord geven op de vraag hoe oï het mogelijk is dat eene stralende zon bij voortduring bestaan kan. Het zijn dus in hoofdzaak natuurkundige vraagstukken die men bij eene zonsverduistering bestudeert, en het is daarom niet te verwonderen, dat bij de verduistering in 1926, die betrekkelijk lang van duur was, zooveel natuurkundigen van naam, als o.a. /\ston, Coblentz en FinlayFreundlich, dit verschijnsel gingen bestudeeren. Ongeveer 100 jaar geleden was het doel van de sterrekunde het onderzoek naar en de kennis van de bewegixig van de hemellichamen. Naar de natuurlijke gesteldheid dier lichamen vroeg men toen niet. Hoogstens kon deze eene bron van speculatie voor een groote phantazie zijn. Men stelde zich toen vrij algemeen de zon nog voor als een donkere, misschien wel bewoonbare bol, met een lichten warmtegevend omhulsel. Pas de ontdekking van de wet van het behoud van arbeidsvermogen door Robert Julius Mayer, een Duitsch geneesheer, die als scheepsarts ook Java bezocht en daar zijn eerste gedachten kreeg over de later door hem te ontdekken wet en de ontwikkeling der spectraal analyse waaraan de namen Bunsen, Kirchhoff en Frauenhofer zoo onafscheidelijk verbonden zijn, waren oorzaak en maakten het mogelijk, dat men zich met vrucht vragen kon gaan stellen omtrent het wezen der sterren. Door de kennis der spectra van zon en sterrsn kwam men tot de kennis van de samenstelling der hemellichamen. Men zag dat op deze hemellichamen sommige elementen voorkwamen, die op aarde allang bekend waren en men leerde andere elementen als Helium op de zon reeds kennen, voordat het op aarde als gas ontdekt werd. Dit alles

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen