GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 80

Bekijk het origineel

1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 80

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

76 Het behoeft geen betoog, dat deze theorie van Hepp niet in overeenstemming is met de feiten, die de natuurwetenschap aan het licht heeft gebracht. We achten een dergelijke methode van beoefening der natuurwetenschappen bedenkelijk. Hier ziet men het groote bezwaar van de deductieve methode. Bovendien zijn wij van meening, dat de grondstelling, waarvan Hepp uitgaat, niet voldoende in de Schrift gefundeerd is. Het betreft hier een moeilijke kwestie, die men niet met een hand-omdraaien kan oplossen. Over de vraag, of er reden en mogelijkheid is om aan te nemen, dat er, vóór den val, in de dierenwereld geen dood zou zijn geweest, is in onze Yereeniging al eens gesproken naar aanleiding van een tweetal referaten van Dr. De Qaay Fortman. Hepp schijnt wel eenigszins te voelen, dat hij in strijd komt met de feiten, die de geologie heeft vastgesteld. Hij constateert met nadruk, dat het Calvinisme het principe van Lyell over de onveranderlijkheid der natuurkrachten niet aanvaardt. Gronden hiervoor voert hij niet aan. Wel deelt hij in dit verband mede, dat De Bray en Soller hebben aangetoond, dat de snelheid van het licht niet constant is, maar met 250 mijl per eeuw afneemt. Zelfs berekent hij, dat het licht, wanneer deze vertraging niet verandert, over 75.000 jaren zal stilstaan! Het is vreemd, dat Hepp, die zoo critisch staat tegenover alle resultaten der natuurwetenschap, een zoo voorbarige en Hchtvaardige conclusie als die van Bray en Soller direct aanvaardt. Maar verder verm a g ik niet in te zien, welke voor- of nadeelen de geologie zou ondervinden van een eventueele verandering der lichtsnelheid. Hepp besluit zijn lezing over geologie met eenige beschouwingen over het hexaëmeron. Het spreekt wel vanzelf, dat ik daarvan met groote belangstelling heb kennis genomen. Bavinck wijst in zijn Dogmatiek er op, dat reeds van het begin onzer jaartelling af groot verschil van meening heeft bestaan over de exegese van Genesis 1. Men heeft er steeds over gestreden. Maar men heeft ook eikaars meening gerespecteerd, het verschil van inzicht verdragen. Geen enkele confessie heeft er zich over uitgesproken. Persoonlijk ben ik van meening, dat Genesis I den beoefenaar der natuurwetenschap niet voor groote moeilijkheden plaatst. Wel zijn er verschillende opvattingen van dit Bijbelhoofdstuk, die in ernstig conflict komen met de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1931

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 88 Pagina's

1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 80

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1931

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 88 Pagina's