GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1946 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 121

Bekijk het origineel

1946 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 121

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

PROBLEMEN DER HOOGSTE LUCHTLAGEN door Dr P. G R O E N .

I. De titel van dit artikel heeft de schrijver met eenige aarzeling opgeschreven. Wanneer de lezers n.l. zullen bemerken, dat met de „hoogste luchtlagen" hier bedoelt wordt dat deel van de tot een 1000 kilometer hoogte zich uitstrekkende atmosfeer, dat boven omstreeks 15 kilometer is gelegen — hetgeen dus meer dan 98 procent van de geheele hoogte omvat —, dan zullen zij deze aanduiding wellicht minder geslaagd vinden. Zou men in dit verband echter in plaats van ,.hoogste" eenvoudig van ,.hoogere" luchtlagen spreken, dan moet worden opgemerkt, dat hieronder in het gangbare spraakgebruik reeds de atmosfeer op een paar kilometer hoogte wordt begrepen. Belangrijker is echter nog, dat boven de genoemde grens van 15 kilometer slechts omstreeks 12 % van de totale massa van de atmosfeer wordt gevonden en dus bijna 90 % beneden onze grens. Ook speelt zich ongeveer alles wat met ,,het weer" te maken heeft, beneden 10 a 15 kilometer af, zoodat w^at daarboven wordt gevonden meestal buiten het arbeidsveld van den weerdienst-meteoroloog blijft. Het behoort meer tot de geophysica in algemeenen zin (in engeren zin verstaat men onder geophysica ook wel meer speciaal het natuurkundig onderzoek van de verschijnselen der vaste aarde, hoewel deze specialiseering niet consequent is door te voeren, aangezien bijv. het onderzoek van het aardmagnetisme onlosmakelijk is verbonden met het onderzoek van de allerhoogste luchtlagen, met name van de ionosfeer; onder geophysica in ruimeren zin verstaat men zoowel het voorgaande als óók de physica van de atmosfeer en de physica der oceanen, dus de algemeene meteorologie en de physische oceanografie). Alvorens ons nader tot de genoemde deelen van de atmosfeer te beperken, mogen eerst nog een paar woorden gewijd worden aan onze* dampkring als geheel. 1. De dampkring der aarde oefent door haar zwaarte een druk uit op het aardoppervlak, die op zeeniveau gemiddeld gelijk is aan de druk van 760 millimeter kwik ofwel 1013 millibar (1 millibar = 1000 dyne per cm-), of 1,033 kilogram (gewicht) per cm-. Nu ligt het aardoppervlak niet OTeral op zeeniveau, zoodat, om de totale massa

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 248 Pagina's

1946 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 121

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 248 Pagina's