GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 18

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 18

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

.10 Rome en tot die tussclien Lutherschen

en Gereformeerden onderling.

Roomschen en Protestanten stemmen hierin overeen, dat zij, op grond van de Schrift, het ontstaan der zedelijkheid verklaren uit de schepping van den mensch naar Gods beeld.

Het goede te doen en dat op menschelijke

wijze behoorde dus, naar gemeenschappelijk belijden, tot de natuur van den mensch.

Toen het echter tot nadere uiteenzetting van het dogma

kwam, openbaarde zich differejitie. De „rechtheid" van den oorspronkelijken mensch is toch volgens Rome een admirabile donum, „toegevoegd" aan zijn natuur, volgens de Lutherschen en Gereformeerden daarentegen aan die natuur inhaerent. Uit dit verschil volgde dan ook de differentie in het dogma omtrent den gevallen mensch, die, weer naar gemeenscha]ipelijk belijden, in den val deze zijne rechtheid verloor.

Yolgens de Roomschen heeft

het verlies der justitia originalis aan diens natuur eigenlijk niets veranderd, haar hoogstens verzwakt, gelijk de Roomsche theologen dan ook spreken van de ,,vulnera naturae", zoodat dus uit die natuur nog altijd het goede kan opkomen, ook al wordt hier een onderscheid gemaakt tusschen hoogere en lagere zedelijkheid.

Yolgens Lutherschen en Gereformeerden daaren-

tegen had dit verlies een algeheel bederf dier natuur ten gevolge.

Want

wel spreekt zoo de Roomsche als de Protestantsche l'heologie van wat zij beide, op het voetspoor der Scholastiek, de ,,mala concupiscentia habitualis et actualis" noemen en waaronder zij dan de booze begeerlijkheid en begeerten verstaan, maar Rome vat dit toch veel minder diep op dan de Protestantsche Theologie.

En eindelijk volgen ook door het ver-

schil in uitgangspunt differenties in het dogma omtrent den mensch in den staat der herstelling, die weer naar gemeenschappelijk belijden, een vrucht der genade is.

Volgens de Roomschen wordt de genade der

wedergeboorte den zondaar toegebracht, schoon .als veiiiesbaar goed, in en door den H. Dpop> waardoor de „fomes conciipiscentiae", dt brandstof der begeerlijkheid, in hem wel blijft maar niet wordt toegerekend, en ook de „motus primoprimi seu actus priores concupiscentiae actualis", dat is de eerste opritselingen der zonde, de booze lusten en begeerten voor hem geen zonde zijn, zoolang er althans de consensus rationis niet bijgekomen is. Volgens de Protestanten daarentegen wordt de wedergeboorte niet gewerkt door den H. Doop; is de booze begeerlijkheid die ook zij in de wedergeborenen erkennen wel degelijk zonde, waarvan zij eerst afkomen in hun sterven, en zijn zoowel de. nieLgemLdfi-als-de gfiwilde booze begeerten zonden voor God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 18

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's