GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Religieus eklekticisme - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Religieus eklekticisme - pagina 23

Rede gehouden bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

21 Van BoËTHUs hooren wij, dat hij het Stoïsche dogma v a n d e n periodieken wereldbrand ontkent en evenzoo het materialistisch Pantheïsme. Wel leert hij, dat de Godheid een aetherische substantie en dus stoffelijk is, maar mèt ARIRTOTELES denkt deze Stoïcijn der jongere generatie zich de Godheid als eerste Beweger der wereld, doch, anders weer dan ARISTOTELES, denkt hij zich haar ook als in alle deelen der wereld hulp verleenend. Zijn ontkenning van het Pantheïsme kwam op uit de bedenking, dat, wanneer de Godheid alles in de wereld doordrong, ook het meest onreine en onesthetische, dit beneden haar waardigheid zou zijn. Voor PANAETIUS is typeerend, niet dat hij waardeering heeft voor PLATO en ARISTOTELES, immers trouw aan eigen school of richting sluit waardeering der verdiensten van de voormannen onder de tegenstanders niet uit, maar wel, dat hij, de Stoïcyn steeds de namen van den stichter der AKADEMIE en van den stichter van het LYCEUM in den mond heeft en dan met zoo hooge bewondering over hen spreekt, dat men hem eer voor een der hunnen dan voor een docent zijner eigen school zou houden. Bij zulk een mentaliteit was het dan ook niet te verwonderen, dat hij, als BoËTHUs, het dogma van den periodieken wereldbrand verwierp en met ARISTOTELES de eeuwigheid der wereld leerde, Had de oude generatie een voortleven na het sterven tot aan den eerstkomenden wereldbrand geleerd, PANAETIUS ontkende dan ook dit tijdelijk voortleven na den dood. POSIDONIUS, zijn leerling, keerde wel weer terug tot het dogma der wereldverbranding en der temporeele onsterfelijkheid, maar toonde met/zijn commentaar op PLATO'S TIMAEUS, dat hij in de Physica de Stoïsche Natuur-leer met de Platonische trachtte te verbinden. Het eklekticisme der jongere generatie, dat had verdoezeld en vertroebeld de tegenstellingen, die een oudere generatie zoo scherp had gesteld, moest op den buitenstaander wel den indruk maken, dat, al kon het dan ook voorloop'g, om inwendige redenen, niet, de tijd om toe te treden tot zoo iets als een Federatie, voor de scholen toch niet meer verre was. Ook op L. GELLIUS PopLicoLA, die in de zeventiger jaren der 1ste eeuw Proconsul van ATTIKA was, heeft het eklekticisme dien indruk gemaakt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1919

Rectorale redes | 72 Pagina's

Religieus eklekticisme - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1919

Rectorale redes | 72 Pagina's