De idee van den vooruitgang - pagina 16
Rede bij de 47e herdenking der stichting van de Vrije Universiteit te Amsterdam
12 baarheid van zeker levensgemak voor velen — die zich inderdaad evenmin laat ontkennen als een zekere vooruitgang in onze beheersching van de krachten der natuur — al heel weinig vruchten droeg in vermeerdering van de harmonie tusschen der menschen behoeften en hun bevrediging: dan kan iemand werkelijk toch niet in goeden gemoede beweren, dat een nauwkeurig empirisch onderzoek der feiten aan de gedachte van een door de geschiedenis zich manifesteerenden vooruitgang steun verleent. Dan kan men aan dien vooruitgang slechts dan de plaats in zijn levensen wereldbeschouwing geven, die hij voor velen heeft, wanneer men gegevens, die op een zeer begrensd gebied te constateeren vallen, losmaakt uit den samenhang, waarin men ze vindt, en ze dan op ongehoorde wijze veralgemeent. Een procédé, waarvan het misleidend karakter ieder terstond in het oog valt. En tot datzelfde resultaat: op wetenschappelijke gronden rust de idee van den vooruitgang niet, kom ik dan voorts ook wanneer ik argumenten van meer bespiegelenden aard laat gelden. Berdjajew, de Russische balling, zegt het eigenaardig, in aansluiting aan een gedachte overigens, die ook reeds bij Ranke is te vinden: maakt de leer van den vooruitgang niet steeds de laatste generatie tot een vampyr, die aan alle voorafgaande hun beteekenis ontneemt door ze slechts middelen ter voortbrenging van die laatste te noemen; en is zulk een ontzieling van het grootste deel van het verleden ten behoeve telkens van, zeg de laatste halve eeuw wel aanvaardbaar '2) ? Bovendien: plegen zij die — anders dan ik — op grond van hun waarneming der feiten meenen wel tot het bestaan van vooruitgang te mogen concludeeren, hun gevolgtrekking ten deze niet uitsluitend te maken op grond van hetgeen in de Westelijke helft van Europa en in Noord-Amerika voorviel en voorvalt? Maar gaat dit nu toch wel aan? Kan een hypothese ter verklaring van een onnoemelijk aantal verschijnselen wel gelden, als ik drie kwart van het materiaal, waarop ik haar betrek, bij het opstellen ervan buiten beschouwing heb gelaten? Werkelijk: het meliorisme, de euphoristische philosophic, zooals ge de idee van den vooruitgang noemen moogt wanneer ge van geleerde termen houdt, moge vaak den indruk geven van op empirisch feitenonderzoek en rationeele redeneering te zijn gegrondvest: in waarheid is het een denkbeeld, waaraan men vasthoudt ondanks het feit, dat het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1927
Rectorale redes | 38 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1927
Rectorale redes | 38 Pagina's