GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De idee van den vooruitgang - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De idee van den vooruitgang - pagina 30

Rede bij de 47e herdenking der stichting van de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

26

van haar grondslag en structuur bij haar bezit in te lijven. Zal dit nu ook in casu niet het geval zijn geweest? Dat verdeelingsschema der vier wereldrijken naar de profetie van Daniël, waarin de Christelijke historiographie zich reeds in het begin der Middeleeuwen heeft vastgeloopen, had —- toonde ik reeds — een taai leven. Eerst in de 18e eeuw werd het losgelaten. Maar geschiedde dit nu wel eigener beweging? Nadat die overgeleverde voorstelling tijdens de Renaissance al harde slagen van Bodin te verduren had gehad, en in het begin der 17e eeuw de aanvallen van Chr. Lehmann haar bondgenoot, de leer der translatie imperii, al ineen hadden doen zakken en zij onder al die critiek haar oorspronkelijke gestalte dan ook al meer dan eens wat vervormd had: zag zich zij tenslotte den doodssteek toegebracht bij wijze van concessie aan de Verlichting ^'). En — al blijft hier nog veel te onderzoeken over — de omstandigheden wijzen er dus wel vrij duidelijk op, dat de, laat ik kortheidshake maar zeggen aan Paulus aansluitende geschiedopvatting, die die theorie der wereldrijken vervangen heeft, metterdaad harerzijds weer den invloed der historiographische idealen van Voltaire es. heeft ondergaan. Dit wat den zuiver-historischen kant der aangelegen zaak betreft ! Let ik nu ook nog uit een meer sociologisch gezichtspunt op haar, dan kom ik tegelijkertijd tot het wezenlijkste en tot het slot mijner uiteenzettingen door het volgende op te merken! Bij al wat ik nu over de idee van den vooruitgang te berde heb gebracht, heb ik hier en daar mogelijk toch een gevoel van onbevrediging gelaten. Wat heb ik alles samen genomen feitelijk toch maar weinig gezegd van wat voor vele schrijvers over dit onderwerp en voor vele anderen, die er belang in stellen, juist omgekeerd het kwellendste is van het raadsel, waarvoor het ons plaatst: van de vraag namelijk of hetgeloof aan dien vooruitgang het nu bij het rechte eind heeft of niet! Of zulke verbetering, I als het in het wereldproces postuleert, nu werkelijk bestaat, ja I dan neen! Ik ontken het goed recht van deze klacht niet. Metf terdaad heb ik deze kwestie zoo goed als geheel laten rusten, en er mij toe bepaald aan te wijzen, dat een nauwkeurig onderzoek der feiten — als het tenminste niet op een zeer begrensd terrein alleen wordt ingesteld — toch feitelijk geen voldoende basis voor het geloof aan den vooruitgang geeft, en dat boven-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1927

Rectorale redes | 38 Pagina's

De idee van den vooruitgang - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1927

Rectorale redes | 38 Pagina's