GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 12

Rede uitgesproken op den Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

8 een meervoud geworden. Nu staat de vraag open: zijn er andere gevallen, waarin het een het ander werd; zijn die gevallen misschien de oplossing der oneenstemmigheid tusschen regel en uitzondering van geval tot geval ? Voorbeelden van zulke overgangen zijn met name bij de rededeelen van tweeden rang te vinden. Er zijn bijwoorden, die voorzetsels geworden zijn, er zijn voorzetsels, die nu voegwoorden zijn, er zijn woorden, die nu eens voorzetsel, dan bijwoord, dan weer voegwoord zijn in eenzelfden toestand der taal. (De wagen staat voor, het paard voor den wagen, het loopt voor men erop verdacht is). En de vraag sluit zich aan: zijn zulke overgangen aparte gevallen — hierin ritselt een tegenstrijdigheid — die na de vaststelling van het weionderscheidene worden vermeld, beteekent die latere vermelding, dat zij het vooropgestelde schema niet beroeren, wijl zelf daardoor eerst mogelijk gemaakt, of hebben zij als even feitelijk en gelijktijdig met die schemas gegeven, misschien als eigenschappen daarvan, ook beteekenis voor deze zelf? Deze wendingen hebben de grondvraag tot spil: wat beteekenen de gevallen voor dat waarvan zij geval zijn? Heeft een schema eigen bepaaldheid, die niet tegelijk bepaaldheid zijner gevallen is en omgekeerd? Kortom, wat is de verhouding in de taalkunde tusschen begrip en geval? Deze vraag zal blijken dezelfde te zijn als die naar de functie van het onbepaalde in de taalkunde. Daarop vooruitloopend mag ik dit het onderwerp noemen, waaraan ik eenige beschouwingen wil wijden, en wel in drie etappen: het onbepaalde als uitdrukking in de taal, als begrip in de taalkunde, als functie in onzen geest. Alvorens mij hierin te begeven, buig ik nog eenmaal terug naar voorbeelden. De verhouding van geval en begrip is zóó fundamenteel, dat haar bespreking zelf in die betrekking bevangen moet blijven: alleen aan een geval van geval en begrip kan het begrip hiervan worden ontstoken. Ik ben ook dankbaar, dat ik deze zaak aanleunend tegen het bepaalde geval der taalkunde mag behandelen. Of men in nog strenger algemeenheid haar kan behandelen, zoo misschien, dat men van alle bepaaldheid afziet, waag ik hier niet te beoordeelen. Mijn vraagstelling, ontspruitend uit de moeiten der linguistische

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1929

Rectorale redes | 42 Pagina's

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1929

Rectorale redes | 42 Pagina's