GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 117

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 117

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

107 mentliche Wissenschaft u n d die Kunde d e r alteren Kirche, xxix, 1930, pg. 209—264. PHILOPONUS w a s een leerling, doch geen volgeling van AMMONIUS (Hermeiou) — zie pg. 63 van deze studie — en schreef verschillende commentaren o p geschriften van ARISTOTELES, ook op diens beide Analytica en Peri Kategorison. Zijn werk w e r d ten deele in het Arabisch vertaald. Zie voorts noot 123. 123) Naar men weet ging de christelyke bevolking van S y r i ë in de twee kampen der (monophysistische) Jacobieten en (stoïschduophysistische) Nestorianen uiteen. Beide richtingen konden zich tegenover de kerk en elkander natuurlijk niet handhaven zonder belangstelling voor de wijsgeerige vraagstukken. Vandaar de vertaling van heel wat geschriften der hellenistische „christelijke Stoa". Zie: C. BROCKELMANN, Die Syrische und die chrisüich-arabische Literatur, in C. BROCKELMANN C.S. Geschichie der chrisilichen Litterature des Orients, Leipzig, C. F . Amelangs, Verlag 1907, pg. 1—74, speciaal pg. 40 v.v. Wat E g y p t e betreft, hier w a s het monophystisme oppermachtig, getuige n a m e n als APPOLLINARIUS,

CYRILLUS,

SEVERUS VAN

ALEXANDRië en JOHANNES PHILOPONUS, die alle ook op wijsgeerig gebied bezig w a r e n . Beide literaturen hielden contact met elkaar en uit beide w e r d in het Arabisch vertaald. Door hervertaling van den Arabische tekst in het Latijn (door Willem van Moerbeke) kwam D'OLICU — zie pag. 73 van deze studie — in contact met het werk van PHILOPONUS.

12*) AMMONIUS, in libram Aristotelis de interpreiatione, ed. BussE, pg. 141, 20, aangehaald bij LUCASIEWICZ, a. art., pg. 76. 125) BOETHIUS, a.w. I (MDCCCLXX V I I ) , pg. 126: eraut autem quattuor diversitates ut aus utraeque verae essent, quod sustueit per hoc quod eit u t r a q u e e n i m n o n e r u n t s i m u l i n t a l i b u s ; aut ut utraque talsae essent, quod p e r h o c evertit quou a i t : a t vero n e e q u o n i a m neutrum verum est contingit d i e e r e; aut ut u n a vera definite, una definite falsa esset, quod ilia argumentatione destruxit, p e r quam omnia ex necessitate doeuit evenire, si h o c admittcretur. quod si res illae minime sunt, constat unam quidem veram esse, aliam vero in contradictione m e n d a c e m ; sed sicut res ipsae mutabiliser et indefinite futurae sunt, ita quoque enuntiationes variabili nee definita veritate et falsitate proferentur. IDEM, a.w. I I , pg. 208: sed falso, non enim hoc Aristoteles decit, quod utraeque nee verae nee falsae sunt, sed quod una quidem ipsarum quaelibet aut vera aut falsa est, non tamen quemadmodum

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 117

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's