GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 86

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 86

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

78

[ook daarin kan geen kleine hulp liggen, nietwaar? J. W.J, maar ook op grond van de overtuiging dat de n voor het algemeen taalgebruik [is dit een slag om den arm? J. W.] wetenschappelijk onverdedigbaar is." Het fraaiste komt nog, en volgt nu. „Maar komt men door alle naamvalssn's te „verwaarlozen" [let op de aanhalingsteekens! J. W.] niet in botsing met officiële grammatische regels? Men zou de tegenvraag kunnen stellen: als afwijking in 90% van de gevallen geoorloofd wordt, waarom dan niet in de laatste 10%?" Een antwoord geeft D. V. niet. Maar hij wijst op de regeering zelf, die in de nog aangehouden oude schrijfwijze toch al lang niet meer de buigingsvormen gebruikt, die in „de enige, wettelijk erkende spraakkunst" (van 1805!) „gebiedend werden voorge* schreven". Gaat dit niet ver? Men moet zich in het minst niet aan dit punt van de nieuwe officieele regeling houden, bedoelt De Vooys. Als men echter toch aan „het beschaafde spraakgebruik" alleen niet voldoende gezag durft toekennen om daarnaar zijn schrijfwijze der taal op die wijze in te richten, dan weet D. V. nog wel een moderne spraakkunst, gebaseerd „als men wil op een moderne „schrijf? taal" ", waarop men zich beroepen kan. Die bestaat al [wel te verstaan in de idee, niet in de verschijning. J. W.] bij een aantal dichters en schrijvers, die in geslacht en buiging zich niet houden aan de tot voor kort gangbare grammatica. — De slotsom is: „Hoe meer jongeren zich naar deze norm richten, hoe eer ook het onderwijs verlost zal worden van een kunstmatige, onhoud' bare geslachtsregeling". Zoo bestrijdt De Vooys nu, niet de geslachtsregeling van De Vries en Te Winkel, maar die van Marchant; ofschoon hij toch ook weer deel uitmaakt van het comité van aanbeveling van de nieuwe vereeniging, die in harmonie met den minister, en door dezen krachtig aanbevolen, thans voor „spellingvrede" ijvert, waarbij zijn trouwe paladijn G. Royen taalkundig adviseur is (Standaard 8 Nov.). Ook deze blijft vooral het handhaven van een aantal naamvalssn's afkeuren in Ons Eigen Blad van Oct., deelt N. Taalg. 1934, 384 mee. Hangt ons misschien al weer een andere, nog radicaler, nieuwste regeling boven het hoofd? In zijn „laatste ronde" heeft de minister zelf het voorschrift aangaande den uitgang isch, waartegen ook zooveel bezwaar bestaat, tame* lijk wel gedisqualificeerd (N.R.Crt. 30=10*34 Ocht. C). Is mogelijk ook De Vooys al bezig aan de regeerings'spraakkunst, die Kolle* wijn reeds in 1913 (Vereenv. Ars. 40) noodwendig achtte, als de regeering eens voorschriften mocht gaan geven over de spelling? K. vond toen regeeringsbemoeiing zeer ongewenscht en gevaarlijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 86

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's