GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De bevooroordeeldheid der exegese - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bevooroordeeldheid der exegese - pagina 20

Rede gehouden ter viering van den 68sten verjaardag der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

overtuiging hebben, die hen leidt bij heel hun arbeid en die ze als vanzelf toepassen, als zij uitleggen. E r is ook een bewuste bevooroordeeldheid. Die is er wanneer de exegeet wel wetend, wat hy doet, in het geloof uitgaat b.v. van het beginsel, dat de Schrift Gods Woord is, en dat heel zijn arbeid laat beheersen. Het kan ook zo zijn, dat men bepaalde dogmata, bepaalde opvattingen, per se wel, of wat meer voorkomt, per se niet in de Schrift wil vinden. Men kan, als men wil, spreken van een practische en van een theoretische bevooroordeeldheid. Dat is niet geheel hetzelfde als de bewuste of onbewuste, omdat de practische het gevolg van de bewuste of de theoretische kan zijn, al behoeft zij dat niet te zijn. We geven hier ter toelichting een kleine verzameling van geheel willekeurig gekozen verklaringen, bijeengezocht uit hetgeen we den laatsten tijd lazen; een bloemlezing, d. w. z. in geen geval een volledig overzicht, niet eens in de typen, die zij biedt; een bloemlezing, die alleen wil laten zien, wat we bedoelen. Practisch bevooroordeeld is het, als B. Aebert, Die Eschatol. d. Joh. Evang., Würzburg, 1936, het geheele vierde Ev. verklaren wil naar een door hem geconstrueerd eschatologisch logosbegrip. Het is bevooroordeeld, als Abbott Ef. 2 : 10 verklaart van de condition upon which a thing happens or is done. Bij den nog altijd zeer te waarderen Alford vindt men dogmatische argumenten op Joh. 11 : 26 en 16 : 25 (naar Olshausen). J. Bovon, Théol. d. N. T., 2, Lausanne, 1894, bl. 562 wijst een exegese af, omdat ze Ariaans zou zijn, zij het dan ook, dat hij aantoont, dat heel het verband in strijd is met de leer der Arianen. Bij Calvijn vindt men vaak dogmatische argumenten in de exegese, zie b.v. bij Joh. 7 : 29; 16 : 14. Chrysost., in Joh., 228 B schrijft: TO ykp

•7rs.fztpS!-r,v3ii

yLtrxfiku-iun;

ïü-rw

o

Se

S'sig

TrxT/xy^oo 7rape<TTi.

Godet tracht bij Joh. 1 : 14 op zuiver dogmatische gronden aan te tonen, dat crap^ natuur moet betekenen. L. Goppelt, Typos, Gütersloh, 1939, bl. 67 vlg. wijst op het bevooroordeeld karakter der oud-Joodse exegese. Bij den groten Lagrange, die toch naar streng historische methode werkt, vindt men telkens uitleggingen, die onder den invloed van het Rooms-Katholieke dogma staan, zie b.v. bij Joh. 6 : 39, 44. Dan Joh. Marckius, Fase. Dissert. Philol. Exeget., Leiden, 1729, bl. 349 in zake Joh. 1 : Ic. E. Reuss, Hist. d. l. Théol. Chrét., 2, 3e dr., Straatsburg, 1864, bl. 450 gaat uit van de stelling, dat God liefde is,. dit verstaan op een bepaalde manier. Zahn geeft een bevooroordeelde verklaring van den zin van Joh. 17 : 3. Tekstkritische beslissingen werden niet zelden genomen onder den invloed van dogmatische overwegingen, ook daarvan geven we een enkel willekeurig gekozen voorbeeld. Chrysost., in Joh., 96 D, kiest voor de lezing Bethabara, omdat Bethanië niet over den Jordaan of in de woestijn ligt (Joh. 1 : 28). H. J. Gladder, Unsere Evangeliën, Freiburg i. B., 1919, bl. 212 vlg. stelt los van de getuigen den tekst van Joh. 6 : 4 vast. Lagrange doet hetzelfde met den tekst van Joh. 10 : 28 (weglating van /xr,). Von Soden bepaalt den tekst van Matth. 1 : 16 met prijsgeving van zijn eigen tekstkritische beginselen. Men kan hier ook bij rekenen het aanbrengen van de tekstscheiding in Rom. 9 : 5. De American Revised Standard Version van 1946 vertaalt according to the flesh, is the Christ. God who is over all be blessed forever, zij het, dat een noot de andere vertaling geeft. Tussen de practische en de theoretische bevooroordeeldheid kan men plaatsen het verklaren volgens de idee, gelijk men dat, ongetwijfeld onder bewust of onbewust Hegeliaansen invloed, zo menigmaal vindt in de kommentaren uit ongeveer het midden van de vorige eeuw. Men zie b.v. Godet op Joh. 4 : 37; Heitmüller op Joh. 1 : 9 (Gegenwartsbibel); Keil op Joh. 15 : 1; Lange op Joh. 1 : 1 (4e dr. 1880, bl. 51); 1 : 5 (bl. 66); 1 : 12

18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1948

Rectorale redes | 28 Pagina's

De bevooroordeeldheid der exegese - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1948

Rectorale redes | 28 Pagina's