De Oud-Testamentische profetie en de staat Israël - pagina 13
Rede bij de 69e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit
telling, over het Joodse volk gekomen is, en op een hernieuwden terugkeer naar Palestina, die gemeenlijk met het ophanden zijn van het wereldeinde of met het aanbreken van het duizendjarig rijk in verband gebracht wordt, en waarvan men dan thans in de Joodse immigratie in het Heilige land en met name in de totstandkoming van den Staat Israël ten minste de aanvankelijke realisering meent te moeten zien. Het kan niemand ontgaan dat in de Oud-Testamentische profetieën, die wegvoering in ballingschap aankondigen waaruit weer terugkeer wordt beloofd, als instrumenten in Gods hand om dat oordeel der ballingschap te bewerken met name a l l e e n de Assyriërs en de Chaldeeën worden genoemd. Dit is van geen gering gewicht. Want, al is het waar dat de profetie naar Gods wil bestemd is voor de kerk aller eeuwen ^^), men zal bij de uitlegging daarvan ter dege in het oog hebben te houden, dat zij toch rechtstreeks en onmiddellijk is gericht geweest tot het volk Israël; en kan men het zich nu voorstellen, dat een tot dat volk komende aankondiging van ballingschap en terugkeer die uitsluitend van de Assyriërs en Chaldeeën spreekt, tevens zou bedoeld hebben een veel lateren terugkeer uit een nog weer na dien eersten terugkeer opnieuw ingetreden ballingschap, die niet opzettelijk met zovele woorden was aangekondigd, toe te zeggen? Dat zouden de hoorders der profetische boodschap er nimmer in hebben kunnen beluisteren, en is het dan redelijkerwijs aan te nemen, dat zo iets de Goddelijke bedoeling zou zijn geweest?*^) Hiertegenover wordt evenwel opgemerkt, dat de bedoelde voorzeggingen toch verschillende trekken zouden bevatten, die op de wegvoering in de Assyrische en Babylonische ballingschap en den terugkeer daaruit niet van toepassing zijn en die het daarom noodzakelijk zouden maken aan een latere verstrooiing en een lateren terugkeer te denken. Als zulke trekken worden dan in de eerste plaats genoemd, dat er herhaaldelijk sprake is van een „verstrooien 11
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1949
Rectorale redes | 52 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1949
Rectorale redes | 52 Pagina's