GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Overwinning in het gebed.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overwinning in het gebed.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat "N'.'ul, Imigl, gij II neder, oi-'iSiwS-r*5; iel, en Atit zijtgij oiirnslig in mij? Hoop op.God.... Psalm 42:6, 12; 43: 3.

De menscb, die bidt tolt God in de verdöeldbeid zijiner zie], is niet de menscb, die uitgescbud beeft als 'een verteerde wade zijn onvolkomenheid em gebrek. Want al kunnen de gebeden der heiligien wel doordringen tot het gouden altaar, dat vóór den troion is (Op. 8:3), ze zijn toch bier beneden, Zioo ver ran dien ttoon, ontvangen en gebioxen. En hier beneden is de plaats noig niet gevonden yooa' 'de onbevlekte ontvangenis, nocb voor de sm^et-. loicze geboorte onzer gebeden. Tegenstrijdigheid, overdrijviiiig, subjectivisme, oiverhaasting! •En, nog; is bet einde niet.

Maar zóio vaak in den biddend en ménsm'-'dé Geest bidt met z'uchtingen, die óns onuitsprekelij'k zijn, lomdat alleen Gods oor scherp genoeg luistert om iZe te verstaan, .zóó dikwijls zal toch bet sterke Gods meer vermogen • dan het zwakke der nuenschen. Daar is O' v e r w i n n i n g in oaik ccn

Psalm 42, bet gebed van den dorstende naar God, is er, om betKAo|v, ..i5»^g-..vertroosting te bte--ivijizen. •ïlSSiafè^? ; .

De dichter van dit lied beeft met vier maobten te doen; en daarin is hij menscb als allenl. Hij. beeft met Goid, met de mensdhen, met de natuur, met zichzelf van doen. En die vier maobtsn schijnen in schrikkelijke eenheid tegen bèm met vijandigheden lontwaakt. Een God, die vergeet. Menseben, die bonen. Natuur, die met golven en baren een doiodenlied zingt. En bij' zelf - -.acih, - hij' is oiok tegen 'zichzelf verdeeld. Zijn geest zegt tot iziijn ziel - -waariota buigt gij u neder? Hij! is verbroken en verdeeld. Go'd spreekt hem' tegen, en de menschen, en de natuur; maar zichzfelf spreekt bij ook tegen. Waaroan, mijn ziel, zioo ontrust? Ik heb wel vele malen uw smart verklaaxd, naar ik dacht, en waaroim gezegd toit God, tot •de m'ènscben, tot Gods stepping. Maar nu zieg ik waarom tot. u, mijin ziel. Waartoe gebogen, waarom ontrust?

Ziet ige, bet z^waard der benauwdheid dringt dóór; bet 'gaat door tot de verdeeling der ziel en des geestes en der . sam'envoiagSeleh en des nïergs. Maar van verdeelde zielen begint de victoirie. En bet «ogenblik van de verdeeling van ziiel en van geest-is het momtent van de vereenignng des harten toit de vreeze van Gods naam.

Wa!nt als de dichter waarö^m zegt to't zlijn klagende, gebogen ziel, dan beieft Go'd 'bet in hem gewonnen. God is bem de Rechtvaardige geworden en recbtvaardigende dengene, die uit bet gsloof is. Hoort gij bet, vijanden? Gij' vraagt den ganschen dag: waar is uw God? Hier is zijn God! Hij stijgt op in den Geest in bet hart van hem, dile zijb zïiel tot rust vermaant.

Wat is lil3t beeld van deze oiverwinning; wat bet sieraad van dezten ontkomene?

Deze Oiverwinning draagt allereerst in zich de sp'O'ren van nawerking der doorstane worsteling. Deze mensclh zegeviert — taaar zijn triumflied zet in met een „waarom? " Tratsohe iQiverwinnaars doen zoo niet. Al kunnen zte baast niet meer staan op bun voeten, zie 2; nl'len in de overwinning willen staan, redhtop, om te pralen met. hun zege. Maar deze bidder zegt-: ik heb gewo'nnen, ik zal nog loven mijn God; en tegelijk valt bij neer; bij' welet niets, hij begrijpt niets, alleen ma, ar — bij; Zal loiven, loiven! Zij'n „waaroim" is oprecht gemeend. Trouwens, zijn ziel is 'noigi neergebogen, 'zijn hart nog ontrust.

Hij oVierwiffi^^^SSjin gedachten, maar... met een wa ar om', 'dat de uitputting .zijner gedaflhten belijdt. Hij' weet het .nog niet, hij' is er nog niet boivenop. Zoo Iwordt tzijn overwinning niet mechaniscb na z'ijn worsteling daarbo'ven op geziet, doch wikkelt oiganisöh 'zich daarait los. Wel overwint hij, dodh niet zonder 2; Wakheid, niet zonder „waarom".

Het is zoo., engelen en zaligen kom'en zóó niet tot den jubel. Zij zeggen altijd: daaroim! Want zij 'dragen Gods licht en laten het schijnen O'Vier alle dingen. Zij brengen het licht naar de 'dingein toe. Maar de strijders op aarde moeten de dingen dragen tot binnen den kring van Go'ds ticht. Dat kost moeite. En 'waar z'oo in den 'hemel het amen vooropgaat éii.bet halleluja de inziet is, daar is bier, 'Op aarde het amen s 1 o t aöooord en het halleluja komt aan bet einde.

Toch zial bet wel komen: amen en halMuja. Want als de Heilige Geest bidt in de. ziel, dan laat bet geloof ons niet los. Dat geloof geeft den strijd niet op, voordat bet Joia-lleluja geboren is: ik izal hem 'nóg loven! Maar' b©t doet dan ook geen moeite, , om den strijd te verloochenen, de vermoeidheid te verbergen, — — Waarom? — — Overwinnaar, — en ; ^|gp|]B het stof! Zoo. is de triiimfweg des tgebeds.

Deze overwinning is dan ook alleen overwinning naar de wet des gel'Oof s.

M'et zijn denken is de dichter nog niet klaar: „waarom? " vraagt hij .immers. Geef acht daarop, dat bij niets beefi: bewezen. Tot drie malen toe klinkt dit woord op uit den nacht der vertwijfeling, zonder inleiding, zonder overgang. Aan een verstandelijke theodictee beeft hij niet eens gedacht. De overwinning is niet aangebracht door een openbaring buiten hem, maar alleen door de geloo'fskracbt in bem. Waar zijn Goid.' is? Hier is zijn Goid, hier, met zijben. Geest! Deze overwinning groioit van binnen uit en draagt baar maohtig vermogen naar buiten uit. En dit is de overvvinniinjg die de wereld overwint, die den sehiin, waarachter zijn God 'zicb. omnevelde, die de menseben en de 'natuur overwint, .... zijn g e 1 oi o f! Zijn denken beeft dat niet gedaan. Al zijn „waaroms'.', al zijn vragen, al zijn raadselen staan daar nog, onbeantwoord, onopgelost, onverzoend. Hij weet bet nog niet: wanneer bij' God zien z.al (vs 3), waar" hij zijn God moet wij-zen (vs 4), waarom zijn God bem vergat (vs 9), waarom zwart moet zijn zijn kleed (vs 9). Zelfs zijn de vragen toet één vermeerderd: waaroirn, oi ziel, buigt gij u beder ? Was er nu oiorzaak of lag het alleen aan u zelf, mijn ziel? Hoe bet zij' — hoop op God en doe het 'onvoorwaardelijk in'geloof.

Deze overwinning tenslotte zingt'haar z-egelied niet oinafg eb roken. Wat de nawerking nog ondervindt van den doorstanen strijd, dat laat tronwens nog de 'megelijkheid open van nieuwe' worsteling. Hier is niet één triumflied, zo'uder pauzie al booger • stijg'end, maar een zang is bier, die 3 malen i) terugkeert en dus een tweede maal zich opnieuw loswringen moet uit benauwdheid, die ondanks den eersten jubel toch was - weergekeerd. Vreugdeliederen zonder pauze ' — die kent de hemel eerst.

Zoo is daar nog steeds in elk waarachtig gebed de aanraking • van den hemelschen schat en .het aarden vat.

Het vat is van .aarde, het is onrein, het is gescheurd. Maar bet vat doet den schat geen schade; doch enkel winst beeft voor bet vat de schat des hemels, bereid door den Geest van God.' De aainrafcing van Geest Gods en z'iel des menscbein is immer levend en krachtig.

Goids WiOrstelingen in ons gaan buiten, .ons bewustzijn niet' lom. De strij'd van den Geest tegen de ziel wordt straks strijd van oris zélf tegen de ziel.

Dan 'zfö'git de 'ziel: O! mijn ziel, wat buigt ge u Deder?

IniedeirJS ' ' I . ! : Jin die 'ziel, die zóó zichzelf berispt, .zal bet weten: aar is geb'rek in alle gebed. Maar al komt langs baar gebedenweefsel bet onreine de'n hemei bijna in, toch is bier in het hart bij de geboorte der gebieden reeds de Geest, die óók doordringt in Goids hemel. En boven — bij' bet einde van der gebeden wegen ; — wel, daar is de wieroiok y'a: den Priester, en die wierook 'z'uivert, reinigt ook onze gebeden (Op. 8:3X.

Zoo wordt het geheimenis ontdekt. Er is overwinning op bet gebed, omdat de overwinning reeds voorafging i n het gebed.

En waar in bet gebed zelf de 'ontferminge'n Gods al zijn, daar kan na bet gebed onze God nco'it zich niet ontfermen. Zoolang de Geest zal bidden, zal God zichzelf verboeren. Onze overwinning is 'uit Hem gevonden.


1) Psalm 43 is met Psalm 42 één.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

Overwinning in het gebed.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1921

De Reformatie | 8 Pagina's