GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VORM EN GEEST.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VORM EN GEEST.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

In het eerste artikel werd ge'wiezfen op de noodzakelijkh'eid van cioirrec'ties detr eienzijïdigliedeni, die allengs de-dogmatistisclhe richüng ondg'i; ons zijn gaan aankleven. "W^i-'-'

In het tweede ariakel werd geweaenop^Éèt'teit, dat zoodanige correcties zoowel in cultuur-als in vo'lkskringen in wording zijn, en werd dit nader doorgevoerd miet het ooig' op' het nog hangende ly. c. S. V.-debat. • • •, •

Thans, in dit derde a-rtifcel, MoleHJeti wij beginnen aan te toonen, hoe wij ons de juiste verhouding van vorm' en geest dan denken. En — om niet te wijdloopig te worden — knoopen we dit centraal vast aan het reeds ten deele bespro'ken N. G. S. V.r debat. miipmr é^^^^M'

Mijns inziens sia'St'ïi^t"z'oo, dat'"vreT5e'glm'''éert' h'Olne, een thiiis voor onze geestelijke idealen noodig hebben, n.l. de Gefeforhiteerde kerken. D© Gereformeerde „geest" dringt naar dezien Gereform'eerden „vorm". Wij' zij'n zeer dankbaar, dat de Gerefüirmeerde kerken er zijn. En mij' dunkt, dat kan ook de buitenwereld volkomen billijken en • verstaan.

Maar nu, nu deze door ons gezochte kerkvorm. na m'oeizamen strijd is bereüt, nu moeten we inij'ns inziens dadelijk zeer voorzichtig worden, opdat het élan van den strijd ons niet naleesleept in een overschatten van den voT'm'.

En dit gevaal" dreigt alterwiegten. Men is sinds de doléantie-dagen zóó ingesteld geworden op het jagen naar den zuiveren vorm' en de principiëele sfeer dat het te ver kanovoeren.

't Gevaar dreigt, dat mlen het leven al te veel wil kneden en fatsoeneeren naar 't eenmiaal geknipte zuivere patroon, en mlen in breedeïe kringen kotat tot overschatting van den vorm'. En daardoor zal het echt geestelijke, het levend en persoonlijk Christelijke, teveel op den adhtergrond geraken.

Men waarschuwt inderdaad al te veel_ tegen „onzuivere" vorm!en, sferen en organisaties^ en vergeet daarbij', dat dan een ander, noig veel erger, gevaar acuut wordt, n.l. 'tgieivaar van een oozuiveren geest, 'een onprinciipiëele ziel, een „s'mlakelooze" persoonlijkheid, 't Acöent van de waarschuwing ligt dan verkeerd!

Wij willen de „gevaren" van de N. C. S. V., van het C.N. V"., 'van Lunteren en van zooveel m'eer, waar aanraking met andere gezindten p'laats vindt (wetenschap!, kunst, de scholen, ienz. ehzL), nergens gering achten. Het leven is vol gevaren. En die gevaren moeten bestreden worden. Maar niet bestreden door terug te trekken uit de wereld. Ons wachtwoord is: Wiet op de vlucht uit de wereld, maar aan het front in de wereld, slechts zorgende, dat ge niet van de wereld wordt. Gevaren zijn' overal. Maar wie romlaniseerend te veel het aöcent legt oip de gevaren in den vorm, in het uitwendige, in de sfeeir en de organisatie', die valt zoodoende aan den anldiereln kant in nog veel ergere gevaren en moet menigniaal zeer droef ervaren, dat een zoodanig oversohatten van den vorm het verlies van den geest heeft gekost.

Ik 'meen dit, dat de bestrijders' van de N. C. S. V. (en dus ook van het C. N. V. en van Lunteren; e.nz; .) dat zij n& ar de logische consequentie gerekend gelijk hebben, volmaakt gelijk!

Maar met dezelfde kracht meen ik ook, dat de logische consequentie, indien imen werkelijk a 1 - leen togisch consequent wil zijn, en durft zijn, steeds ter helle voert. In 't vorige artikel trachtte ik dit aan te toonen.

De duivel weet, dat God bestaat. Maar hij weet het alleen logisch. En daarin is hij' duivel.

De 'mensch is gelukkig meer dan logica. De menscih heeft een ziel. En dezie ziel omvat behalve het intellect ook den wil en het gevoel, dat is: behalve de logica oofc de etiiiek en de m'ystiek.

Wij moeten niet hebben 'itpriniaat van het intellect. Wij' m'oeLen hebben 't primaat van de ziel.

En dit leert ons, om' de logische consequentie steeds te verzachten eït soms, ja vaak, te negeeren door e& iek en mystiek.

Het is een heilige ChïLstelijke plicht, oüi' niet , aï te consequent te zijn. Want de' logica — eenzijdig gevolgd — dringt steeds' op' den vorm (op 'tvoorwerpelijke), maar 'tis de ziel, die' den geest heeft. Wie 'het leven m'et consequenties \vil herfatsoeneeren, die mlaakt 't gedrochleÜjk. Het leven moet hervormd met 't zout der (herboren) ziel. en dan, 'm'aar oo'k dan alleen, wordt 't verderf tegengegaan.

Dat is dan, oni 't nu praclli& ch te zeggen, dat we in de eerste plaats goede kinderen van ons Gereformeerde thuis moeten, zoeken te zijn (dat vf il zeggen, dat we - in de, eerste plaats wedergp'boorte en bekeering van noode hebhen). En als we dit hebben, wel, dan kunnen we in de „wereld" wel tegen een stoiotje. Dan behoeyen we zoo bang niet te zijn voor vreerride smetten en halfof heel-kettersche invloeden. Integendeel, dan hehben we m'et het , , zout der aarde" zelf wat aan die „wereld" te geven. '

En laat ons dan toch wat mleer vertrouwen hebben in de degelijkheid van 'h'et van God verkregen zout. Wie daarvan iets heeft, la-at die toch de wereld in durven gaan. En wie daarvan niets heeft, wel, dien baten de m'ees't zuivete vormen en, sferen en organisaties iöimers toch niets, integendeel.

De wereld in! God heeft ons niet tot vlucht, - niaar tot-strijd geroepen.

Laat ons aan den éénen kant alles doen wat onz'e hand vindt om' te doen, om de geestelijke idealen der Geref. kerken zooveel zulks op deze zondige aarde mogelijk is, zoo ongerept mogelijk te bewaren, opdat we zooveel-als bereikbaar is een werkelijke „vergadering van geloovigien" blijven (en zelfs dat is nog maari. betnelkfeielijk mogelijk, gedenke De Labadie! 't Leven eischt altijd een compromis tusschen geest en vorm, onderwerpelijk en voorwerp ehjk).

Maar dan ook — als we dit tehuis hebben, laat ons dan verder niet al 'te veel splitsen en scheuren, opdat we ten slotte niet blijven zitten m'et een handvol doode vorm'en zonder geest. Neen, laat ons liever, zoolang 'took miaar eenigszins mogelijk is en zoo breed 'to-ok maar eenigszins Mogelijk is, vereenigen en bijle'enzam'elen. God heeft ons als Christenen van verschillende gezindten op één aaide geplaatst. LIaat ons op die ééne aarde elkander dan ook zoeken, zóó lang en zóó veel zulks mogelijk is. Niet in geringschatting van de „gevaren", neen, niaar Oiok niet in geringschatting van de wonderdaden van dien God, die zoo vele kinderen heeft van zóó verschillende geestelijke constitutie, en die ze toch allen éénm'aal in één thuis als broeders en zusters, van w'elkei er n'Let twee elkander geilijk zijn, zal vieireenigen, en die wil, dat zuUïs op deze aarde wordt voorbereid.

Daarom, meen ik, dat we het grooite en rijke en inooie werk van de N. C. S. V. moeten blijven steunen, zoolang zulks miogelijk is en dat ook wij ons „zout", dat God ons geven wil, tot dat zout daar elders moeten blijven samenvoegen.

En daaromi meen ik, dat we ook tegen het C. N. Vakverbond niet de vaan van de logische consequenties m'oeten opheffen, integendeel. God heeft immers op' dez'e , aardö niet anders dan brooze en zwakke „vaten" en vormten gegeven. En ook met consequenties krijlgit men geen betere dan brooze en zwakke vaten!

En daaroim! meen ik, dat we ook de Luntersche zendingscionferenties' gielenszins m'O'eten bestrijden, noch de tentzending, noch de gem'engde scholen, noch de gem'engde pers. (Bedenke, dat ook fcien anti-revolutionair dagblad daarota) nog geen Gerefor'meerd. zuiver dagblad is, want imiüers de antirevolutionaire minister Talma was e'Ühisch; in den godsdienst; en zoo zijn er meer!)

Integendeel, ik geloof, dat het andersom' moet en we nog veel m'eer op vereenigen bedacht moeten zijn. Immers, ging 't op schoolgebied door, zooals 't soms dreigt te gaan, n.l., dat overal, ook in kleinere dorpen, drang zou komen tot het oprichten van afzonderlijke Hervormde, afzonderlijke Gereformeerde, Christelijk-Gereformeterde en zelfs oud-Gereformeerde scholen, dan zou de toch al dure schoolwet-De Visser ongetwijfeld zóó onnlogelij'k duur worden, dat het ten slotte onze scholen vermoordde. En wat dan?

En opi 't gebied van Lycea, H. B. Scholen, enz., dan moeten we immers samendoen met al v/ie posiüef Christelijk voelt!

En - -T-]igt__daar ten slotte geen. vingerwjjz.ing in ook voor 't Hooger Onderwijs? De Vrij'e Universiteit heeft vreeselijke tekorten en 't kan allengs niet langer zóó voortgaan. - Maar zou 't dan geen tijd worden, om^ eens te overwegen, of 't niet goed ware, evenals op' het gebied van 't Voorbereidend Hooger Onderwijs (Lycea, H. B. S.), de handen ineen te slaan met al wie poeil.ief Christelij'k denkt en wil en voelt?

Daar ware 't mogelijk de pinnen breeder uit te zetten.

En wellicht 'kon dan op' dezelfde wijze als zulks Voor lagere, middelbare en voorbereidend hoogere scholen m'ogelijk is, volledige financiëele gelijkstelling met de Rijks-üniversilieiten verworven worden!

Vanzelf — de theologisdh'e faculteit zou daar imimer buiten moeten vallen. Een „gesubsidieerde" theol. faculteit zou de vrijheid en de eere der kerken raken. De tteoi. faculteit zou dan los van de gesubsidieerde Universiteit geheel onder de kerken beliooren te kom'en. Maar dit ware immers geen verlies? 't Zou de verzoening mlet Kampen gemakkelijk en goed maken en tot veler bevrediging een langdurige twistzaak harm'onieus beëindigen.

Alleenlij'k, 't ware wenschelij'k, en ook noodig, dat de Geref. thejol. faculteit in dezelfde plaats als de Universiteit gevestigd bleef, in les verband, taaar toch in verband met deze.

't Werd m'ogelijk, dat ook andere kerken eigen theol. faciulteiten met deze Universiteit verbonden.

En indien men het juridische nog naar het princïpiëele wilde versterken, wat zoti de anti-rev. piartij beletten eigen Kuyper-katheders in te stellen, wat zou andere Christelijke partij'en beletten, om iets d^ergelijks te doen?

Maar waartoe in letteren, in wis-en natuurkunde en in de medicijnen binnen het gebied van 'tpositief-Christelijke no-g nadere prinöipiën-ondersc'heiding mo'gelijk of ook zelfs wensdhelijk zou zijn, 'tis theoretisch langs den weg van logische consequenties misschien te beredenöeren, maar prac-'tisch nimmer te verwezenlijken.

De richtingen hebben ook op 'tgebied van hét Hooger Onderwijs elkander m'eer te zoeken dan tot dusver en 'm'oeten daarmede niet wachten totdat de stijgende financiëele beho'eften - 'tmïsschie'n foxdeeren gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1922

De Reformatie | 6 Pagina's

VORM EN GEEST.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1922

De Reformatie | 6 Pagina's