GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MUZIKALE KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MUZIKALE KRONIEK.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Die Schöptung te Amsterdam.

Voor een avond weer eens kind te mogen zijn — dat is voor iemand, die aan den harden strijd des levens ruimschoots zijn deel heeft, tocih we! een voorrecht! En wie zou zich niet echt kinderlijk gevoelen, die het oratorium „Die SdhÖpfung" van vader Haydn in zijn frissche naïviteit weer eens hoort vertolken?

Het was de Christelijke Oratoriumvereeniging te Amsterdam, die het christelijk publiek der hoofdstad te gast noodde aan dezen vriendelijken disch. Succes van te voren verzekerd. Ook al is het op een warmen dag in Mei en geeft de slecht geventileerde zaal van het Concertgebouw don indruk, dat ge onder de tropenzon verkeert, — ge kunt u verzekerd houden van een stampvolle zaal bij repetitie en uitvoering en van een dankbiaar publiek. Deze muziek toch kan — over het geheel genomen — ieder begrijpen en genieten. iAIs de duifjes koeren en de nachtegalen kwinkeleeren, dan gaat vooral het hart van een rasecht Amsterdammer, die van nature een groot dierenvriend is, open; en als Adam en Eva dan zoo heel lief tegen elkander zingen, wel, dan pinkt hij misschien wel in stilte een traan weg. En het slotkoor is luid genoeg om je gelegenheid te g^ven je aan te kleeden en heen te gaan met het oog op de bezwaren om anders dadelijk een trammetje te hebben; immers is dat „Des Herren Ruhm, er bleibt in Ewigkeit" toch aldoor hetzelfde, on in muzikaal fatsoen zijn we noch in Amsterdam noch elders ver gevorderd. Dat moet nog komen!

Ik was weer een kind, voor mijn gevoel. Niet alleen omdat aan „Die Schöpfung" voor mij herinneringen aan mijn jonge j, aren verbonden zijn en dit het eerste grootere muziekwerk is, dat ik indertijd heb bestudeerd, geanalyseerd, doorgewerkt van A tot Z en waarmede ik met een jeugdig hart heb gedweept. Maar ook omdat het werk zelf zoo kinderlijk is en onmiddellijk het gemoed toespreekt. In jaren had ik het niet meer gehoord; eerlijk gezegd, was ik het een beetje ontloopen omdat ik vreesde, het wat ontgroeid te zijn. Maar nu de C. O. V. mij noodigde, wüde ik niet weigeren en vond de proef toch ook wel belangwekkend. Ik zal u nigt alles vertellen wat ik dien avond daoht en gevoelde, want dat zou te veel plaatsruimte kosten en hoe weinigen zou het belang inboezemen! Doch enkele opmerkingen wil ik toch gaarne maken; eerst over het werk, dan over de uitvoering.

„Die Schöpfung" doet sterk aan scihilderins. Merkwaardig was me nu de vergelijking tusschen Haydn, Beethoven en Mahler. Daar is b.v. in no 3 het „Da tobten brausend heftige Stürme" en het „Die Lüft durchschnitten feurige Blitze, und sohrecklich rollten die .DO'Uner umher". Je hoort dat aan en denkt: neen, goede vader Haydn, al Iaat u uw instrumenten ook nog zoo veel lawaai maken - -het komt toch in de verste verte niet bij' Beethoven's Pastorale (de 6e symphonic) met het „Gewitter und Sturm", dat niet aUeen programmamuziek in den goeden zin des woords is maar ook je^ aangrijpt, ontrust, verschrikt; terwijl je bij Haydn denkt: wel, wel, wat een bui! en als je een kopje thee voor je had staan het onderwijl genoegelijk op zou nemen en weer verder zou drinken.

Of iets anders: in no 4 laat Haydn ook de golven der zee rollen en schept een contrast inet den „hellen Bach". Ja, toen werd ik toch even kriebelig, bij dat „im stillen Thai der helle Bach" — o, wat blijft dat aan den buitenkant, als je Beethoven's , jScene am Bach" (ook uit de 6e) in hel hoofd zit, met dat geheimzinnige leven der natuur, dat elke noot vertolkt.

Om nog een voorbeeld te geven, Haydn's nachte­ gaal is toch eigenlijk' eëf ordinair beest vergeleken met het smachtend kweelen van dien van Beethoven (met de typische contrasten van koekoek en kwartel).

Dat nu ligt niet in het tijdvak, waarin Haydn en Beethoven leefden, want hun jaartallen, respectievelijk 1732—1809 en 1770—1827, liggen dicht bij elkaar. Evenmin in hun levenssph'eer, want beiden stierven in Weenen. Maar het moet liggen in de ziel dezer mannen. Haydn minde het leven aan de oppervlakte. Beethoven*daalde af in de diepste afgronden. Als ze nu hetzelfde schilderen, is het bij den eerste oppervlakkig, en vertoont het wsrk van den tweeden de sporen van het diepste innerlijke leven. Twee zulke menschen zien de natuur heel anders; en een vergelijking van h, iin werk is leerzaam.

Maar dan Mahler.... Toen ik Haydn's voigeltjes hoerde koeren en slaan, kwam' even. in me op — en alles was toen weg — het ontzaglijk moment in Mahler's Tweede als in „Der grosse Appell" na het wegzinken van alle aardsche heerlijkheid alleen het geluid van den doodsvogel over al de graven wordt gehoord. En toen gevoelde ik, hoe oud de wereld in wat tientallen van jaren geworden is; hoe snel we leven; hoe veel meer we na bet innerlijke wezen der dingen naderen dan een Haydn of zelfs een Beethoven. En ik dacht aan de Voleinding, die niet komen kan eer andermaal de volheid des tijds daar is en het wereldleven zijn hoogtepunt bereikt heeft. Toen heb' ik vader Haydn een poosje maar laten praten...

Toch ben ik tot hem teruggekeerd. Want een iegelijk Is aangenaam in hetgeen hij heeft en niet in hetgeen hij niet heeft. Ook is er maar één Bach, die van 1685—1750 leefde en toch' de vergelijking met den meest moderne niet alleen in menigen muzikalen vorm iniaar vooral ook in zielediepte kan doorstaan zonder eenige schade. En we kunnen van Haydn niet eischen, dat hij een Bach zou zijn.

De recitatieven vind ik het zwakste deel van „Die Schöpfung"; maar boven alle blinkt voor mij uit no 9 „Und Gott schuf grosse , Wallfische" en? ; v. Wat zong Denijs dat goed met zijn daarvoor roo geschikte stem, en wat secondeerde het orkest heml prachtig. Ja, dat was een onvergetelijke bladzijde.

In de koren is m. i. de groote kracht van dit werk. En ik mag dadelijk der C. O. V. den lof geven, dat ze die, op een enkele aarzeling na, krachtig en overtuigend, geheel naar den eisch heeft gegeven. Het „Die Him'm'el erzahien die Enhre Gottes" (No 7) werd zoo frisch gezongen, dat ik geheel kon vergeten al de narigheid, die het, gebrabbeld op harmoniums en dergelijke, als een draaiorgelwijs, ine heeft berokkend. Hier was het zooals Haydn het in zich' moet gehoord hebhen toen hij het schreef.

Ook het slotkoor sloot als een bus en werd voortreffelijk ten gehoore gebracht. Hoe kunnen de menschen zoo'n koor toch zoo beleedigen en zoo'a werk zoo miskennen, door op de straks beschreven wijze het als garderobe-gelegenheid te gebruiken! Dat hadden de C. O. , Vl.-ers niet verdiend, want ze hebben alles gedaan wat ze konden om riaydn tot zijn recht te doen komen, en in de koren is hij op zijn best en degelijkst. Hubert Cuypers, die nog steeds Schoonderbeefc vervangt, had alles goed in zijn hand en het koor schijnt uitstekend rnet hem vertrouwd te zijn. Over het orkest (van het Concertgebouw) behoeft natuurlijk niets gezegd te worden; alleen was de contra-fagot niet al te gelukkig toen hij den bodem moest laten drukken door den 'diepen last. Dpch dat is een kleinigheid; het geheel was zooals alleen dit orkest hel 'kan.

SoHsten waren Denijs — natuurlijk puik —, Walter — wel goed, maar toch voor Haydn niet de man; hij moet alleen Bach zingen, - vind jk; — en Janna Brandsma (ter vervanging van Di Moorlag), die een verdienstelijke prestatie gaf. Ook de samenzang was in orde.

Telkens als ik dat andere kon vergeten, heb ik weer als een kind genoten. Dan kon ik' Haydn waardeeren, en was ik dankbaar voor zijn zoo innig muzikale taal. Daarom ben ik de C. O. V. erkentelijk voor dezen avond. En ik Kan haar gelukwenschen inet hetgeen ze bereikt heeft

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

MUZIKALE KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1922

De Reformatie | 8 Pagina's