GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toespraak van Pro'f. Grosheide bij h'et O'Verdragen van jhet portret en een deel der bibliotheek van Prof. Bavinck aan H.H. Directeuren der Viereen. voor H; . , 0. O'pi G. G.

Hooggeachte Heeren,

Wij danken U, dat 'gë ons in de gelegenheid stelt om te dezer plaatse te komen verrichten een daaii van piëteit. Als zoodanig immers zou ik liefst willen kenmerken de, aanbieding-van het portret en een deel , van de bibliotheek van wijlen Prof. 'Bavinck aan de Vereen, v. H. O', op Geref. Grondslag.

"D'e voormalige D'uitsche Keizer heeft eenmaal biJ het grafmonmnent van Die Ruij'ter - uitgesproken, dat het geen klein volk was, dat zóó zijn groote mannen eert. 'k Geloof in een dusdanig woord niet meer te mogen zien dan een s oort van beleefdheid, een p'hrase,

als men niets antlers te zeggen weet. En indien dan ook bibliotheek en portret de herinnering aan Bavinck moesten levend houden, ik was van te voren van het mislukken van zulk een pogen overtuigd. D'at portret zal hangen in een jiaal, waar slechts hetrekkelijk weinigen zuilen worden toegelaten. De bibliotheek zal door betrekkelijk slechts weinigen worden gebruikt. Waarlijk van een monumentum aere perennius, een aandenken duurzamer dan metaal kan moeilijk worden ffesproken.

Maar van piëteit durt ik te spreken. Immers ge ziet hier voor u staan een comité van dames en heeren, die mogen zeggen te vertegenwodrdigten allerlei groepen, tal van kringen van het G-ereformeerde Nederland. Die alle hebben in Bavinck den man gezien, aan wien ze heel veel hadden te danken. Dte man van God o'eschonken om voor zijn deel en met de' groote gaven en krachten helm 'door den Heere verleend een leider te zijn van het Nederlandsche volk.

Ja, van het Nederlandsche volk-kan ik ^preken, want aan dat. volk heeft Bavinck toebehoord. Hij is die man geweest, die onder ons wiel het meest gepleit heeft voor de Katholiciteit van het Christendom en die iii overeenstemming daarmede heel het Christelijk Nederland heeft willen dienen. Maar. die Christelijk Nederland ook altijd weer gezien heeft als de kern, het wezen van heel ons volk, die door zich aan Christelijk Nederland 'te geven; het Nederlandsche volk op het oog heeft gehad.

Het Comité, dat hier staat, schaduwt dat af. Toch weer niet geheel. Het is aangenaam te kunnen zeggen, dat ook zelfs, buiten den engeren kring onzer geestverwanten éen enkele zich gedrongen heeft gevoelil met ons mede te arbeiden.

Alen zou kunnen vragen, is het daarmede niet 'in strijd, dat we hier staan in de Senaatszaal van de Y. U.? Ik geloot van niet. Immers Bavinck heeft zich gegeven aan de politiek en aan de wijsbegeerte. Hij is een leidsman geweest van de Christelijke onderwijzers en van de jongelingen. Hij! heeft richting geboden aan de Christelijke Vrouwenbeweging en gearbeid tén bate van de Rijpere Jeugd. Hij zat met eere in de Kon. Acad. van Wetenschapipen 'en was gezien op onze Generale Synodes. Maar dat alles werd toch gedragen door, vond den voedingsbodem in zijn hoogleeraarschap. Ware Bavinck geen hoogleeraar geweest, hij had naar alle waarschijnlijkheid .de gelegenheid niet gehad zich zoof toe-te .leggen en te bewegen op allerlei terrein van wetenschap en praktijk.' Was hiji niet door aanleg en studie de aangewezen man geweest voor ^professor in de dogmatiek, vermoedelijk hadden philosophic en, ps-ychologie in hem niet zoo'n ijverigen beoefenaar gevonden. Zijin hoogleeraarschapi stond in • het middelpiunt van heel zijn arbeid. Zijn invloed op het Nederlandsche volk is groot geweest, juist omdat hij hoogleeraar was, en niet het minst in zijn leerlingen in eigenlijken zin leeft zijn arbeid voort.

Eu de laatste 20 jaren van zijn leven — om het uit te druÜcen in een rond getal — was hij hoogleeraar aan de V. U. Juist in dien tij'd Werd zijn; arbeid zo»' algemeen en strelde hiji de takken 'uit in alle richtingen. Dat mag gesymboliseerd liggen in het feit, dat wat we heden, in piëteit komen verrichten namens zoovelen, in samenhang wordt gebracht m'et de V. U.

Onze piëteit jegens Bavinck, daarop komt het immers aan .Het leven van een geleerde ligt voor een groot deél in het vefborgene, vooral ook dat van een geleerde als Bavinck, wiens hart Vas bij' de . studie en die niet zelden slechts gedwongen tot het uiterste optrad iu het openbaar. Een predikant viert zijn jubilea, en dan staat een groote schare gereed om erkentelijkheid te betuigen in woord en daad. Worden onze geliefde stadspTodikanten ten grave gedragen, dan komt een groep in beAveging en is het kerkliof gevuld met de treurenden. Zioo is het met den hoogleeraar niet. Direct komt hij slechts met weinigen in aanraking, zijn leerlingen. Die leerlingen verspreiden zich naar alle richtingen en ze dragen het onderwij's uit. Maar zonder aanraking te houden met den persoon veelal, als zelfstandige mannen. Bovendien de stoffelijke middelen ontbreken doorgaans onzen geleerden om opi groote schaal hun leeraar te huldigen. Zoo is het ook met Bavinck gegaan. En dan denk ik , als. ik over zij'n leerlingen spreek, niet alleen aan de predikanten, ook aan onderwijzers, ont-•wikkclden in het algemeen. Voor zoover ik zien-kan, zijn ze nooit in dichte drommen op' een van d© jubilea die Bavinck gevierd heeft komen aanzetten, trouwens Bavinck was er de man niet naar om zoo iets uit te lokken, hield het veeleer tegen uit alle macht.

Eu nu is Bavinck heengegaan en we hebben getreurd bij zijn graf. Maar velen voelden zich ook gedrongen iets te doen, iets te doen in Bavincks geest. Zijn geest was een wetenschapipelijke geest in den echten zin van het woord. Zoo mocht het niet uitblijven, of we dienden in Bavinck, niet vergetende wat hij: deed, toch vooral ook den man van wetenschap te eeren. En dat bracht ons op het geschenk, dat we heden komen aanbieden.

Aula en Senaatskamer van bijna elke hoogeschool tioonl aan het nageslacht, de „sterren, die aan den academischen hemel hebben geschitterd. Helaas is het ook in dit opzicht met de Senaatszaal van de V. U. nog treurig gesteld. De beeltenis van Woltjer ontbreekt hier .en De Hartog en Biesterveld sieren evenmin als Sillevis Smitt de muren. Toch is er een begin. Kuyper en Rutgers mogen we zien, gelijk ze waren, dankbaar is de V. ü. aan de gevers van dit zoo welkome geschenk. We wagen heden allereerst een poging, om de galerij, die nog maar in beginsel bestaat, te helpen aanvullen en we bieden u aan het portret van Bavinck • in olieverf uitgevoerd.

We meenen in de keuze van den schilder geliikkig te zijn geweest. De heer L. Gouchnan, die pas zoo kostelijk Fabius weergaf en van wiens hand Utrecht thans het voortreffelijk portret van Swaardemaker bezit, werd bereid gevonden, ook van Bavinck een beeltenis te schilderen. Hij-stond voor een zeer moeilijke op^ dracht. Et bestond van Bavinck geen geschilderd portret. En de kunstenaar moest aan de hand van enkele fotografische - weei-gaven zich pogen voor te stellen, - wie Bavinck was geweest. Waarbij met dank mag getuigd, "^^tl familie van prof. Bavinck alles heeft gedaan wat - ze kon om den schilder het werk te vergemakkelijken. We meenen, dat de heer Goudman gelukkig is geslaagd, dat we met trots mogen zien op de beeltenis, die nu zal worden onthuld.

Zoo bieden we U Heeren Directeuren der Vereen. V. R. O: op Geref. Grondslag dan in de eerste plaats aan het geschilderd portret van Prof. D'r H. Bavinck, met de bedoeling, dat-dit door U zal worden geplaatst in de Senaatszaal der V. U._ en we spreken, daarbij de hede uit, dat het God in den hemel moge behagen vele geslachten van hoogleeraren, in eenheid, trouw aan de Gereformeerde belijdenis-te doen op'zien, naar dit portret en als Bavinck in onderworpenheid aan God, s Heilig Woord te doen arbeiden ten zegen van land en volk.

We hebben nog een tweede geschenk.

Ook een van bijzonder karakter. Iets dat het eigen stempel van Bavinck draagt, een belangrijk deel van zijn boekenschat. Iemands bibliotheek toont, wie hij is, waarheen zijn liefde gaat. Bavinck's bibliotheek toonde de breedheid van zijïi geest, zijn veelzijidigö belangstelling. Toonde ook, dat in de laatste jaren philosophic en m. n. psychologie zijn denken en werken voor een niet gering deel in beslag hebben genomen. Zoo had hij een collectie van paedagogische en psychologische werken verzameld, die althans in een particuliere bibliotheek in ons vaderland niet zoo vaak haar wedergade - vinden zal 't Zou jam-nier geweest zijn, indien hetgeen met zooveel liefde en ijver bijeen gebracht was, niet bijeen had kunnen blijven. Daarom besloot ons Comité p-ógingen te doen om in het bezit te komen van 'het philosophisch-psychologisch deel van Bavinck's boekverzameling, waarbij* alweer de familie Bavinck ons bereidwillig tegemoet kwam, omdat ze veroorloofde na te gaan, wat voor de bibliotheek van de V. U. van belang kon worden geacht.

En zoo moigen we U heden aanbieden een B.avinckbibliotheek. De bedoeling is, dat die als gesloten verzameling zal worden opgenomen in de bibliotheek van de V. U. Gesloten niet in dien zin, dat ze niet zoinmogen worden aangevuld. Wij' zelf zijn wellicht nog in de gelegenlieid er enkele wérken aan toe te voegen. Maar wel gesloten, in zooverre de boeken niet zonder meer mogen worden verspreid door de andere werken maai' bijeen zullen moeten blijven, afzonderlijk zullen moeten worden gemerkt als behoorende tot deze verzameling, opdat daardoor ook het aandenken aan den arbeid van Bavinck zou worden bewaard.

Nog één ding voeg ik daaraan toe. Ik sprak er van dat Bavinck hoogleeraar w'as maar dat hiji behalve studenten en oud-studenlen zoovelen hielp. Daarom wilden zoovelen medewerken' om een Bavinckbibliotheek te helpen vormen. In overeenstemaning daarmede is het dan ook onze bedoeling, dat door U H. H. Directeuren onder de noodige controle toch de gelegenheid worde geopendj dat van deze verzameling zooveel mogelijk kan worden .gebruik gemaakt. Misschien mag ik er op zinspelen, dat een aankondiging van het vele, dat thans hier aanwezig is, in broederen kring daartoe uitermate geschikt zou kunnen zijn.

Zoo mag ik dan rekenen inijh taak te hebben volbracht, die mij-door het Bavinck-comité was opgedragen. No, gmaals dank, dat we hier deze daad van piiëteit konden verrichten. En de bede uitgesproken, dat ook door portret en bibliotheek van Bavinck, die het aandenken aan hem doen voortleven, de V. U. haar taak beter moge vervullen. Een taak, die irnlmiers geen andere is, dan de beoefening der Geref. wetenschapi in het licht van de zinspreulc Oinze hulpe is in: den naam dés Heeren!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's