GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PAROCHIE-INDEELING OF KERKSPLITSING.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PAROCHIE-INDEELING OF KERKSPLITSING.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zal de kerk in de groote steden aan hare heilige roeping kunnen beantwoorden, dan moet zij gesplitst worden in meerdere, naai vaste grenzen afgebakende, zelfstandige kerken, elk onder een eigen kerkeraad. Thans stuurt men aan op, althans gedeeltelijke toepassing van het z.g. parochie-stelsel, ' dat de eenheid der kerk en mitsdien één kerker a a d handhaaft, maar dit is niet afdoende. Wiel werden in deze richting belangrijke voordeelen verkregen: vermeerdering van het aantal predikantsplaatsen; verkiezing van ouderhngen en diakenen door de wijk, voor de wijk, en uit de. wqk; wijfccatechisatiën. Men bleef echter halverwege staan, en trok de lijnen niet door. Bij strenge doorvoering van het parochiale systeem zou het moeten komen tot een andere regeling met betrekking tot de bediening des Woords en der sacramenten. Er is nu geen toezicht op kerk-en avondmaalbezoek. Noodig is daarom, de leden te binden aan een bepaald kerkgebouw, waarin allen kosteloos een vaste zitplaats kunnen verkiijgen. Dan ligt vanzelf de weg open tot afschaffing of inperking van het z.g. rondpreeken. Veel zou dan gewonnen zijn, maar — niet genoeg, Want parochie-indeeling brengt mee het vasthouden aan de eenheid der kerk, gelijk die zich in den éénen kerkeraad uitspreekt. En juist die ééne kerkeraad werkt, zijns ondanks, belemmerend voor het leven en den groei, van de stadskerk. Onder het groote aantal zijner leden lijdt de vruchtbai-jj werkzaamheid zijner vergaderingen. Steeds meer arbeid moet worden overgelaten aan de vergaderingen van wijk-gecommitteerden, doch deze bezitten geen kerkrechteltjke macht. De kerkeraad moet de g e h e e 1 e gemeente regeeren, maar kan dit feitelijk niet meer. Reeds hierom is kerkspUtsing noodig. Doch ook om andere redenen. Intensieve herderlijke bearbeiding der gemeente eischt dringend aanzienlijke vermeerdering van het aantal ouderlingen. Maai-hiertoekan niet worden ovefgegaan, daar de kerkeraad, die reeds nu veel te groot is, dan zijn vergadering-arbeid met totale onvruchtbaarheid zou geslagen zien.

IV.

Thans 'dient de vraag even onder de ooigen te worden giezien, of fcerkspilitsing volgens de Schrift geoiorlooifd is. Wel is er onder ons niemand, die Mar beslist ontkennend beantwooirdt, maar toch fan niet gezegd, dat over dit p.unt eenstetamlg wordt gedachit. Sommigen 'meenen, dat de apostelen .ia hun brieven steeds de Ic'erkelijfee grenzen met de burgerlijke laten samenvallen, en concludeeren dan, dat hierin een vingerwijzing ligt voor de gerente des Heeren van alle tijden, al geven zij, zij het ook' laarzelend, toe, dat het in bepaalde gevallen noodzakelijk kan zijn, van den apostolischen regel af te wijken. Anderen zijn echter van oordeel dat het niet aangaat, van een apostolischen regel te spreken, miaar dat met name vs^iat in Rom. 16:5, 1 Cor. 16^19, Col. 4:15 en Filem. vs 2 van de zg-huisgemeienten gezegd wordt, tot groote voorzichtigheid maant.

Bij deze laatsten sloot zicih de commissie aan, die ten vorige jare den kerkeraad van Anasterdam had te dienen van advies over de vraag, of parochievorming öf k'erksplitsing noodzakelijk en uitvoerbaar zij. Zij ging er van uit, ten eerste, dat de Schrift over dit punt geen rechtstreek'sche en beslissende gegevens bevat, en ten andere, dat deze zeer duidelijk uitspreekt, dat de kudde Gods door de ambtsdragers miet teedere zorg en groote trouw Kloet worden gewieid, en dat diensvolgens alles wat dit belemtoert dient te worden tegengestaan, daarentegen alles bevorderd wat daaraan ten goiede k'an wru& n. Haar eerste — door den kerkeraad miet al-Semeene stemmen aangenomen — conclusie for-"SUleerde zij aldus: „Kerfcsplitsing is niet in strijd "let het Woord Gods, maar wordt veeleer door dat Woord geëischt, wanneer 'de ambtelijke bearbeiding der gemeente ten gevolge der massaliteit schade zou lijden”.

In Noord-Hollandsch Kerkblad van 11 Au!g. 1922 (heeft Prof. Grosheide deze conclusie besproken, en gezegd dat deze... „de zaak veel te zwak voorstelt". Het is een nieuw geluid, dat de hoogleeraar laat hooren. Hij plaatst zich vierkant tegenover hen, die poneeren, dat in het Nieuwe Testament steeds de kerkelijke grenzen met de burgerlijke samenvallen, en verklaart: „De Schrift gebiedt weliswaar niet, groote kerken te splitsen, maar onderstelt, dat grootere kerken gesplitst z ij n". Dit oordeel rust op de volgende drie gronden:

De Christelijke Kerk is ingericht naar het model van de Joodsche synagoge. Nu vinden we te Jeruzalem (meerdere synagogen, en de menschen, die daar ter , , kerk" gingen, vomiden afzonderlijke gemeenten, Hand. 6:9. 't Kan zijn, zeker is het niet, dat verschil van taal de grond van de splitsing was. Hoe dit zij: aast den tempel te Jeruzalem', imimers voor alle Joden het centraal-heiligdom, werden afzonderlijk georganiseerde gemeenten aangetroffen.

Voorts wijst de hoogleeraar op de huisgemeenten, vooral op Rom. 16: „omdat daar duidelijk uitkomt, dat te Rome verschillende grnepen onder bepaalde met name genoemde leiding naast elk!a, ar bestonden". Panlus erkent het bestaansrecht van die groepen, door ze afzonderlijk te groeten.

Het voornaamste argument wordt ontleend aan den Hebreeën-brief, (die z. i. geschreven is aan een groep van, uit het Jodendom voiortgekbm'en, christenen te Rome) en dan met namte aan hooifdst. 10:25: En laat ons onze onderlinge bijeenkbm'st niet na, la.ten, gelijk sommigen degewoonte hebhen". Hier is'geen sprake van bijeenkomsten, maar van bijeen ko m s t, en dan, wat in de vertaling niet uitkomt, van , , onze eigen" onderlinge bijeenkomst. , De schrijver heeft 't niet over menseben, die heel niet kerken, maar die hier gaan en daar gaan, doch niet, waar ze 'hooren. Verschillende fcerken, gelijk wij die thanS' kennen, .waren er toen nog niet. Evenmin kettersche vergaderingen. Toch zegt de schrijver: aat naar uvy eigen samenkomst. Er waren blijkbaar verschillende kerkelijke vergaderingen naast elkaar. Dat wordt niet afgekeurd. Integendeel, er wordt op aangedrongen, gietrouw de orde in acht te nemen.

Tot zoover Prof. Grosheide.

Misschien dat door zijne bewijsvoering niet ieder overtuigd is. Ook' voor ons bleef nog _wel een enkele vraag over. Zooveel is echter wel duidelijk', dat zij die zoolang imlogelijk aan de eenheid ider groote-stadskèrk willen vasthouden, en in kerk splitsing: het laatste redmiddel zien, dat niet dan in den uitersten nood mag worden aangegrepen, de pretensie, als zouden zij hierbij de Heilige Schrift aan hun zijde hebben^^ imoieten loslaten.

Principieel e bezwaren tegen kerksplitsing zijn er dus niet. Wèl p rac ti s ch e. En deze laatste moeten niet worden onderschat. We staan hier voor historisch geworden toiestanden, die zich niet zoo gemakkelijk laten veranderen. Dit neemt echter niet weg, dat de hand aan den ploeg moet worden geslagen. We bevinden ons thans in een - stadium, dat er — natuurlijk met inachtneming van de noodige bedachtzaamheid en voorzichtigheid — maatregelen imoeten worden getroffen, die binnen afzienharen tijd tot kerksplitsing. kunnen' leiden De bezwaren zijn inderdaad groot, maar niet zoo groot, dat men deswege zijn heil in een al-maar-uitstellen miag blijven zoeken, op gevaar af, dat straks de groote-s(; adskerk in .een staat van verval geraakt en langzameAand in een volkskerk ontaard zal 'zijn.

Als één der voornaamste bezwaren wordt steeds weer naar voren gebracht, dat de kerkleden niet zullen willen. Ook Dr Harrenstein erkent den ernst dezer bedenking, en oordeelt, dat er veel geduld en taict noodig zal zijn om de menschen voor kerksplitsing te winnen. Wij zijn dit volkomen met hem eens, maar meenen te mogen uitspreken, dat, sinds hij zijne dissertatie schreef (1913), althans te Amsterdam, de tegenstand gaandeweg is verminderd, 't Is wiaar, de ouderen willen voor 't meerendeel de eenheid der kerk handhaven, maar over het jongere geslacht schijnt een andere, geest vaardig gieworden. Of we dan niet weten, dat met nam'e onder de jonge menschen de zg. „fladdergeesten" worden gevonden? Zeker, maar als we spreken van het jongere geslacht, deinken we niet zoozeer aan onze rijpende jeugd als wel aan onze mannen en vrouwen, die staan in den eersten bloei hunner kracht. Het is in hiin fcring, dat zich de stemmen vermienigvuldigen, die er op aandringen, de groote-stads'kerk in enkele kleinere te doen uiteenvallen.

Deze verandering in de mentaliteit is te opmerkelijker, omdat het tot dusver aan een stelselmatige bearbeiding der gemeente in dezen ontbroken heeft. Er is ongetwijfeld invloed geoefend door de „groote" kerkelijke pers, maar alleen daaraan mag de omzetting der geesten niet worden toegeschreven, want niet dan sporadisch werd dit onderwerp in haar kolommen behandeld. Er zijn hier ook andere factoren in 't spel, niet het minst de eigen ervaring, dat de kerk tengevolge van de massaliteit niet meer ten volle aan hare roeping fen beantwoorden.

Dat de gemteiente in haar geheel reeds voor kerksplitsing xijp zou zijn, volgt uit wjat we zeiden niet. Wèl echter, dat het niet zoo moeilijk is, als men gewoonlijk meent, haar daarvoor rijp te doen worden. Indien haar de noodige voorlichting maar niet wordt onthouden! Indi-en er maar een ernstig streven zij, haar te overtuigen, dat de eenheid der groote-stads'kerk moet worden losgelaten! Indien zij maar gevoelt, d-at zij, die haar hebben voor te gaan en te leiden, een vaste gedragslijn volgen. en door een heilig idealisme worden bezield!

Daarom kunnen we niet anders dan betreuren, dat de kerkeraad van Amsterdam gemeend heeft, dé tweede conclusie van het .rapport der bovengenoemde oomimissie te moeten verwerpen. Daariu werd uitgesproken, „dat de ambtelijke bearbeiding der gemeente in de tegenwoordige omstandigheden splitsing der kerk dringend noodzakelijk maakt”.

Van achteren is gebleken, dat meer dan één, die met de hoofdgedachte van het rapport accoord ging, zich tegen deze conclusie verkla, arde, uit vrees, dat na aanneming op staan den voet de splitsing tot stand zou worden gebracht! Alsof daaraan niet een véél tijd en arbeid vragende voorbereiding, en — bearbeidinig der gemeente vooraf mioest .gaan! Wel was het de bedoeling, dat de kerkeraad zich beslist voior kerksplitsing zou uitspreken, naar. de lijnen, in het rapport getrokken, en 'eene comimissie zou benoemen om' de uitvoering voor te bereiden, maar tegelijk werden enkele belangrijke overgangsmaatregelen aanbevolen, terwijl ten slotte — juist o'm' een ondoordacht en ontijdig ingrijpen te voorkomen — werd voorgesteld, da, t alle verdere stappen tot zelfstandige kerkformatie gedaan zouden worden op een nader te bepalen tijdstip.

Indien de kerkeraad zich met de de^nkbeelden der comtnissie vereenigd had, zouden niet aanstonds groote veranderingen in den bestaanden toestand daarvan het gevolg zijn geweest. Maar — er wiare een einde gekomen aan de onzekerheid ten opzichte van de vraag, in welk'e banen het kerkelijk leven in de toekomst moet wiorden geleid. Terstond had men kunnen aanvangen m'et doelbewust, zij het ook in héél langzaam tömpo, te streven naar de verwerkelijking der in beginsel aanvaarde plannen. En het feit, dat, er in den kerkeraad eenstemmigheid was verkregen, zou van grooten'en zegenrijken invloed-zijn geweest op de gemeente.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

PAROCHIE-INDEELING OF KERKSPLITSING.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's