GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen „spaan" van Klikspaan gebleven.

Dr Gerard Brom, nieuw-benoemd hoogleeraar aan de Roomsch-Katholieke Universiteit, is een man, die de academische wereld kent, waarin hij komt; die dus ook in staat is, voorzoover ze op zijn invloed wacht, in haar eerste zelfstandig optreden naar eigen wet (het a.s. studentenleven aan de juist geopende roomsche universiteit), ze te leiden. Van zijn hand is een boek verschenen, dat wel het boek van de week is, doch dat voor jaren leiding geeft. Ik heb het oog op zijn uitgave: „De omkeer in 't studenteleven" (verschenen bij de Universiteits-Boekencentrale te Delft, in • vereenvoudigde spelling).

Wie ook maar een weinig heeft meegeleefd, kan weten, ..dat er in den laatsten tijd een groote verandering valt waar te nemen in het leven der studenten. Nog hoor ik Prof. Bavinck zeggen op den Vrije-Universiteits-dag in Dordrecht: „Er wordt onder de studenten van nu misschien wat meer getwijfeld, maar er wordt ontzaglijk veel beter geleefd". In deze korte woorden is de kwestie tamelijk wel gesteld. De rustige, ongeschokte zekerheid van een vroegere generatie, die alles in de puntjes wist, (en nog weet), had —de vele goeden niet te na gesproken — soms niet eens de gratie, die Hulstkamp's oude genever doet wijken voor den fon-' keienden wijn. Tegenwoordig ligt niet alles zoo vlak als het examen-vos-excerptje uit een proffeiy dictaat, maar er Vfordt op studentenkamers gebeden, er wordt gebiecht.

Nu komt Gerard Brom ons ook van deze dingen vertellen.

Men verbaast zich over de zeldzaam fijne manier van behandeling van dit onderwerp. Met groote belezenhei^d en prachtige beheersching van zijn stof weet de auteur een wetenschappelijk werk te maken van iets, dat menigeen hoogstens den artikel-vorm waard zou lijken. Hoe prachtig toekent hij de periode van „het geslacht van Klikspaan" .en hoe schitterend is zijn waarneming, als hij U laat zien hoe van Klikspaan en zijn tijd en zijn studentjes geen spaan meer heel gebleven is.

Het verschil is dan ook nèt zoo erg te eken des t ij d s, als de vele oorlogs-helden, die ' door adventistische zoeklichtwerpers tot den rang van „kleinen hoorn" of zoo verheven zijn. En, er is adventsgedachte óók in, zooiets , als Dr Kuyper eens noemde: een „onbewust adventsgebed". O, die student van Klikspaan, met zijn „piertogtjes", die zijn zuster kramp „in haar maagdelij'ke lever bezorgden"; met zijn heiligen oorlog tegen de „filis'ters"; o, de man, die de poëzie van een menu voor zich opeischt, en het proza van de rekening gunstig aan pipa overlaat! Al zal men niet bepaald even lijdzaam als Gerard Brom het zwijgen doen tot de bewering van moderne geschiedschrijvers, dat Kalvinisme en kapitalisme bij elkaar hehooren, en dat de verwantschap van die twee ook de aristocratie-hoogheid van den student van het „Klikspaan"-type met zijn verachting voor studiebeurzen op haar rekening heeft, men zal hem toch geheel bijvallen in zijn schets, die den student van vroeger als hooghartig-afgescheidene doet zien. En de godsdienst... - ? Och, Klikspaan in eigen persoon wilde (of kon) aan de theologen onder zijn typen de vingers niet vuil maken: „theologen" heeten kortweg „logen"; maar philologen en andere - logen, die kunnen hun voUedigen naam wel krijgen. Godsdienst was onzin. En Hildebrand (Beets) scheen met .anderen zijn geloof opzettelijk te verbergen; „stichtelijke uren" en studentikooze uren zijn in dien tijd twee. Crambamboelie, dat klinkt!

Maar de tijden zijn veranderd. Het straatpubliek. dat vroeger de sportuLae van een söhorre keel aan de heeren bracht, zingende:

Fiofifat, öofifat, de studente benne braaf, de studente beime de hee-ee-re, en ze drage hoede .mit vee-ee-re ,

gaat straks proletarensteenen gooien naar de blinkende rijtuigen. De filister ging ook mee spreken. En een massa studenten braken het schotje af, trapten het stuk. Soci-ale studie komt in den kring van de beren-fokkers van voorheen en Klikspaan is grondig dood gegaan: hij had gemeend met zijn boek de heraut van zijn studenten te zijn, en hij werd hun doodbidder. Klikspaans schetsen waxen voor altijd wèg, heelemaal. Program wilden ze zijn, testament zijn ze geworden (en de erfgenamen vinden het niet eens de moeite, het open te doen).

De omkeer is radicaal. De godsdienstige vragen kunnen zonder blozen ter sprafce komen; meer: ze komen op 't agendum. Socialisten onder de studenten doopen de pen in den inkt om roomschen te bevechten; in de Klikspaan-periode zou borrelwijsheid volstaan hebben. Religie, mystiek, filosofie, kampwerk, prayer-meeting, godsdienstige vereeniging, ze zijn er heel gauw, en ze blijven. En het corps, dat nog af en toe brui-serenades brengt, dat kroegen exploiteert, waarin „spierproleten • de rest kunnen terroriseeren", komt almeer in zijn isolement te staan, waarin dan voor ditmaal zijn verblijdende zwakheid ligt. De werkers redden zich zonder de corps-statie wel. Het type, dat „malle gevallen" maakt a la Hans Alartin, leeft eigenlijk alleen nog maar in karikatuur. En de anderen... ze hebben deels gehoor gegeven aan de stem, die noodde: ;

eet vrij je ommeletje ©n je broodje caviaar, en 't eitje, dat de kieviet voor je leit; maar denk eens om den kok en om de sombre heldenschaar in de soüsterreinen van de sociëteit.

En ze zijn naar beneden gegaan en hebben den nood van hun tijd gezien en gedacht.

En het andere deel zingt David en Asaf en Gerok en Luther en ze willen hun God zien.

En daar zijn er ook, die hun God en hun naaste beiden hebben opgezocht, vragend en gevend.

Maar in elk geval: Klikspaan heeft in Brom zijn klikspaan gevonden, die ons met meer acicent dan we van doodbidders gewend zijn, verklikt heeft, dat hij met zijn „studententypen" radicaal dood is. Hoor je wel, 'Klikspaan?

Het rouWge-„Birom" Gaat ro-nunlend om Voor je gebeente!

Ik rangschik mijn vondst van het boek van Brom werkelijk onder het lallerbelangrijkste nieuws van de week^) en raad U sterk' aan, met dit werk van een fijnen en scherpen en eerlijken geest dadelijk kennis te maken.

Gemeenteraadsnieuws.

Deze kroniek moet niet bepaald kerkelijk worden. Daarom bericht ik niet: de dominee 'k'an misschien binnenkort in den gemeenteraad komen; maar: de gemeenteraad kan misschien straks dominees krijgen. Een wetsontwerp is ingediend, dat de verbodsbepaling voor predikanten opheffen wil. IK heb bij deze manier van bericht-inkleeding dit voordeel, dat ik niet berk en dominee behoef te condoleeren, maar den gemeenteraad kan feliciteeren. Niet, dat die dominees zooveel van die dingen afweten. Maar dat hoeft niet tegenwoordig. En in elk geval zijn dominees fatsoenlijk.

Groei

De V. U. is weer een professor rijker. Dr H. J. Pos, is benoemd in de faculteit der letteren en wijsbegeerte. De benoemde is 25 jaar oud. Tweemaal heeft hij een promotie ondergaan. De V. U. zij van harte met den benoemde, en deze met haar gelukgewenscht^).

De waan gebroken.

Er bestond een maandblad, op-sooiaal-democra, tischen grondslag, dat den titel voerde: „De Nieuwe Samenleving". Dit blad is nu dood. HJet ging uit van het Religieus Socialistisch Verbond. D0 ondergang van dit blad op d i t oogenblik is symbolisch. Terwijl de mensohen, die religie en socialisme aan elkaar binden willen, hun stem moeten laten verstommen, omdat ze in hun naaste omgeving geen gehoor vindt, en zij zelf niet genoeg voor hun „religie" voelen, om een blad, in leven te houden, dat het religieuze element althans bij name noemt, daar gaan tegelijkertijd hun geestverwanten in religieuze en (in meer verwijderden zin) ook in economische beschouwing den lande bewijzen, dat ze een zeker martelaarschap gaarne demonstreeren, en hun offeranden („as boys go") gaarne plengen, voor een liefhebberij als „De Spelbreker", waaraan immers ook de bond van „religieuze anarcho-communisten" heeft meegewerkt. Zoo blijkt opnieuw, dat de religie, gelijk ze in deze kringen wordt binnengesleurd, eerder sterven wil, dan dat ze verkracht wordt. Inzooverre is dezfe verheldering van den horizont een zegen, al is het natuurlijk evenzeer waar, dat h'et bewuste fiasco van de onderneming, die religie en socialisme koppelen wil, een verscherping der antithese beteekent, als het bewustzijn van deze dingen doordringt. ïlet huis, waarin de heiligheid zich als opi eigen erf terug-, trekt, wijl ze de onnatuur van Sodom haat, heeft nog altijd, als in de dagen van Lot, op het bombardement te wachten. Het religieus-socialistisch blad is dood; de rem, die de „religie" houden moest, is de hand ontglipt, welke voor die taak' te zwak was; de waan is gebroken; het hdk' gaat altijd van den dam; en:

Hy schut vergeefs sich selven moê, . Wie schutten wü den stareken vliet^ Die van een steyle rotse schiet^ Naar eenen ruymen boezem toe. , '.

Protestantsche of protesteerende ramen.

In Den Haag is met meerderheid van stemmen in de vergadering van den kerkteraad der Hervormde gemeente uitgema, akt, dat door (den Roomschen) Toorop bewerkte ramen in geen geval een plaats in het kerkgebouw zouden verkrijgen, ook al 'kon nog niet worden vastgesteld, of de roomsche gedachte er in uit zou komen, ja dan neen. Er zijn heel wat gesclhilderde ramen in Hervormde Kerken, die niets met eenige protestantsche gedachte te maken hebben. Maar 'die hebben de historie mee. En al is ons protestantisme niet bij machte, de protestantsche. idee zuiver in kunstvormen weer te geven, voorloopig kunnen de oogen zich, zooal niet aan protestantsche, dan toch aan pro tes teerende kerkramen te goed doen. Dan is de belijdenis omtrent hetgeen men ni e t is, in „het stuk der ramen" althans heerlijk in veiligheid gebracht: Men moet in de kunst altijd een beetje dogmatisdher, te werk gaan dan in het dogma zelf. En wie van het licht, dat de preekstoel werpt, soms wat te zeggen heeft, die vergete niet, dat de ramen alles kleuren, ook den kansel mitsgaders wat boven en rondom en onder „denzelven" is. De wacht bij het beginsel: er is geen christendom boven raamkunst-verdeeldheid, al zij .een domper, wie geen christendom aanvaardt boven geloofsverdeeldheid!


1) Oud nieuws? Ja, Maar al de bovenstaande copie staat al een week.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1923

De Reformatie | 8 Pagina's