GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Omhoog!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omhoog!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heft uwp oogeii op omhoog, ; '''en? "fz»it wie dczc dingen gescliapen heeft; die in getal liun lioir voortljrengt, die ze alls bij name roept, vanwege de grootheid Zijner krachten en omdat Hij sterk van vermogen is: daar wordt er niet ééu gemist. Waarom zegt gij dfan, , o Jakob I en spreekt, , n Israël; Mijn weg is voor den Heere verborgen en mijn recht gaat van mijnen God voorbij? Jesaja 40; 28, 27.

Hier komt hel Woord Gods-tot den vermoeide^ die aan het eind is van ziin Icrachfr.en met ziin weg geen weg meer weet.

Eang mag hij gedacht hebben en gedroomd de moeilijkheden, die hij om zich zag groeien te zullen ov^erwiimen in eigen natuurlijke kracht.

Ten slotte heeft hij het moeten cpgeven. Do levenshezwaren zijn gerezen, al hooger en liooger, onoverklimbaar hoog. Ze hebben het leven van alle kanten toegemuurd. Grelijk er geen ruimte meer scheen te zijn voor het naar bevrijding snakkende Israël, toen er aan de ballingschaipsja.ren geen einde leek te komen.

In die moedeloosheidsperiode heeft de profeet door den iGeest des Heeren een boodschap.

En wat zegt hij? Zegt hij misschien wat ge u in donkere dagen van wereldschen kant hoort aanpraten : „Kom; moed gehouden, zet er u over heen, sterk wezen, durf te leven!" Ach, de barmhartigheden der goddeloozen (en waren het nog maar enkel de barmhartigheden der goddeloozen; zijn wreed! Want dat is toch wreed, als ge zegt: „Sterk wezen!" tot iemand, die al zijn sterkte heeft op!gebruikt, en: „ge moet er u over'heen zetten; !" tot^ iemand, die daartoe juist al zijn kracht heeft beproefd en er niet over heen kan!

Wie geen andere boodschap Iieeit, doet beter , te zwijgen!

Hier is de andere boodschap!

Wie rondom zich geen weg meer ziet noch vóór^ noch achter, noch terzij, moet niet rondom zich blijven kijken in de vlakte. Het zou hem kunnen verleiden tot do klacht der opipervlakkigheid: „Mijn weg is voor den Heeré verborgen. Hij let niet meer op mij. Hij houdt geen oog meer op zijn kind, Hij ziet naar mij niet om, en mijln recht gaat van mijn God voorbij, het deert Hem niet, hoe het met mij gaat, Hij bekorhmert zich om mij'niet meer!"

Hier is de andere boodschap! Ge moet uit de vlakte omhoog zien! De horizontale'lijn moet tot een' verticale worden omgebogen. Heft uwe oogen op omhoog en ziet, wie deze dingen geschapen heeft!

Wat do Almachtige zelf eens deed, toen Hij Zijn kind Abraham uitleidde uit zijn tent in den donkeren oosterschen nacht, dat doet in den Geest des Heeren de profeet zijn Zender na.

Hij wijst het moedelooze volk Gods op den 'sterrenhemel.

Heft uwe oogen op omhoog! En dan zóó, dat ge ziet! En dat ge Hem ziet, die deze dingen heeft geschapen!

Hij 'had ilen moedelooze kunnen wijzen op alles, wat God gemaakt heeft. Op de bei'gen, die er oprijzen omhoog met de koppen in het blauw van den hemel. Op' de zon, die rijst en klimt en daalt en wegzinkt van dag tot dag. Op de wijde zee, die eindeloos deinend zich uitbreidt van' horizont tot horizont onder den cirkel van den hemel. Maar nog ge-Aveldiger dan het geweldige is dat ontelbaar leger sterren, die daar in het hemeldonker tintelen en flonkeren! ••fS'sSStg;

Eén is er, die ze alle geschapen heeft-'-E'fi"'die ze alle kent! En die ze alle noemt, niet met den nietszeggend en naam van den mensclv, ., ^; iïiaar metden alleszeggenden naam Gods. ^ïfe^iiëSsSlsS^

En Hij heeft ze alle onder Zijn beveir Ze gaan hun gajig, ze zwenken en keeren in vaste orde, n.iar Zijn goddelijken wil.

Al 'die duizenden te zamen roept de Heer bij hunne namen en niet één ontvliedt - Zijn oog.

Hier is de kracht van uw God, hier is de grootheid Zijner 'krachten, hier is de sterkte van Zijn vermogen. •

Deze geweldige wereld heelt Hij gesch ipen en Hij houdt haar in stand van dag tot dag, van oogenblik tot oogenblik, eeuw in, eeuw uit!

Het is zoo goed, zoo noodig, zoo onmisba^ai' 'óók voor Gods kinderen om eens uit liun kleine toegemuurde wereldje van neerdrukkende zorgen en dagehjksche verdrietelijkheden uit te komen, uit te breken misschien, om Gods groote schepping te zien.

Het is een voorrecht eens vacantie te hebben, indien althans die vacantie'nog wat anders brengt dan verstrooiing in de vlakte, van • het leven maar gebruikt wordt om de oogen , opi te heffen omhoog.

We hebben er zelfs niet eens de vacantie voor noodig. Indien we eens in den stillen avond uit de drukte van het leven komen in het. wijde veld en Gods wolken zijn weggetrokken dan!

Het is wel waar, dat het zien van Gods schepping zonder msfr nog niet het geloof in een.menschenhart ontsteekt. Dal doet alleen Gods Geest.

Maar wel kan het kleine, weggesmeulde, bijkans gedoofde geloof in het hart van Gods kind weer wonderlijk gaan gloeien, als God dat kind geeft in te kijken in Zijn wereld en Zichzelven geeft te zien in Zijn-wereld!

Hoe groot moet God zijn! Hoe groot Zijn kracht! Hoe eindeloos Zijn wijsheid! Er is geen doorgrondihg van Zijn verstand!

Waar nu ook maax een vonkje geloof in het menschenhart smeult, daar begint het weer te knetteren en te vlammen, totdat het wordt één gloed, wonderlijk warm: en die God mijn God!.

Nu komt van omhoog in de werke'n des Heeren de stem des Heqren tot Zijn vermoeide moedelooze kind: „Waarom hebt ge geklaagd, dat Ik naar u niet omzie? "

Het oplevend geloof vindt nu de wonderlijks conclusie: Hij, die over sterren gebiedt en ze leidt naar Zijn wil, is machtig genoeg om mijn kleine menschenleventje zóó te richten en te sturen, dat het alles, alles goed zal zijn.

Uitgekomen uit ons wereldje, waarin we zoo verivaand meenen, dat wij het moeten doen-en. ingebracht in Gods groote wereld, waarin we de grootheid van Gods kracht ontdekken, geven we ons leven over in Zijn hand!

In die overgaaf komt God ons heel dichtbij! Ik ken'Ook uw naam! Ik weet ook uw nood! Ik heb u niet vergeten! Ik zie uwe zwakheid, maar Ik ben er, die den moeden kracht geeft en sterkte vermenigvuldig dien, die geen krachten heeft!

Zie naar mij op, mijn kind, wentel op mij uwen weg, vertrouw op mij. Ik zal het maken!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1924

De Reformatie | 4 Pagina's

Omhoog!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1924

De Reformatie | 4 Pagina's