GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heeft onze Catechismus het recht om in Antwoord 71 uit te spreken, dat Tit. 3:5 de Doop is gemeend, terwijl toch op die plaats de Doop niet met zoovele woorden wordt genoemd?

We meenen, dat de Catechismus daartoe zeker het recht heeft. Toegestemd moet, dat op zichzelf Tit. 3:5 kan worden verklaard in dien zin, dat de wedergeboorte figuurlijk een bad, een zuiveringsbad werd genoemd. Maar dat Paulus met bad wel degelijk aan den Doop heeft gedacht, blijkt niet slechts daaruit, dat in het algemeen voor de eerste Christenen, die volwassen werden gedoopt, de Doop den overgang beteekende, doch in het bijzonder uit Ef. 5:26, waar van dezelfde zaak sprake is en uitdrukkelijk van w a t e r b a d wordt gesproken. Men vergelijke ook Joh. 3:5; als men de plaatsen bij elkander neemt, is het duidelijk, dat de Catechismus in zijn recht is.

Dezelfde vraagt, waarom moeten de ouders, die met hun kinderen ten Doop komen, een drietal vragen beantwoorden, waaronder een vraag, die mst beMjdenis doen op één lijn te stellen is. Daarentegen wordt aan degenen, die ten Avondmaal gaan, als ze eenmaal belijdenis hebben afgelegd, niet een nieuwe vraag gesteld. We beginnen met op te merken, dat hier misverstand in het spel is. De gemeente, die ten Avondmaal zal gaan, belijdt wel degelijk eerst haar geloof. We doen dat immers in het gebed, het eerste uit het formulier, waarin de twaalf artikelen zijn opgenomen. Wie die niet mede belijdt, kan niet ten Avondmaal komen. Ook van deze belijdenis zou men kunnen zeggen, ze kan achterwege blijven, maar het formulier vraagt telkens herhaling en terecht.

In de tweede plaats moet opgemerkt, dat de gevallen niet gelijk staan. Het Sacrament van den Doop wordt niet bediend aan hen, die de vragen beantwoorden, doch aan hun kinderen. Die vragen behoeven echter |niet per se aan de ouders te worden gedaan, ook getuigen kunnen optreden. Het gaat hier om waarborg te erlangen, dat een kind des verbonds ten Doop wordt geboden en dat het Christelijk zal worden opgevoed. Bovendien is bekend, dat er menschen zijn, die wel de Doopvragen willen beantwoorden, doch niet belijdenis lafleggen, indien dit inhoudt de verplichting op zich nemen getrouw ten Avondmaal te gaan. Al is hier een misvatting, er blijkt toch uit, dat de gevallen niet gelijk staan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

VRAGENBUS.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1925

De Reformatie | 8 Pagina's