PERS-SCHOUW.

Justitie en poirnografie.

Iedereen weet nog hoeveel er te doen geweest is over do inbeslagname, geruimen tijd geleden, doo.r de Justitie, van enkele vertaalde buitenlandsche werken, waarin de onzedelijkheid volgens haar oordeel er „boven op lag". Men weet ook nog hoezeer toen geklaagd is, dat de vervolging van die met name genoemde werken den verkoop in de hand werkte en meer deed dan de zorgvuldigst overlegide advertentiecampagne.

Het schijnt, dat zulke klachten niet meer zullen noodig zijn. Wij tezen tenminste in „De Gulden Winckel", die het weer overnam uit het „Nieuwsblad V. d. Boekhandel":

We hebben inzage gekregen van een aantal bescheiden, w-elke betrelddng hebben op de bestrijding der pornografie door de justitie, en aan deze stukken ontleenen wij de volgende mededeelingen.

De Nederlandsche-justitie treedt zeer actief op tegen de pornografische lectuur. Ziji let op wat geëtaleerd wordt, en op de reclame welke daarvoor wordt gemaakt. Zij gaat in den laatsten tijd niet spoedig over tot inbeslagneming of vervolging, doch treedt zeer dikwijls adviseerend op', ontraadt aan bona fide handelaren den verkoop van bepaalde lectuur, en geeft daarbij blijk, het karakter van deze lectuur en hare verspreiding met aandacht te volgen.

He geschriften tegen, welke zij zich richt, rechtvaardigen het optieden der justitie ten dezen ten volle.

Terwijl de bona fide handelaar, die zich wellicht niet of niet voldoende rekenschap gaf van wat hij in voorraad hield, met zachten dwaxig er op wordt gewezen, dat hij "zijne gedragslijn in dit opzicht moet wijzigen, welke wenk blijkbaar steeds gaarne . is gevolgd, treedt de justitie minder mild op tegen hen, die, zeer wel wetende wat zij doen, in het verspi-eiden van ontuchtige lectuur hun bestaansmiddelen trachten te vinden.

Staat het vast, dat-iemand zich bezig houdt met dezen handel in lectuur van dergelijken aard — en het spreekt vanzelf dat in dit geval het optreden der justitie gedekt wordt door vonnissen —• dan is de justitie onvermurwbaar. Zij stelt zich op de hoogte van .de wijze, waarop deze lectuur verzonden wordt, en stelt vast, welke personen aan deze verzending deelnemen. Deze zendingen worden den eenen keer reeds op de stations, een anderen keer tijdons hst verdere vervoer in beslag genomen, naar een politiebureau geleid, en daar onderzocht. Definitieve inbeslagneming is vrijwel als regel hiervan het gevolg.

Ook hierbij treedt de justitie adviseerend op. Personen, die zich inlaten met de verzending der hier bedoelde lectuur worden bij deze inbeslagneming naar een politie-bureau geleid, en daar wordt hun gewezen op de mogelijke gevolgen hunner handelwijze, wat tot resultaat heelt gehad, dat het hun, die zich op de verspreiding dezer lectuur toeleggen, • thans zeer moeilijk is, handlangers daarbij te vinden.

Ook de minder bona fide handelaren, die hierbij betrokken zijn en zich, optredend als agenten der eigenlijke verspreiders, niets van de waarschuwingen der justitie aantrekken, worden niet uit het oog verloren. De wegen langs welke zij hunne zendingen ontvangen worden nagegaan en voor hen onbruikbaar gemaakt. Daarmede zijn zij echter nog niet van de zaak af, en blijven zij voortgaan met een geschrift, dat in beslag genomen is, te verkoopen, dan kan het gebeuren, dat een politic-agent voor hun deur-wordt geposteerd, welke man in opdracht heeft, hun die in dit huis iets hebben gekocht, bij het verlaten van het huis te gelasten hunne pakjes te openen, waarbij de bedoelde geschriften, indien zij in de palcjes worden aangetroffen, in beslag genor men worden.

Op deze wijze wordt de verkoop van bedoelde geschriften zeer afdoende bestreden. Gegevens welke • wij bezitten, rechtvaardigen de conclusie, dat de verkoop' dezer lectuur niet meer het derde gedeelte van den omvang van vroeger bezit, en de resultaten van het optreden der justitie wettigen de meening, dat deze v^erkoop voorshands niet meer zal stijgen, doch wel verder afnemen, een feit, dat we! door niemand zal worden betreurd.

Er is voor een leek misschien één zinnetje niet geheel en al duidelijk in dit overigens verheugende artikel. Het is de volzin: „De geschriften, tegen welke zij (do justitie) zich richt, rechtvaardigen het optreden der jiLstitie ten dezen ten volle". Want het is niet onmogelijk, dat daarin een erkenning ligt van het wel eens geconstateerde feit, dat niet alle vertegenwoordigers der Nederlandsché" justitie op dezelfde wij'ze oordeelen over de vraag, wanneer een geschrift behoort tot de pornografie, ja dan neen. Men zegt, ook in kringen, die het'weten kunnen, dat de eene rechtsdionaar laat loopen wat de ander wel degelijk zou aanpakken. Maar dit neemt niet weg, dat hetgeen gebeurt, juist om de gevolgde methode, zeer verblijdend is; en dat het goed zou geweest zijin, als de heer Kersten en.allen, die hem lief en dierbaar zijin, tijdens hun jongste electorale en (zie de artikelen van den heer R. ' A. den Ouden, j.l. Zaterdag) nog niet gestaakte leugencampagne, behalve hun profane reclamemakerij met het reclamebord. , ", üoa'''is het gróotè 'kwaad""bolt - eens deze jusütioneele activiteit den kiezers hadde, n voorgehouden als staal van wat er zoo al onder dit „z.g. christelijk" ministerie kan gebeuren. Ds zetter vergcte de aanhalingsteekens niet, wa.nt die hooren bij ds Kersten als de handboeien bij een politie-agent: deze maakv'..boeven, gene de waarheid ermee krachteloos. En. de lezer vergeve den, gedraaiden zin. Zulke zinnen komeh er altijd, als men zich inspant om een onnet bedrijf op nette manier te zeggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen