GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GREPEN ÜÏT DE SCHRIFT.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GREPEN ÜÏT DE SCHRIFT.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot een begrarenis A-oor de vreemden .... Vele lichamtn der heiligen werden opgewekt. ' Matth. 27:7, 52.En uit de graven uitgegaan zijnde, l^wamen zij. Matth. 27:53.En uit de graven uitgegaan zijnde.... zijn zij velen verschenen. ' JMatth. 27: .53.

Kerkhof-Profetie tegen Kerkhof-Protest.

Tot een begrarenis A-oor de vreemden .... Vele lichamtn der heiligen werden opgewekt. ' Matth. 27:7, 52.

Laat het waar zijn, dat de doodenakker door Golgotha's stormwind nog niet is omgeploegd, en dat de scheidslijn tussclien de kinderen der aanneming en die der verwerping niet staat afgeteekend bij de graven, — toch heeft één keer óók het kerkhof de sporen van Goeden Vrijdag en Paschen vertoond, duidelijk en sprekend. Op Jezus' sterfdag is er een t e e k e n geschied tusschen de gra'ven. De aarde beefde, de graven werden losgewoeld en kwamen bloot te liggen. Op ziclizelf was dat het wonder nog niet. Dat een aai-dbeving kerkhofgrond loswerkt, wat voor bovennatuurlijks zou daarin liggen voor een ongeloovige stad als Jeruzalem was? Maar — er was een ander wonder. In het algemeen werden „DE" graven blootgelegd, „DE" graven, zouder onderscheid. Maar toen men ging zien, bleek bij bepaalde graven iets bizonders gebeurd: die waren leeg. En het waren juist de graven, waarin „h e i-1 i g e n" waren weggelegd. God zelf signaleerde bepaalde typen van vroomheid: heiligen wekte Hij op.

Door 'die wonderdaad te beperken tot „heili& e" menschen, profeteerde God. Uit het o u d e kerkhof klinkt een profetie tegen het nieuwe, dat men nog wil aanleggen: tegen Akeldama. Immers, Akeldama is een ontwerp van de kerkhoftheologie der Joden. Het is be-stemd voor de „vreemde n"; d. w. z. heidenen, of ook proselieten van buiten, maar in elk geval: vreemden. Het Sanhedrin handhaaft de antithese tusschen Israël en de andere volkeren op „v 1 e e s c h e 1 ij k e" wijze; zij houden zich vast aan een vleeschelijk, uitwendig Israël. Maar dwars door hun koppig betoog heen roept God uit het losgewoelde kerkhof hun reeds thema en verdeeling van de komende pinksterpreek toe. God vestigt de aandacht niet op natuurlijke, doch op g e e s t e 1 ij-k, e scheidslijnen. Israël zegt: wij zullen het verschil handhaven tusschen Israël en de v r e e m d e n, het heilig erf is in de natie besloten. God zegt: ik zal het verschil handhaven tusschen Israël en de geloovigen; het heilig erf is voortaan niet vleeschelijk, maar geestelijk te onderscheiden. Er is een geestelijke antithese tusschen heiligen en onheiligen; en ook binnen Israels en Jeruzalems muren loopt die scheidslijn door. Dat is Gods kerkhof-profetie tegen Akeldama's kerkhof-ironie. Deze profetie van tusschen de dooden breekt het protest bij voorbaat, 'dat in Akeldama tegen Gods werk in Christus klinken zal. God is Akeldama vóór geweest. Hij stelt ten toon het overblijfsel naar de verkiezing! De onheiligen, die zijn de „vreemden"!

En nu — het is waar, dat de doodenakker van gister en eergister en heden de antithese tusschen Gods verkorenen en verworpenen niet uitroept. Maar toen Jezus stierf, toen is het toch ook daar gebeurd. Toen sprak zelfs • het kerkhof nieuwtestamentisch. Wie •de antithese hooren wil, moet niet naar „een" graf, maar wel naar HET graf. Rondom Golgotha heeft zelfs het kerkhof' zichtbaar gemaakt, dat Gods dooden „wel zijn geoordeeld naar den mensch in het vleesch, - maar dat ze toch leven naar God in den geest". Alle wegen van waarheid komen samen op Golgotha. Tegen Akeldama's protest van vleeschelijke grafgravers klinkt de profetie van Christus' begrafenisdag: kerkhofprofetie tegen kerkhof-protest. Niet het vleesch, maar de Geest trekt de s, , c h ei'dsl ijn tus.schen de hui.-; g e n o o t e n Gods, en de , - , v r e e m d e n" in dat Il u i s.

II.

Drie dagen en drie nachten uit het der aarde. hart

En uit de graven uitgegaan zijnde, l^wamen zij. Matth. 27:53.

Nu het ware Zaad der vrouw ten grave daalt, nu treden van de overigen van haar zaad sommigen daaruit. Terwijl Christus het teeken van Jona volbrengt, door drie dagen en drie \iachten te zijn i n het „hart der aarde", daar haalt God anderen uit dat hart der aarde, drie dagen en drie nachten. Op Jezus' sterfdag scheurt de aarde, de graven worden opengebroken en vele heiligen komen er uit. Wel staat er, dat vele lichamen werden opgewekt, maar in het vervolg lezen we, dat „z ij", d. w. z. hun personen, uit de graven igegaan zijn. Zij leefden 'dus. Niemand moge hier wijs willen zijn boven de maat. Toch spreekt God hier heerlijk.

Wij weten niet, wie die heiligen zijn. Maar „heil i-g e n" waren het, naar de meening van den Geest. Zn behoorden tot het geestelijk Israël, tot de adveutsgemeente, waarin het „overblijfsel, dat naar de verkiezing is , zich belichaamde. En, als we vs. 53 goed vertalen, dan krijgen we deze voorstelling: dat zij uit de ga-aven uitgegaan zijn (op Vrijdag) en na Christus' opstanding, die op Zondagmorgen viel, aan een deel van Jeruzalems Iw-•tvoners zichtbaar geworden zijn. Dus hebben ze drie ad-

ventsdagen gehad; ze mochten wachten op Christus' opkomst ter verbooging. Jezus' graf trok de strijdende en ook de triumfeerende kerk; ze waren één in de oogen van God; en de heilige engelen hebben die eenheid gezien met verheuging. De aarde zagen ze in den hemel treden in Christus en den moordenaar; nu komt de hemel tot de aarde, en heeft drie dagen vertoef hier beneden. Hun opwekking uit den dood bewijst, dat Christus' levenskrachten reeds uitbotten; zij zijn de eerstelingen van' Zijn paaschglorie. Het is'hun wel goed, drie dagen en drie nachten uit bet hart der aarde en uit den schoot van Abraham. Trouwens, verlies hebben ze niet geleden door dit verblijf op aarde. Ze hebben Gods bevel volvoerd; dat i s al vreugde. En toen ze weerkeerden, God alleen weet hoe, toen vonden zij den ganschen hemel veranderd, rijker dan te voren. Het was eerst de grootste vreugde, te liggen in Abrahams schoot; n u was het hun onmiddellijk duidelijk, dat de schoot van Abraham minder was dan de borst van Jezus. Zij raakten hem aan en hielden hem eenwig vast. Het gezicht op dien Koning in zijn schoonheid is wel drie dagen vertoef op aarde waard. Want voor dien Koning is hun loutere dienst.

Ja, alles is hier dienst. Jezus heeft dooden levend gemaakt, wier namen ons werden vermeld. Doch deze eerstelingen zijner kracht, men weet bun namen niet. Hun namen zijn vergeten, opdat de ééne Naam alleen worde uitgeroepen van Hem, die de diepte der hel, het hart der aarde en de hoogte van den hemel heeft bewogen. Zoo is de eerste Zondag der kerk door den hemel op de aarde gevierd. Hemelbewoners verlieten hun rust daarboven. Om beneden in zichzelf te bewijzen, dat Jezus brengt in de rust. Door de triumfeerende kerk is de laatste sabbath der Joden veracht, want dentempelging'zijvoorbij; enis de eerste • > • Zondag der christenheid gevierd, want betgrafheeftzijbezocht.

III.

De stem uit de dood en.

En uit de graven uitgegaan zijnde.... zijn zij velen verschenen. ' JMatth. 27: .53.

Moeilijk was het den rijken man, de oogen te openen in de pijn. Hij vraagt Abraham, of iemand uit de dooden mag gaan tot zijn broeders, om hen te waarschuwen. Maar deze antwoordt: al zou ook iemand uit de dooden opstaan, zij zouden zich niet laten gezegg e n. En deze waarheid is wel het duidelijfcst .aan het licht getreden, toen Jezus stierf en opstond. De dooden hébben het graf verlaten, toen Jezus erin trok. Daarna zijn zij velen versobenen, na zijn opstanding, zooals de vertaling luiden moet. Hoe die verschijning plaats had, weten we niet; wij krijgen den indruk, dat ziJ meer het oog dan' het oor.der menschen hebben geboeid. Maar in elk geval — g e z i e n z ij n ze. Hier i s nu de stem uit de dooden. ZiJ spreekt duidelijk; en toch is ze, zonder het Woord, ongenoegzaam tot bekeering.

Let maar op. Die zichtbaarwording der opgewekte heiligen hééft aan de Joden veel te zeggen. Jezus is gedood in naam van het Oude Testament. Men zei: deze pleegt revolutie tegen de wet der vaderen, .tegen Mozes en de profeten; en onzen dierbaren ouden tempel wil hij breken; weg met hem. Maar nu komen niet Galileesche visschers, niet de opstandigen van den Nazarener, maar •„heihgen", die tot het Oude Testament behoord hebben, en geen raadslag ertegen hebben ondernomen. Jezus' rechters verschrikken. En reeds daardoor roepen ze uit: er i s geen tegenstelliag tusschen Jezus en Mozes; hij breekt het oude niet, want hij vervult het. De vertegenwoordigers van Israels heilsverwachting wijzen op Christus als het ware heil. De spotters hebben gezegd: anderen heeft bij verlost; doch het is gedaan met zijn verlossingsdaden. Maar uit de andere wereld klinkt een stem, die zegt: hij kan zelfs in zijn dood nog verlossen. Als Herodes ervan gehoord heeft —en waarom niet? — dan zal het hem wel weer geschemerd hebben.... bij was immers al lang bang, dat de dooden 'zoo maar over de wereld liepen, o.a. de Dooper?

Toch heeft dit teeken Jeruzalem nietbekeerd. En dat is geen wonder. Het teeken, zelfs uit de dooden, be-• keert niet: alleen bet Woord doet het. Ook dit teeken is een teeken alleen den geloovigen. Want de óngeloovigen kunnen het gebruiken als een prachtig argument tegen de prediking, dat Jezus geheel éénig is. Zegt iemand, dat Jezus leeft, en dat dat zoo'n heel, heel groot mysterie is? Maar de buurvrouw van de straat heeft nog pas in kleuren en geuren verteld, dat zij ook van anderen die gestorven waren, het bewijs heeft gehad, dat ze leefden.... Wien moet men nu gelooven? Als er zooveel dooden levend worden, wie is uit die allen toch wel dan de Bizondere?

Ja, God beeft veel gewaagd; als iemand een wonder vermenigvuldigt, dan dalen de papieren van het wonder. Als God bij getallen dooden opwekt om en de bij Paaschfeest, ja, wie is dan onder die opgewekten de Christus? Zijn ze niet allen Christussen? Maar als ze het allen zfjn, dan is het niet één. Zoo kan het ongeloof spreken. Ook op Goeden Vrijdag en Paseben beeft God in raadselen gesproken. Een teeken verklaart niets, zo n d e r. het W o o r d.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

GREPEN ÜÏT DE SCHRIFT.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1927

De Reformatie | 8 Pagina's