Jona.

I.

Jona in den storm.

Jcna, de profeet des Heeren ontvangt de opdr aclit van Grod om naar Ninivó te gaan en in den naam des Heeren tegen die groote stad te prediken, omdat de boosheid in dit centrtmi van heiden sch leven opgeklommen is voor Gods Aangezicht.

Maar Jona is onwillig.

•Hij rekent met de mogelijkheid, dat de Heere ten slotte aan Ninivé genade zal bewijzen en daartegen komt zijn hoogmoedige Joodsche hart in verzet.

Hij wil wel heil voor Israël, maar niet voor de volken der wereld.

Daarom tracht hij God te ontloopien.

Hij zal zoo ver mogelijk wegvlucihten. In plaats van Oostwaarts, in de richting van Ninivé vlucht hij Westwaarts naar Tarsis, dat gold als het einde der aarde.

Een schip van de groote vaart zal hem daarheen voeren.

De havenstad Jafo is spoedig verlaten.

Het water van de Middellandscihe Zee omspoelt zijn kiel.

De kust is reeds uit het gezicht.

Jona is ontkomen en hij kan, naar het schijnt, gerust zijn.

Ninivé zal van hem het Woord Gods niet hooren. Dwaze Jona!

Alsof iemand vluchten kon van het Aangez.iclit des Heeren!

Roept God niet van het Oosten Westen? en van liet

Hoort, daar gaat de wind zich verheffen.

Een storm steekt op, zoo hevig als deze zeelieden nog nimmer beleefden.

Het sterke schip dreigt te breken.

De zeelieden 'komen in grooten nood.

Zij^ werpen, om het schipi te verliciliten, het scheepsgereedschap overboord en zij roepen tol hun goden.

Maar het gevaar wordt al grooter.

Dra wordt Jona als de oorzaak van den htm dreigenden ondergang ontdekt.

Hij belijdt, dat hij beproefde zioh aan zijn goddelijken last te onttrekken.

delijken last te onttrekken. Het wordt hun duidelijk, dat goddelijke toorn in den storm zich op. hem wierpi.

En hoewel aarzelend en alleen door den uitersten nood gedrongen, brengen z'ij Jona ten offer.

De profeet wordt in de zee geworpen. ,

En de zee werd atil vsai liare verbolgealieid.

Jona in den storm is ons een maclitig teeken Gods. f"

Israël was Gods volk.

Maar het doodde de profeten en steenigde die van Godswege tot hen gezonden waren en veriiep zich hardnekkig in afgoderij.

Daarom moest hun verwerping als volk van God zeker komen.

Israels God zocht daarom de heidenen.

In den storm baden de heidensche zeelieden, terwijl Jona sliep in valsche rust.

Zoo zal het met Israël gaan.

De heidenen zullen komen vragen naar het heil des Heeren, terwijl Israël in valsche rust ondergaat.

De zeeheden behouden en Jona-weggeworpen, het profeteert de aanneming der heidenen, die de verwerping van Israël zal zijn.

Hierbij moet tusschentreden een offer.

Jona in de zee geworpen en ten offer gebracht voor het behoud der scheepslieden, wijst heen naar het ééne groote offer, dat het behoud is der wereld.

Jona in den storm is daarom ook schaduw van den Christus.

De oude wereldzee werd beroerd door de zonde van één mensch.

De storm werd gestild door het offer van één mensch.

Zoo is ook de groote levenszee in heftige beroering door de zonde van één mensch.

Maar evenzeer door de offerande van één mensch is er stiUing van Gods toorn, verzoening, vrede.

En deze ééne is de meerdere dan Jona.

Want Jona vluchtte weg, maar Jezus gaf zich gewillig, opdat al Gods baren en al 'Gods golven over hem zouden henentrekken.

Jona's naam beteekent duil.

Maar bij dezen profeet is "die naam een schrille wanklank.

Niet alzoo' bij Jezus, Wiens naam beteekent. Zaligmaker

Jezus is de duif, die vrede verkondigt en meedeelt door Zijn bloed.

Jona in den storm is ten derde ook een baken op de levenszee ons ter waarschuwing.

Wij mogen een roeping Gods niet ontloopen en als we 't niettemin, trachten te do-en zal de ongunst Gods ons zeker treffen.

Dan, hoe zondig blijkt te wezen de zelfverheffing ia al haar vormen.

Het gerust zijn op eigen geestelijke voorrechten zonder bekommernis over het heil van hen, die buiten zijn.

Het Farizeïsme der Joden, de zelfvoldaanheid der christenen, het kerkisme van enghartige zielen — Jona in den storm waarschuwt a wat daarvan komt.

ïen slotte, Jona in den storm predikt ons, dat wij buiten Gods weg kunnen zijn.

Gods raad zal bestaan in eeuwigheid.

Geen onwillige dienstknecht kan Zijn hoog bestel ooit keeren.

Maar wij kunnen wel buiten Gods weg zijn.

Als het dan stoTmt in ons leven mogen wïj wel vragen: is er ook oorzaak?

Dit behoeft niet altijd zoo te wezen.

Bij Job b.v. was het niet zoo.

Maar het kan toch zijn, dat de Heere een twist met ons • heeft.

Zoeken wij daarvoor het licht des Heihgen Geestes!

En leeren wij van Jona, dat in zulke omstandigheden het eenig behoud ligt in gewillige overgave en onderwerping aan Gods recht.

Jona werd in den nood geen zelfmoordenaar als Judas.

Hij sprong niet over boord.

Maar hij boog zich gewillig en liet Gods recht over hem heengaan.

Nu behoeft er God lof! door ons geen offer gebracht te worden 'als door Jona.

Want het ééne, algenoegzame offer is gebracht door het Lam Gods.

Tot Hem dan gevloden onder de stormen des levens.

'Golgotha stilde den storm.

Aan den voet van het kruis woa'dt genoten vrede en rust.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen