GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bond van Gereformeerden (Calvinisten) in Nederland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bond van Gereformeerden (Calvinisten) in Nederland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

Vroeg ik een vorig maal om vertrouwen, ik zou thans willen aandringen op kalme bezinning.

De drukinkt van het perscommuniqué was nauwelijks droog, of er kwam reeds kritiek los.

Het feit kon zelfs .gekonstateerd, dat de kritiek zichzelf tegensprak.

Eerst kon men lezen, dat de Bond rustte op een onwezenlijken grondslag.

Later vond men den grondslag wel goed, maar de onderteekening deugde niet.

Hierin ligt zeker wel een bewijs, 'dat de kritiek meer uiting was van sentiment, dan dat zij steunde op argument.

En nu wil ik over die onderteekening nog „wél een enkel woord zeggen.

Men heeft daaraan een waarde gehecht, welke er nooit aan mag worden gehecht.

De onderteekenaars zijn gelijk het vanzelf spreekt voor het onderschrijven van de Statuten alleen voor zichzelf verantwoordelijk.

Zij kennen den inhoud van het Statuut.

Him wordt gevraagd of zij daarmee instemmen. Indien zij dit doen moeten zij als voorstanders van de geheele idee van 'den Bond worden beschouwd.

De Bond mag geen kerkje gaan spelen. De kerk mag een 'diepgaand onderzoek instellen naar de belijdenis.

Past dit ook een vereeniging?

Niemand van haar gewone of bestuursleden is bekleed met ambtelijk gezag.

Zij heeft slechts te zorgen, dat de Statuten worden nageleefd.

Verder reikt haar bevoegdheid niet. Om eens een kleinigheid uit de school te klappen. Prof. Visscher van 'Utrecht is ook uitgenoodigd.

Deze heeft zich vroeger in zijn rede „Van den eeuwigen vrede tusschen religie en wetenschap" op een wijze uitgelaten, "die ik onmogelijk als Gereformeerd kon beschouwen.

Echter zou ik niet gaarne den eisch stellen: herroep eerst deze oratie, of anders heb ik bezwaar tegen uw toetreding.

Ik heb er mij mee'tevreden te stellen, dat hij op dit oogenblik den inhoud der Statuten voor zjjn rekening neemt.

.. Datzelfde geldt natuurlijk ook Y; 3JX, md^ea. ,

Men zal het daarover toch wel eens moeten zïjn. Indien de naam van prof. Visscher eronder had

gestaan, zou dit zeker geen kritiek hebben uitgelokt, ofschoon anderen destijds dezelfde bedenkingen hadden als ik.

Maar waarom zou men dan zoo'iets wel vereeb aangaande andere personen? Nog iets. ''

Er zijn onder de onderteekenaars personen, die ik alleen bij naam of bij los gerucht ken. Weer wil ik konkreet ^jn.

De onderteekenaar zal 'het mij gewis niet euvel duiden.

Daar hebt ge Ds K. J. van den Berg, Ned, HërV: . predikant van Amersfoort.

Ik weet werkelijk niet of hij tot den Gereformeerden Bond of tot de Confessioneele Vereeniging behoort, of misschien tot geen van beiden.

Maar hij aanvaardt de Statuteit.

Wat mag ik meer vorderen? Indien ik alle personen, die toetraden, persoonlijk moest kennen en voor hun Gereformeerd standpunt borg blijven, ware werken onmogelijk.

Wat saambindt is de grondslag. ; Is. die grondslag deugdelijk en belijnd, d!an mag ik het daarop wagen.

Ieder staat alleen voor zich , persoonlijk in.

En wanneer de Gereformeerden maar zo: g€n, dat zij zich in grooten getale aansluiten, is er voor onrust geen reden.

De fout van menigen kritikus was, dat hij een vereeniging wilde laten doen, wat der kerk is.

Het kerkisme speelde hier parten.

Maar zoo doet men tojih ook niet bij schoolvereenigingen op Gereformeerden grondslag, waarvan dikwijls Hervormden, Gereformeerden en Hersteld-Verbanders lid zijn?

Dat laat men rustig toe.

Doch bij den Bond van Calvinisten slaat uien alarm.

Dat is niet billijk. Voorloopig moet ik het hierbij laten.

Gaarne had ik ook het doel van den Bond nader toegelicht, alsmede enkele andere punten.

Maar of dat op réis zoo gemakkelijk gaat....? We zullen zien.

Ln elk geval draag ik de Statuten in rnijn, zak.

Indrukken van den dag.

Maandag .17 Maart 193Ö.

Aan den vóóravond van mijn vertrek nog een woord aan mijn lezers.

Mijn gewoonte om van mijn reizen eenige indrukken te geven, wensch ik ook nu te volgen.

Ik wil daarvoor echter een andere m& tliode fciï!2ien dan vorige malen.

Toen streefde ik ernaar meer een geheel te gev^:

Gevolg daarvan was, dat het grootste deel na mijn reizen werd geschreven.

Mijn „indrukken uit Amerika" duurden zóó lang, dat ik ze maar heb afgebroken.

Mijn „Uit de Donaulanden" heb ik voltooid, maax ik had reeds maanden mijn gewonen arbeid opgenomen.

Daaraan kleven bezwaren, al hebben de lezers die artikelen vriendelijk ontvangen 'en al werd er zelfs op aangedrongen ze afzonderlijk uit te geven, iets, waartoe ik niet zoo heel gemakkelijk kom.

Ditmaal wensch ik echter op andere manier te werk te gaan.

Ik hoop telkens als ik een half uurtje 's avonds rustig mijn gedachten kan verzamelen, de indrukken van den dag op te teekenen.

Zoo blijf ik met de lezers in kontakt, waarop ik bijzonder prijs stel.

Natuurlijk geef ik niet alle indrukken weer, maar alleen die, waarvan ik vermoed, dat ze eenig algemeen interesse hebben.

En hoewel ik niet kan beloven, dat ze steeds het kerkelijke leven zullen betreffen, al zal ik ng weleens een uitstapje veroorloven. Tiet kerkelijke leven en de geestelijke s'troomingen in Amerika zullen daarbij wel in het oentram staan.

Als ik een dag oversla, moét men maar rekenen, dat óf de avond tot het laatste zeer bezet was, èf dat ik mijn nachten in een trein moest doorbrengen.

Men beweert wel, dat de treinen in Amerika zulk een goede gelegenheid tot schrijven bieden, maar ik kan die meening iniet deelen. Een briefkaart, dat gaat. Maar ©en blad van een blocnote te vullen is een penitentie. De letters huppelen en springen. En ik voel geen behoefte de tegenwoordige danswoede nog te vergrooten.

Eindelijk nog eenige excuses.

Gelijk het gewoonlijk gaat, blijft er als inen een verre reis onderneemt nog wat onaifgedaan werk liggen. En vooral waar de laatste week voor mij zoo vol emotie was, is dat nu het geval. Zij, dia op hun korrespondentie geen antwoord ontvingen; auteurs, die mij met boeken vereerden en geen woord van dank zelfs van mij oogstten, gelieven mij te verontschuldigen.

Ook had ik nog wat recensies willen afwerken; De uitgevers zullen er zich echter wel niet gedupeerd door voelen, dat ik dat nog wat uitstel. Het lijkt mij niet onvoordeelig, dat nadat de groote stroom van recensies binnen is, er nog eens op een boek de aandacht wordt gevestigd. ; ,

..., En.it\i — de Heere zij met uw en met mijn geest

-^ De zaak-Du Plessls.

Volgeas Reuter-berichten is in de zaak-Du Plessis ihaais een beslissing genomen.

"De Kaapsche Synode heeft zich in de noodzakelijkheid gezien hem af te zetten.

Hoezeer we het op zichzelf ook betreuren, da.t dergelijke gevallen in een kerk zich voordoen, wij zijn niettemin dankbaar, dat de Synode de trouw aan Gods Woord gesteld heeft boven de sympathie voor een persoon.

Voorzoover wij erover kumien oordeelen, zou het een ramp voor de ZuidAfrikaansche Kerken geweest zijn, indien genoemde hoogleeraar ware ^geliandhaafd.

Zijn dwalingen waren daarvoor 'te ernstig. \De Synode heeft loyaal met hem gehandeld. ' Hij blijft tot den pensioengerechtigden leeftijd zijn volle salaris behouden, mits hij voor zijn gevoelens geen propaganda maakt en geen andere kerk gaat dienen.

' Wel luidt een nader bericht, dat prof. Du Plessis hierin niet zal berusten, doch de zaak voor de wereldlijke overheid brengen.

„ Maar wij vertrouwen, dat de xlfrikaansche rechters even nuchter zullen zijn als het Afrikacansche volk in zijn geheel en zullen oordeelen, dat zij zouden ingrijpen in het recht van de kerk, indien

zij, deze zaak in behandeling namen. Of er scheuring uit zal volgen?

De predikanten, die aan de zijde van prof. Du Plessis staan, , zullen eerlijkheidshalve reeds moeten heengaan.

Dat beteekent voor de Tterk geen verlies, maax

winst. ; Zoo alleen kan de belijdenis der kerk zuiver worden bewaard.

Wij wenschen onzen Zuid-Afrikaanschen broeders geloofsrust toe om ook in dagen van scheuring te letten op het gebod van den Koning der kerk.

-^ Nog Iets over de werkwijze onzer Synodes.

• In „De Heraut" wijdt prof. H. H. Kuyper een artikel aan een verbetering van de werkwijze onzer 'Sjnnodes.

Hij brengt daarbij ook onze voorstellen ter sprake öK'wijst erop, dat Dr A. Kuyper indertijd ingrijpender maatregelen wilde zien getroffen dan wij.

Dit laatste was ons niet onbekend, gelijk trouwens uit onze artikelen bleek.

.^ Wij zijn het volkomen me't hem eens, dat de maatregelen, door zijn vader voorgesteld, geen kerkf^htelijke bezwaren ontmoeten.

, Of ze echter niet pp practische bezwaren zouden ralstuiten, betwijfelen, we. .„.-., . ., , .., , , , - , , „ «...

Daarom hebben wij ons op het standpunt gesteld: .wat is op dit oogenblik bereikbaar?

, ; Wanneer het een principiëele kwestie betrof, zouden we dat niet hebben gedaan.

Maar nu het om de practijk gaat, achten we zulk een standpunt het beste.

, .We hebben liever een half ei dan een leegen dop. , = Prof. Kuyper zal het "ons wel ten goede houden, dat we ditmaal hem niet rustig lieten uitschrijven.

Gingen we niet op reis, we zouden het laatste yan zijn gewaardeerde artikelen "hebben afgewacht.

, , In dit geval echter zal hij onze interruptie niet misplaatst achten.

^ Kerk en Pers.

• 'De kerkelijke pers lieeft van de verklaringen betreffende het geschil-Dr v. d. Vaart Smit nota 'genomen.

i , ; De Heraut" voegde eraan toe: „Aan de cllassis Amsterdam, die door haar medewerking tot de oplossing van dit geschil zooveel bijdroeg, komt onze dank toe".

Dit kan goed worden opgevat.

' Het kan ook misverstand kweeken.

'Daarom geef ik deze simpele toelichting, dat de 'classis Amsterdam mij in dit geschil niet heeft betrokken. Nooit heeft zij mij inlichtingen gevraagd. Nog mïnder een poging gewaagd bij mij om het bij te leggen. Uit de verslagen van haar vergaderingen kan worden afgeleid, dat zij wel met Dr v. d. Vaart Smit gesproken heeft. Maax met mij heeft •zg nooit gehandeld. Wat ook zeer verstandig was,

• Op het laatst vervoegde zich een harer commissie-leden bij mij met de vraag, of ik de verklaring, welke onzen lezers bekend is, kon onderschrijven. Hij deed dit, naar hij uitdrukkelijk zeide, opdat de zaalv van het kerkelijk agendum kon worden afgevoerd.

Ik stemde gereedelijk toe. Overreding was niet noodig. Maar ik beschouwde den predikant alleen als vriendelijk persoon. Ik heb ten overvloede verklaard, dat ik tot in laatster instantie toe de kerk • het recht zou betwisten om zich in zulk een.jiersaangelegenheid te mengen.

• Aan de bemoeiingen der classis wil ik niets •i& kort doen.

Voor mij waren zij echter niet noodig.

"Indien Dr v. d. Vaart Smit mij een jaar geleden 'geschreven had, dat door deze verklaring hem voldoening zou zijn geschonken, had ik ze dadelijk ''afgelegd.

' De kerkelijke procedure ging dan ook buiten mg om.

• lïi het' belang van de pers wil ik et nog eens nadruk op leggen, dat de kerk het soevereine terrein van de pers heeft te eerbiedigen.

Zij, die in de pers, voorzoover ze niet kerkelijk is, schrijven, kunnen en moeten zelf hun zaken berechten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Bond van Gereformeerden (Calvinisten) in Nederland.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 1930

De Reformatie | 8 Pagina's