GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OVER DE PARADOXALE SPANNING BIJ DEN CHRISTUS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OVER DE PARADOXALE SPANNING BIJ DEN CHRISTUS.

I.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het onderwerp, dat ons hier in , 1e artikelen zal bezig houden, heeft zijn hela 'oofdzakelijk om twee redénon. De eerst© is, dat , ^^^ Hen Christus raakt, de tweede, dat het zich bizig houdt, al is het zijdelings, met het vraagstuji van het paradoxale. In den laatsten tijd w|jrdt - ^ vroegere lezers van ons blad weten dat'fovel - de paradoxale levens-spanning door vWfecheidene religiepredikers aJs de eenige krac|iige, en gezonde uiting van de religie gezien. Grf|| ef or meer d inzicht moet daartegen O'pkomen. De nieuwere leuzen van vrooniheid als Leidenschaft, van het geloof als een onrustig-makend ding, en zooveel andere meer, komen alle luit een verkeerden hoek; wie zich zonder critiefc eraan overgeeft, werpt heel wat overboord, dat/hij eerst later ontdekt verloren te hebben, en Kan, als hij' de onjuiste herkomst van dergelijke llegrippen niet onderscheidt, het elem-ent van. w; awheid, dat erin ligt, evenmin zich eigen maken, fi.t|: .hans, ermee werken.

Nu kan men op verschi> mde rnanieren tegen deze dingen strijden; ons bl.t'd heeft, - het meer dan eens gedaan. Thans willen vj''; met een enkel woorf het vraagstuk ons indenkei, 'zooalslmen het leert zien, wanneer men uitgaaf-iran del' waarachtigen zondeloozen mensch ChrisJ .s. Uit IWat Hij ondervindt, en lijdt, en uit d( wijze, .waarop Hij tot overwinning komt, moet voor ons leertag te trekken zijn, ook voor eigen léven en denkea.

Ons vraagstuk beperW wij dus tot de menschelijke natuur van 4en Christus. En dan willen wij twee dingen hie; naar voren brengen.

Het eerste is: dat Hij waaracltig mensch is.

En het tweede: dat Christus onzon3ig mensch is.

In het verband van ons vraagsük verbinden wij: daaraan deze twee conclusies:

Ie. Omdat Christus waarachtig mensch is, kan Hij in de paradoxale bestrijdiig komen. 2e. Omdat Christus on zondig nensch is, kan Hij niet in de paradoxale bestrijling blijven.

W, at het eerste betreft: als tvaaraehtig mensch kan Christus in de paradoiale bestrijding kómen. !

Christus was als mensch, in è< h tijd geboren, in den tijd levende, en ook sterveide en lijdende, onderworpen aan de wet var, g: oei, van verandering, van wisseling. ; Df eenheid was er wel in Zijn wezen, maar iie eenheid van Zijn wezen sluit niet uit de uitgebreidheid van Zijn ondervinding. Tegïnover de plurifor.rae, wisselende dingeai en maslten van hot measchelijke leven staat Hij zelf wei^als een innerlijke eenheid, gaaf, onverdeeld, ongeljoken, maar Zijn bewustzijn is aan de wet van goei onderworpien, en ook aan die van tijd en van iuccessie; voorts is het zuiver menschelijk, en ksi zich dus niet isoleeren als bepaald gegeven, dat zich zou kunnen losmaken van de zich vior Hem, gelijk voor ons, ontplooiende kenris-en waarnemingsgebieden. De dingen nu, die luiten Hem zijn, doemen niet alle tegelijk, doch siccessief, irooi Hem op. En ook Hem schikt en arrangeert het leven zijn leg-stukken allerminst iï harmonische orde. Ook Hem. is de Schrift geen. tekstenrol met tekst-en zaakregister. Ook Hij met in-dringen, verbinden, leer en. Wanneer dus ^ijn menschelijke geest zich plaatst tegenover dv dinger^, die Hem ontmoeten, en Hij Zijn hart ? ; et oprGods openbaringsmiddelen, dan legt ook Hij hot verband tusschen wat Hij ondervindt, en vat Hij weet en kent van God, telkens in lefend rapport en in wezenlijken samenhang met he; tijddijk gebeuren, en met de vpisselvalligheid vai ale aardsche, in een historisch proces zich vooitbe-negende, leven, daarbij zich zettend voor de ziel geleidelijk ont-sluitende Schriften. De aaadaiht van Christus heeft geen wil tot zelf-verstrooiiig of tot zelf-verdeelinig, is evenmin een onbeweeglij'e parate gTootheid, doch is eenvoudig gebonden aan het verspreid liggen der dingen in hun sameistel, en aan. het ook alw^eer verspreid liggen deit& ponb'a.-^ringsgegevens in de Schriften. Tenslotte heeft de 'Christus als mensch zich niet te richfn, in te richten, naar de verborgen dingen, die dleen bij God bekend zijn, doch naar de geopenbarde dingen; dat is: Hij moet Zich ieder oogenHk, tegenover alles, wat Hij ziet en ondervind bewust, en in een telkens-nieuwe daad, richten 3t, zetten op de Schriften, op Gods „op velerlei vijzen en op vele malen"!) gesproken en geschrevn Woord, en dit dan' weer met krachten, die groeie, met een bewustzijn, dat sterker wordt, een Godsbnnis, die wast, met Zijn toenemende menschen-n levenskennis.

Uit dit alles vloeit voort, dat Christts, evenals wij, op contra-polaire machten en werelijkheden in dit ons aardsche leven gestooten is, laarvan de diepere eenheid alleen biji Gd bekend is, maar voorts aan alle menschelijke \aarneming en bewijsvoering onttrokken is. Veel is er in het leven, dat ons tegenstrijdig dunkt. Ook fem kwam zoo van buiten een schijnbare gebrokaheid, zulk een tweeheid, onder de aandacht. Ovei^am.'. Hem dit, dan moest Hij een brug slaan tuèchen pool en tegenpool, tusschen zijde en keerzij*, tusschen waarheid en aanvullingswaaxheid. Een brug slaan, ja, als iedereen. Dat is: het materiaal voor die brug was door God gegeven, gelijk' altijd, maar Hij moest het zelf eerst s a m e n 1 e z e n. De spanning, de boog van de brug. Hij moest ze zelf berekenen. Daartoe moest Hij zich concentreeran op wat Hij' wist van God, op wat Hij gelezen en geloofd had uit de Schriften.

Te meer klemt dit, omdat Christus niet „in het afgetrokkene" „theoloog" is, doch in de eerste plaats religie drijft, de groO'te religieuzie ziel is. Dat de mensch Christus Jezus theologisch werkzaam is, dat Hij leest, en leeft, uit de Schriften, is juist een gevolg, een uiting, een goed werk, van Zijn religie; religie dan nu opgevat als pure, ongebroken, in alle dingen zich handhavende dienst van God.-Reeds hierom kan de Christus nooit met een „afgetrokken" theologisch denksysteem opereeren en experimenteeren, en de verschijnselen en verspreide gegevens van het leven en van de openbaring combineeren, zonder dat dit Hem op den harden prijs van een geestelijke worsteling komt te staan. Bij Hem is Godskennis niet „uit" ervaring, doch zelve is ze wel ervaring, leven, dienst. Juist doo'rdat Hij rc'ligie drijft, is Hij theoloog. Wij hebben geen Christus, die met behulp van abstracte, menschelijke 'denkvonden rustbanken timmert, waarop' Hij, onbewogen tusschen de schijnbare tegenstrijdighede'n, zich wijs maakt, God' te „genieten". Wij hebben evenmin 'een Christus, die met Zijn denkapparaat justige bogen gaat oonstrueeren, welke de uit elkaar liggende puntige bergtoppen van Gods openbaringsterreinen aan elkaar verbinden moeten; een constructie O'p papier, op de manier van iemand, die een mathematische constructie uitvoert met behulp van enkele losse gegevens, maar — zonder dat hij in de ruimte, in het heelal, ooit werkelijk kan verrichten, wat hij op zijn glad papier met passer en boog en hulplijn klaargespeeld heeft. Neen, bij Christus is het juist omgekeerd. Al Z|ijn constructies zijn belevingen; een heendrage'n van wat Hij in Zijn geest ontworpen heeft naar de levende werkelijkheid, naar de verste uithoeken, en in de verborgenste binnenkameren van het geheel der werken Gods.

Hier vloeit onmiddellijk uit voort, dat voor Christus 'de paradoxale ondervinding mogelijk is geweest. Want Hij kwam als waarachtig mensch in een wereld, en tot een Schrift, die beide haar eenheid slechts aan den in den tijd gehoorzamen jond er zoek er geven te verstaan. Gethsémané is er het voorbeeld van. Liang het eenige niet; lang het eerste niet; — maar misschien wel het ons eerst toespreke'nde.

Op Zijn menschehjken gehoorzaamheids - g a n g lag er — om een voorbeeld te kiezen —' paradoxie in deze dubbele ervaring: de bewustheid van Zijn goede recht, op grond van het geopenbaarde Woord, dat van Zijn werken goede getuigenis gai; en anderzijds — met name op Golgotha, waar Hij den vloek ervoer — de bewustheid van Zijn verlatenheid. Zijn vervloeking. Zijn reëele verwerpelijkheid voor God, wederom op grond van het geopenbaarde Woord, dat Hèm allerspeciaalst verzekerde, 'dat de vloek hing aan den gehangene buiten de poort, en' dat alles wat vaM den gevloekte in' het Oude Testament geschreven was, feitelijk „op Hèm" geschreven was.

Zoo kon Hij komen in de paradoxale netten.


y Denk eens aan de beteekenis van deze uitdrukking (Hebr. 1:1) zooals Christus ze moeit gelezen en „verwerkt" hebben!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

OVER DE PARADOXALE SPANNING BIJ DEN CHRISTUS.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's