GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Financiëel Economische Rubriek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Financiëel Economische Rubriek.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

19 Januari 1931.

Wanneer wij de afgeloopen veertien dagen aan ons laten voorbijgaan, zien wij eerst den psychologischen invloed van de jaarswisseling, zich manifesteerende in stijging van da koersen op alle beurzen (met uitzondering van die van Plraag), gevolg van de reeds in ons vorig overzicht gereleveerde disconto-verlaging in New-York en Parijs, van het overvloedige geld door de coupon-betalingen en de lossingen, om daarna de verlammende werking weer te ondergaan van de heerschende depressie. Dit blijkt duidelijk uit onderstaande indexcijfers (einde 1927 is gelijk 100):

Berlijn Londen Parijs Brussel Amsterdam Stockholm Zurich Ween en Boedapest Praag Milaan New-York Begin 1929 113.6 102.6 156.8 133.8 104.6 109.5 101.0 91.4 109.2 108.3 124.0 137.3 Begin 1930 77.1 65.5 134.7 82.0 80.8 81.4 78.5 78.2 79.0 94.8 94.2 115.6 27 Dec. 46.9 50.0 92.1 55.8 50.6 69.3 67.4 59.3 60.5 77.5 75.5 76.8 3 Jan. 47.5 50.0 92.0 56.5 51.2 71.0 68.7 59.3 60.7 76.2 77.1 81.3 10 Jan 45.8 48.5 86.7 55.9 52.9 67.2 69.4 57.9 59.8 75.8 77.7 83.3

Deze cijfers zijn zeker het bestudeeren waard; het koersniveau in Berlijn is het meest gedaald en het is kenschetsend voor de situatie in Duitschland, dat de koersdalingen er nog steeds doorgaan, de 'economische verhoudingen er zich nog steeds verscherpen, terwijl zoowel in New-York als in Nederland de tendenz stabieler is en grootere weerstand wordt geboden. Wij ontveinzen ons niet, dat de beurs geen zuivere barometer voor het bedrijfsleven is, daar tal van andpre factoren op het koerspeil inwerken. Doch al moge zij een gebrekkige graadmeter zijn, zij blijft toch altijd een der weinige aanwijzers van de economische verhoudingen, die direct ter beschikking staan.

Wij vinden aan bovenstaande cijfers meer houvast dan aan de uitlatingen van de talrijke economen en vooraanstaande bankiers, wier meeningen niet altijd vrij zijn van egoistische tendenzen, en daardoor niet onbevooroordeeld mogen worden genoemd. Vooral Amerika is sterk in de fascineerende, oppervlakkige prognosen, die echteo-hoe langer hoe iden. Wij hebben te deizen opzichte in de eerste dagen van dit jaar heel wat te verduwen gekregen... maar alles tezamen geno-.men kan men er wel bet noodige pessimisme uit kristalliseeren.

Wat een verheugende factor genoemd mag' worden, waaraan wij veel waarde hechten, is de sterker naa, r voren tredende publieke opinie ten opzichte van een wijziging in de oorlogslasten. O.a. beeft de heer Wiggins, voorzitter van de grootste bank der wereld, de Amerikaansche Chase National Biank, deze kwestie aangeroerd en als zijn opinie uitgesproken, dat schrapping dan wel vermindering van deze schulden van meer belang voor het Amerikaansche leven is dan het dollarbedrag, dat Jonathan te vorderen heeft. Uitlatingen van een president van een „billioenen" instelling — de Amerikanen noemen 1 milliard „a billion" — zoodat een billióen daar niet zulke fantastische afmetingen heeft, als bij ons in Europa — Vi^erkt op het kinderlijke gemoed van den Amerikaan als een profetie, die geen tegenspraak kan duldeii; hoe meer dergelijke dollarkoningen op die wijze gaan redteneeren, hoe meer kans er bestaat, dat Washington te zijner tijd bij zal trekken., Nu heeft bet Witte Huis onmiddellijk den volke kond gedaan, dat de Staatsfinanciën door het terugloopen van de belastingen, geen enkelen dollar zullen kunnen missen. Toch begint de algemeene opinie, zooals wij reeds zeiden, zich ten opzichte van dezp vraagstukken te wijzigen. De reis van Bruening naar de Oostelijke landen van Duitschland was verre van een zegetocht. De agrarische bevolking aldaar gaat onder de zorgen gebukt, ondervindt bovendien de grensmoeilijkheden met Polen (het Duitsch-Poolsche geschil over de beweerde bena; deeling der Duitsche minderheidsbelangen in het nieuw gecreëerde Rijk komt dezer dagen in Geneve voor) en duidelijk kwam daarbij naar voren, dat het veel erger broeit en .gist dan oppervlakkig wordt gedacht.

Het is daarom niet te verwonderen, dat het F.rankrijk wel eens angstig te moede wordt. De revanche-idee van Duitschland gaat hoofdzakelijk naar dit land uit. Niet alleen militair versterkt Frankrijk zich tot het uiterste, ook met het oog op de Italiaansche dreiging, maar economisch zoekt het de troeven in handen te krijgen om het spel niet te verliezen. De voortdurende goudaanvoer in Parijs, zoogenaamd als gevolg van ^e Franscbe wetgeving en de Statuten van de Banque de France, geeft te denken, vooral nu de vrees geducht wordt voor een. acute schaarschte van het _gele metaal^ dat hoe langer hoe meer de basis van de geldsystemen gaat worden. Deze drainage van goud ten voordeele van Frankrijk en Amerika verontïTïSt" de Engelsche Regeering en de Bank of England, in de wandeling „the old Lady" genoemd. Wij raken hier problemen, die uiterst gecompliceerd zijn en waarover wij bladen vol zouden kunnen schrijven. Genoeg zij het te vermelden, dat er telkens besprekingen tusschen de leiders der centrale banken plaats vinden en dat eveneens geregeld contact tusschen Parijs en Londen bestaat. De plotselinge redactioneele artikelen in de Engelsche Pers over de onmogelijkheid, de Duitsche herstelbetalingen te verminderen wordt met goudfaciliteiteii door Frankrijk aan Engeland toegestaan, in verband gebracht, waartegenover Engeland zich verplicht zou hebben, zooveel mogelijk de Duitsche verdrags-• herzieningspogingen tegen te werken.

Bij de politiek-economische beroering voegen zich nog de sombere crisis-verschijnselen. De hierboven aangehaalde Mr Wiggins voorspelde, dat dit jaar beter zou eindigen dan het vorige, wat nu niet zoo'n heel gevaarlijke voorspelling is. Want ééns zal er wel een einde moeten komen aan. de kracht van de tegenwerkende factoren. Voorloopig ziet het er niet naar uit. Alom kan men verdere prijsdalingen, constateeren, alom heerschen moeilijkheden en ontevreden stemmingen. Australië's slechte situatie weerspiegelt zich in sterk dalende wisselkoersen. Het Australische Pond Sterling doet een belangrijk disagio, welke disagio men nog kunstmatig vergrooten wil om inflatie te veroorzaken, en door dit gevaarlijke middel de binnenlandsche bedrijvigheid te prikkelen.

China blijft onderling ruzie maken, maar wil tevens zijn industrialisatie voorbereiden, gesteund door het buitenland, dat daardoor toekomst-mogelijkheden opoffert voor incidenteel gewin. Spanje ondergaat den druk van den revolutiegeest; de mogelijkheid, dat aldaar de geweren zullen afgaan en Alfonso van den troon zal worden gestooten, is niet voor den ondernemingsgeest in dat land bevorderlijk.

Dat de beurzen, na de seizoensopflikkering, geen vast beeld vertoonen, is begrijpelijk. Het aannemen van de Chadboume-plannen door Duitschland, nadat aan dit land beduidende concessies zijn toegestaan ten laste der andere beetwortelsuiker-landen en van Cuba — Java werd hier wijselijk buiten gelaten, omdat men nu eenmaal de zekerheid had, dat onze suiker-magnaten hun laatste woord gesproken hadden — gaf de koersen van suiker-aandeelen. een stimulans, die dan ook alle beduidend hooger waren. O.i. ten .onrechte, omdat Java een strop om den hals gehaald heeft, die op een onbedacht moment zou kimnen worden dichtgetrokken. Aan de.suikerregeling kleven zooveel groote

fouten, die o.i. tot een mislukking moeten leiden en waarop de aandacht gevestigd is in een artikel van de hand van A. G. H. van Woerden .Eenzijdige productieregeling", opgenomen in fle Jongste „Indische , M6rcuur". Wij noemen daarbij het negeeren van Rusland, dat binnenkort een substantieel suiker-excedent zal hebben van meerdere hónderdduizenden tonnen, dat de geheele zorgvuldig in elkander getimmerde regeling kan onderstboven werpen. Evenmin zijn de Europeesche producenten-niet-exporteurs uitgenoodigd en van hen kan eveneens een fiasco uitgaan. Zij hebben zich niet gebonden; elke productie-vermeerdering in die landen beteekent een evenredige export-vermindering van de contracteerende partijen. Dat dit bezwaar niet fictief is, blijkt uit de verhooging van invoerrechten op suiker in Frankrijk en vermindering van de binnenlandsche accijns, terwijl dit land alle krachten inspant om zelfs te kunnen gaan exporteeren. Engeland handhaaft de Churchillsche suikerpolitiek, die er eveneens op gericht is door tarieïen accijns-veranderingen de binnenlandsche raffinadeurs te steunen en door hooge subsidies da kunstmatig in het leven geroepen bietencultuur verder te vertroetelen. Bet zag er een oogenblik •uit, alsof Snowden ook zijn anti-protectionistische neigingen ten opzichte van suiker zou botvieren, maar zijn pogingen slaagden niet. De overeenkomsten werden (jpnieuw verlaagd. Wij stipten in het kort de factoren aan, die d'e goede werking van het suikerplan in de war zouden kunnen sturen; floch Java bedreigen andere gevaren. Zijn cultuur heeft de huidige hoogte alleen 'kunnen bereiken 'door wetenschappelijk opbouwen; immers klimaat, bodemgesteldheid stellen haar bij Cuba ten achter. Rietsuiker gedijt het best tusschen den loden en den 23sten breedtegraad en de equatoriale streken zijn minder geschikt. Cuba kan dus van de vijfjarige rust-periode en van de verwachte hoogere prijzen profiteeren door 'zijn cultuur in de richting vaa Java te verbeteren (bijv. door gebruikmaking van hot nieuwe P.O.J. riet), zoodat het land van President Machado in 1936 met hooge producties en sterk verlaagden kostprijs kan te voorschijn treden. Verder zal het een verhoogde activiteit ten toon gaan spreiden om zijn potentiëele productie te zijner tijd te kunnen verkoopen en daartoe vormen China en Britsch-Indië, de natuurlijke afzetgebieden van Java, aantrekkelijke objecten. 'Vooral als China zich gaat emancipeeren. Had Java haar handen vrij, dan zou het door verdere productieverhooging, door verdere kostprijsverlaging een efficienten afweer kunnen vormen voor onwelkome penetratie der concurrenten. 'Zij kan natuurlijk Rusland' (dat onlaags suiker naar Br.-Ind'ië verkocht tegen lagere prijzen dan de geldende V.I.S.P.-limiten) en Cuba bij dumping niet tegenhouden, doch zij kan de normale concurrentie-verhoudingen in haar voordeel doen overslaan. Bij de voorgestelde rust-periode tan die kans haar ontglippen, vooral als Cuba een grootere activiteit blijft ontwikkelen dan Java tot nu toe in deze richting te zien gaf. De gepubliceerde meeningsverschillen tusschen de V. I. S. P.leiders en haar onder-voorzitter, de Nederlandsch-Indische Handelsbank kunnen in deze heilzaam werken, want nu is openlijk de hand op de wondeplek gelegd, de onvoldoende organisatie van de verkoopspolitiek!

De industriëele aandeelen hebben zich niet aan de algemeene tendenz kunnen onttrekken. Om' Philips bleef het mysterieuze waas gehuld; telkens duiken de geruchten omtrent massa-ontslag op en al worden de geruchten even vlug weer tegengesproken, het neemt niet weg, dat de personeelsafvloeiing, bij brokken en beetjes geschied, toch al flinke afmetingen gaat aannemen.

Unielever is eveneens aan sterk wisselende stemmingen onderhevig; tegenover hen, die een gunstig jaarverslag verwachten, staan evenveel anders denleenden, die weliswaar toegeven, dat er veel goeds te berichten zal vallen (dalende grondstoffenprijzen en een zoo goed als onveranderd-margarine-niveau), maar aan den anderen kant de meening zijn toegedaan, dat op voorraden veel moet zijn verloren. De jongste bestuursmutaties gaven in allen gevalle te denken.

Rubber-en tabaks-aandeelen verlieten verslagperiode betrekkelijk op onveranderd niveau, al waren de fluctuaties bij de tabak vrij groot. De insiders-meeningen omtrent de rubber-positie waren over b& t algemeen niet ongunstig; men verwacht verdere productie-vermindering tengevolge van de „survival of the fittest" en consumptie-toename door de abnormale zuinigheid, die in 1930 speciaal bij het banden verbruik werd toegepast. Wijnand en Keppler ramen de 1931 productie en consumptie .op 765.000 ton; deze zijn dus volgens hen in evenwicht. Wij betwijfelen dit — wij achten de productie te laag en wellicht de consumptie te hoog geschat, zoodat er o.i. opnieuw een, zij het ook geringe, voorraadsvermindering zal plaats vinden — maar zelfs een evenwichtstoestand zal, tenzij de speculatie een woord gaat medepraten, weinig aan het prijsniveau kunnen veranderen. De geringste prijsverhooging zal met uitbreiding van de nu èn door de Europeesche ondernemers, èn door de „natives" beperkte tap gepaard gaan.

De Londensche voorraden nemen ^geregeld toe. zijn de 120.000 ton gepasseerd, terwijl de Decemberconsumptie in Amerika het laagste punt van 21000 ton bereikt heeft. Over 1930 werd aldaar 378000 ton verbruikt tegen 470.000 ton over 1929 — de eerste maanden van dat jaar waren relatief nog gunstig. De taxatie voor Amerika in 1931 beliep bij Wijnand en Keppler 442.000 ton, gemiddeld 37.000 ton per maand, zoodat deze raming cd. te veel aan den optimistischen kant is.

Zeer slecht waren aandeelen Koninklijke Olie gedisponeerd door de elkander tegensprekende berichten uit de olie-wereld. De geprikkelde stemmingen van vele olie-concems in Amerika ten opzichte der restrictie doet een veranderde mentaliteit veronderstellen, die er toe zou kunnen leiden, dat men van kunsimatige beperking af zal gaan zien. Voegt men daarbij de herhaalde prijsverlagingen, de Russische olie-dreiging en het onder receivershanden komen van de Rutchfield Oil Co of Califomië, dat door meerderen zal worden gevolgd, dan is de matte stemming verklaard. 'Wij blijven de olie-toekomst nevelachtig inzien; de tendenz om inAmerika invoerrechten op olie te gaan heffen, waardoor import onmogelijk zou worden, neemt krachtig toe.

Wij willen dit artikel besluiten met nog even de instabiele verhoudingen voor kunstzijde aan te stippen, die tot prijsdalingen en verdere malaise leidden. Vooral de Aku-aandeelen moesten het ontgelden en met zekere vrees zien wij voor de Hollandsche Kunstzijde Industrie (H. K. I.) de nauwere belangen-gemeenschap met de voormalige Enka tegemoet. De getroffen regeling zou de zelfstandigheid van de H. K. I. niet aantasten, maar het blijft de vraag, of dit goédbeheerde en niet onaardig werkende lichaam niet mede naar den afgrond wordt gesleurd, waarin d'e A. K. U. zich momenteel bevindt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Financiëel Economische Rubriek.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's