A. V. 0. Hoe?

III.

In onze vorige artikelen wezen we op het groote aantal Onvolwaardige Arbeiders en hun verzorging. De vraag is: hoe moet dit alles nu verkregen worden? Moet de overheid' dit nu maar in orde maken, zooals dit van enkele zijden ook door de Onvolwaardige Arbeiders zelf wordt verlangd? Of moet het geheel worden overgelaten aan de particulieren, die op dit gebied al zooveel goeds deden?

Ter belichting van dit pimt werd eüijd 1928 een groot Congres in Amsterdam gehouden, waar door binnen-en buitenlanders allerlei zijden van dit veelkantig© vraagstuk werden bekeken. Naast de verschillende practici, die ervaringen uit hun dagelijksch werk mededeelden, werden er allerlei andere zijden van de zaak bezien: de statistiek, om te komen tot een juiste opgave van het aantal Onvolwaardige Arbeiders; de taak der overheid, de taak der particulieren, de arbeidsvoorwaarden.', wetgeving; maatschappelijk hulpbetoon, enz. 'De deelnemers aan het Congres kregen een idikken bundel lezingen thuisbezorgd: bijna 60 en als men die allemaal doorgelezen en - gestudeerd heeft, dan heeft men nog maar een gebrekkig overzicht van alles, wat er op dit terrein werkt en worstelt.

Dus; hoe nu verder? In de eerste plaats was het wel duidelijk geworden, dat hier een groote taak lag voor het particulier initiatief, al had de overheid daarbij wel regelend en steunend op te treden.

:0m deze voor te hchten en Qok de particulieiren aan te wijzen, wat er kon worden gedaan tot oplossing, voorzoover inogelijk, van het vraagstuk der Onvolwaardige Arbeiders, werd kort daarop door den Minister van Arbeid, Handel en Nijver-beid. Prof. Slotemaker de Bruyne, een Staatscomimissie ingesteld onder leiding van Dr Josephus Jitta. Maar... een Staatsconmiissi© is maar tijdelijk: e brengt haar rapport uit en wordt dan ontbonden.

Om de zaken dan verder uit te werken en de gedachten van de Staatscommissie in daden om te zetten werd de „Nederlandsche Vereeniging tot betvordering van den arbeid van onvolwaardige arbeidskrachten" gesticht, die onder leiding van den Oud-Minister Prof. Mr P. J. Aalberse haar arbeid aanving. In het Bestuur zitten verder eenige mefffischen uit de practijk der onvolwaardigeinzorg, de Voorzitter van den Gezondheidsraad, de Directeur-Generaal van den Arbeid, de Directeur van den Rijksdienst der Arbeidsbemiddeling en Werkloosheidszorg, de Directeur-Generaal van de Volksgezondheid, enz., daar deze diensten aUe bij het vraagstuk zijn betrokken. Ook heeft er een afge^ vaardigde in zitting van de Werkgevers en Werknemers, daar ook deze voox de oplossing van "het vraagstuk van groot belang moeten worden geacht. Wat wil nu deze vereeniging, kortweg A. V. O'. genoemd? In de eerste plaats centrale leiding en voorlichting geven aan alles, wat er nu verspreid wordt gedaan. Ze stelt zich voor, gegevens te verzamelen, niet alleen hier te lande maar ook daarbuiten om te komen tot een zooveel mogelijk juiste opgave vap. het aantal Onvolwaardige Arbeiders, van hun opleiding of heropleidüig ea verzorging en alles wat daar mee samenhangt. Op sommig gebied is men in het buitenland verder dan wij, welnu, daar kunnen we leering uit trekken.

Natuurlijk is ervoor gezorgd, dat alle richtingen en levensbeschouwingen zooveel mogelijk in het Bestuur vertegenwoordigd zijn en dat niemand te dezen opzichte wordt gehinderd: ieder blijft volkomen vrij en men tracht naar samenwerkii^ van alle groepen.

Daar er groiote prijs wordt gesteld op de medewerking van werkgevers en werknemers, zijn zij: ook vertegenwoordigd. Zonder hun medewerking toch zal er van een oplossing van het probleem niet veel komen. De eersten moeten worden doordrongen van de gedachte, dat ze niet al deze Onvolwaardige Arbeiders uit hun bedrijf mogen stooten, maar moeten medewerken' om deze menschen, voorzoover het niet tot schade van hun bedrijf is en zooals dit op verschillend gebied gebeurt, aan werk te helpen. De arbeiders daarentegen moeten worden overtuigd, dat ze deze dingen niet mogen tegenwerken uit vrees voor eigen positie. Er moet worden gezorgd, dat er van de Onvolwaardige Arbeiders geen misbruik wordt gemaakt om aan goedkoope werkkrachten te komen, zooals het wel eens is voorgekomen. De arbeidsccntracten moeten worden ge'wijzigd, zoodat opname van Onvolwaardig© Arbeiders mogelijk wordt zonder schade voor patroon en validen arbeider. Wanneer de zaak zoo wordt aangepakt, hebbea we aUe hoop, dat werkgevers en werknemers bei Ie zullen willen medewerken tot oplossing van da kwestie.

Het is echter zeer gewenscht, dat allen aan de oplossing kunnen medewerken, die voor een bepaalde groep Onvolwaardige Arbeiders werkzaam zijn. Laai ons als voorbeeld de doofstommen en de slechthoorenden noemen. Men heeft Christelijtea, Roomsch-Katholieke en Neutrale inrichtingen. Alle deze samen zuUen ook hun vertegenwoordiging in de A. V. O. moeten hebben. In het Bestuur is dat echter niet mogelijk, dat zou op deze - wijze veel te groot worden. Dus kunnen er Sub-commissies worden gevormd voor bepaalde groepen: ©en blindencommissie, een voor doofstommen, voor tubercu-

loozea, voor karakterzwakken, enz. Deze zijn Commissies, die zelfstandig kunnen vergaderen, en het Bestuur van advies dienen in bepaalde zaken, die een zekere deskundigheid vereischen. Op deze wijze kunnen alle stroomingen tot hun recht komen.

Ook kunnen er plaatselijke of gewestelijke afdeelingen opgericht worden, die leiding en richting geven aan al het A. V. O. werk, dat er in een bepaalde omgeving geschiedt. Reöd's zijn er eenige zulke afdeelingen opgericht en andere staan op het punt, opgericht te worden.

Verder heeft de Vereeniging A. V. O. een Commissie in het leven geroepen om studie te maken van den in-en verkoop van de grondstoffen en producten van de inrichtingen en werkplaatsen. Deze moet op zakelijke wijze geschieden en men wil trachten, door gezamenlijken aankoop van de grondstoffen, door soms andere prod'ucten te maken en door gezamenlijk te verkoopen, deze werkplaatsen aan een beter financiëele uitkomst te helpen. Binnenkort wordt het verslag van de Commissie verwacht en kan men voorstellen van het Bestuur in deze richting tegemoetzien. Men ziet, er wordt hard gewerkt.

Laat dus ©en ieder doen, wat zijn hand vindt om te doen in deze zaak.

Laat al onze stichtingen toetreden, die er eenig belang bij kunnen hebben. Uit samenwerking van allen kan hier wat goeds worden geboren en dat kan niet anders zijn dan tot heil van al onze misdeelden. Mogei Gods zegen op dit werk rusten en geve Hij de vrucht op den velen arbeid, daar verricht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen