GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nieuws van den „Calvinistenbond”.

Dr J. V. Lonkhuyzen schreef in „Gerei Kerlibode" (Schouwen-Duiveland en Tholen) iets over den Calvinistenbond, van welken indertijd door de heele Gereformeerde pers, bijna, en ook door ons blad, wat mijzelf aangaat, ten stelligste betoogd is, dat hij principieel fout ging, door menschen, wier calvinisme niet eens disputabel, doch rondweg te ontkennen was, in het bestuur op te nemen en van den aanvang af met een leidende functie te belasten. Er is sinds over dien Bond, en de erop uitgebrachte critiek, nóg een keer iets te doen geweest, dat ik niet releveeren zal. Thans lezen we van de hand van Dr Van Lonkhuyzen:

Op Donderdag 28 Sept. a.s. zal in Den Haag de lang dood gewaande Calvinisten-Bond vergaderten. Het Bestuur daarvan, want veel meer dan het tamelijk uitgebreide bestuur is er niet. Hoe het komt, dat de doodgewaande nu na 3% jaar in eens wakker wordt, mag ik niet zeggen.

Op het agendum staan enkel formeele zaken, en ook de organisatie van een internationaal Calvinistencongres. Wij hebben den scriba verzocht het modera^ men te verzoeken van onzentwege nog het volgende punt ook op het agendum voor die vergadering < e plaatsen: De Bond voege bij art. 4 (grondslag) der Statuten de clausule: „De Bond neemt hierbij over

de leerstellige beslissingen ten opzichte der H. Schrift genomen op de synode te Assen in 1926 (Acta aart. 149)”.

Mij' dunkt, daiar behoeft niet veel toelichting bij. De Bond kan niet doen, alsof de geweldige critiek, bijna door geheel de Geref. pers op dit punt op zijn grondslag uitgebracht, niets te zeggen had. Wü althans stemmen met de waarheid daarvan grootendeels in. We hebben waar te zijn. De waarachtigheid onzer handelingen vordert, dat we niet den eenen keer zeggen: „uw Sohriftopvatting is op Gereformeerd terrein onhoudbaar", en straks in andere verhoudingen die Schriftopvatting geen reden zouden vinden om „Gereformeerd" geacht te worden. Gaarne behouden we ieder er bij, maar langs rechte lijnen. Was het nog een punt dat in de peripberie lag, men, , zou kunnen zeggen: laat dat gaan; maar dat kan' zeker niet, waar het de H. Schrift en onze opvatting daarvan betreft. Dat is beslissend voor alles.

En waarom deze dingen hier gezegd? Opdat een ieder die geroepen wordt daar tegenwoordig te zijn e r o o k z ij, en we niet weer met enkelen zitten. En ten tweede, deze Bond is publieke zaak geworden, en daar is heel wat over hem geschreven, ons volk heeft recht om te weten, hoe het er mee gaat. De publieke zaak publiek. Dat kan heilzaam zijn.

Tot zoover Dr v. Lonkhuyzen.

We wachten maar eens af, wat er verder voor den dag komt; tot zoolang lijkt het ons onnoodig, iets meer te zeggen; temeer, omdat onze meening niet gewijzigd, wèl versterkt is, en, naar ik meen, door de sindsdien bekend geworden teiten van alle kanten is gerechtvaardigd.

De ware vreugde.

In „De Hervorming" (vrijzinnig) schrijft A. Manken:

Een van de wonder'baarlij'kiste veiihalen uit de Fioretti, de bloemekens van Franciecus van Assisi, is dat, waarin d© iieiHge Franis aan broeder Leo verklaart, waarin de wolkomen vreugde bestaat.

Nadat bij bij voortduring so'hoone, waardevolle dingen heeft opgenoemd, waaraan hij telkens toevoegt: „schrijf, dat daarin niet de volkomen vreugde bestaat", vraagt broeder Leo 'hem eindelijk in groote verwondering: „zeg mij om Gods wil, waarin ze dan wel bestaat."

En Frans antwoordt: „Ais wij in Santa Maria degli Anigeli aantomen" (waarheen ze op weg waren) „nat van den regen en stijf van de kou, vuil en hongerig en aan de kloosterpoort kloppen, zal de portier argwanend naar buiten kijken, ons niet gelooven, als we zeggen, 'dat we twee kloosterbrooders zijn, maar ons voor landioopers houden, ons niet openen, maar buiten laten etaan in sneeuw en regen, koud en 'homgerig, tot in den nadht. Als we dan niet morren, maar gelaten en deemoödig denken, dat de portier ons heel goed herkend heeft en iGod uit hem tot ons spreekt; dan broeder Leo, söhrijf dan op, dat dit de volkomen vreugde is." En hij voegt er aan toe: „In ihet kruis van verdrukking en leed mogen we roemen, want dat is van onszelf."

Er. zijn wel eens meer van die „portiersr, , die tegen hun geweten in spreken. B.v. als ze zeggen: het is van hèm, of hèm daar in zijn bestrijding Rechthaberei. En heel stil weten ze, dat het „Recht" is, zoodra ze aan het concrete geval denken, dat hun uitlating „inspireerde”.

Dat is dan „vreugde", voor wie het ondervindt, ... en voorts met deze moraal het eens is!

Onder hen behoor ik niet, overigens. Ik meen, dat men den portier den volgenden morgen moet helpen, den eisch der waarheid wèèr te vernemen, of hij wil, of niet.

Nog eens: over het getal 666.

Ds W. L. Korfker was zoo vriendelijk ons het volgende te schrijven:

Zooeven las ik in Uw „Persschouw" in „De Reformatie" over het getal 666. Mag ik om de curiositeit eens een misschien u niet bekende verklaring, die iemand in ernst eens gaf, meedeelen?

Jaren geleden, in mijn studententijd, ontving ik geregeld van de firma Höveker en Wormser te Amsterdam haar reclameblaadje H(andel) en W(etenschap). Daarin deelde zij eens mee, dat een zeker schrijver haar kwam aanbieden om ter perse te leggen een boekje over de Openbaring van Johannes (of een onderdeel er van). Daarin werd de volgende exegese gegeven van het getal 666:

In Romeinsche cijfers zou dit kunnen zijn: IGVILX. Als letters gelezen staat er „v i o v i 1 x". Zeg dit •woord nu eens onderscheiden malen vlug achtereen en ge krijgt te hooren het schokkend en stampend geluid van een machine. Welnu, dan loopt de exegese al heel glad: penb. 13 : 18 voorspelt de eeuw van den stoom, met zijn fabrieken, waarin de daverende machines in het oneindige herhalen: vicvilx, vicvilx, vicvilx!" Het getal eens menschen, wijl de mensch zich zoo groot en sterk maakt door de machine.

Prachtig gevonden, maar de Redactie van „H. en W." deelde toch aan haar lezers mee, dat ze haar persen voor zulke nonsens maar niet draaien liet.

We danken Ds Korfker zeer voor zijn interessante lierinnering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1933

De Reformatie | 8 Pagina's