GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Huwelijk en geboortebeperking.

III.

Een vijfde argument ontleenen de voorstanders "^'^^ geboortebeperking aan de dreigende overbevolking. Enkele staathuislioudkunddgen hebben n.l. uiterst nauwkeurig uitgerekend, dat de - wereld in minder dan honderd jaar overbevolkt zal zijn. Alsdan zullen de menschen zich o_p aarde verdringen, alle beschikbare ruimten zullen - worden ingenomen voor woningen, kantoren, magazijnen of fabrieken, ja zelfs meren zullen moeten worden drooggemaakt, ten einde nieuwen grond te winnen óm op te leven. Hiet teveel aan werkkrachten, dat er nu in sommige landen reeds is, zaL dan onrustbarend zijn toegenomen. Het resultaat hiervan kan niet anders zijn of de concurrentie zal in de naaste toekomst nog scherper worden en de loonen zullen nog lager worden. De eenige oplossing uit dit moeras is beperking der kindergeboorten. Hiermede alleen zal het mogelijk zijn den snellen aanwas der bevolking te temperen, de concurrentie in normale banen te leiden, de loonen verhoogd te krijgen, meer welvaart te genieten en zoodoende ^jg crisis voor goed tot een oplossing te brengen, Merkwaardig toch, die vrees voor overbevolking. Hiet is nu bijna 150 jaar geleden, dat voor het eerst hierop de aandacht werd gevestigd. Die bekende Engelsche predikant uit de tweede helft der 18de eeuw. Sir Thomas Robert Malthus, welke in 1798 zijn beroemd werki) over het bevolkingsvraagstuk sclireef, gaf hiertoe den stoot. Volgens hem zou in de komende eeuwen de bevolking toenemen in een meetkundige reeks, de voedselvoorraad daarentegen in een rekenkundige reeks. Door deze wanverhouding voorspelde hij in de toekomst hongersnood, armoede en- leed. Als middel hiertegen ^^^dde hjij aan: laat trouwen en onthouding in het huwelijk („moral restraint"), opdat niet meer kinderen zouden worden geboren dan de omstandigiieden veroorloven. De later (eind 19de eeuw) opë^stane Nieuw- of Neo-Malthusianen propageerden wel andere middelen (de zgn. anticonceptioneele QJ voorbehoedmiddelen), maar waren overigens warme voorstanders van zijn bevolkingsleer en spraken het onomwonden uit, dat geen verbetering j.- ^^^ . oeconomische, , toestanden, n . te wachten, was, ' j zoo o\ met de aanwas der bevolking werd geremd. ^) Bovendien was men, door de in dien tijd overal opgerichte statistische bureaux, gaandeweg een juister en vollediger Inzicht gaan krijgen in de verhoudingen, die op bevolkingsgebied bestonden.

Maar ziet, zoo zegt Methorst s), terwijl men algemeen vreesde, dat, tenzij oorlogen of groote epidemieën den snellen aanwas zouden temperen, op J__ J„_„.„ „.. . , , i •. j maaltijd des levens zoude zijn, en reeds lang voordat de Nieuw-Malthusiaansche bond, althans wat ons land betreft, zijn krachtige propaganda begon (1890), buigt reeds in 1876 de geboortelijn, die zooveel onrust had gewekt, in bijna alle beschaafde landen van Europa geleidelijk naar omlaag. En dat niet alleen, maar deze daling heeft zich tot op den dag van heden gehandhaafd. Van een snellen aanwas der bevolking is derhalve geen sprake. Er 'dient evenwel direct op gewezen te worden, dat de groei der bevolking niet parallel loopt met de toeof afname der geboorten. Immers de aanwas der bevolking wordt ten slotte bepaald door het verschil tusschen het aantal geboorten en bet aantal overledenjen, het zgn. geboorte-surplus. Wat ons land betreft bewoog zich dit cijfer na 1876, ondanks de daling der nataliteit, aanvankelijk nog in stijgende richting, hetgeen veroorzaakt werd door de enorme afname der sterfte. Na de periode 1900 —1909 is hierin evenwel een kentering gekomen en wordt het bevolkingsaccres geleidelijk lager. Ook elders is volgens Verrijn Stuart*) de daling in het accrescijfer hetzij reeds ingetreden (ten deele zelfs eerder dan ten onzent), hetzij voor de naaste toekomst te verwachten. Het begrip overbevolking is 'dan ook pure phantasie. Integendeel, door verschillende schrijvers is ree-ds de vrees geuit van een blijvend geboorte-tekort. Reeds in 1914 maakte Methorst 5) op dit laatste opmerkzaam, toen hij ten besluite van zijn studie schreef: „Het gevaar 'dreigt, bij de thans geldende opvattingen, dat in de toekomst de geboortelijn daalt beneden de sterfte". Nog sterker drukt Juüus Wolf< 5) zich in 1928 uit, als hij onomwonden zegt: „Unabwendbar geht das Breitenwachstum der Völker abendland- Hcher Kultur seinem Ende entgegen!" (De aanwas der bevolking in de landen der Westersche beschaving gaat onherroepelijk zijn einde tegemoet).

"Wordt het begrip overbevolking niet door de feiten gestaafd, even dwaas is het om te beweren, dat er door kleinere gezinnen meer werk zou komen of hoogere loonen zouden uitbetaald worden. De productie toch hangt ten nauwste samen met het gebruik. Er is weinig intellect voor noodig om in te zien, dat vermindering der bevolking ook de behoeften kleiner maakt. Minder kinderen heeft direct tot gevolg minder - vraag naar voedsel en kleeding, terwijl later vanzelf minder huizien, kleeden, gordijnen, meubelen en al dergelijke zaken zullen blijken noodig te zijn. Er zal dtis geen meerdere werkgelegenheid zijn en de loonen zullen vanzelf niet omhoog gaan.

Het is dan ook volgens Dr Los') een voorspiegeling van ijdele hoop, dat door beperking van het kindertal, de crisis opgelost kan - worden. Hiet tegendeel zou even goed betoogd kunnien worden, want hoe grooter het kindertal, hoe meer consumenten van levensmiddelen en hoe grooter het ^etal afnemers der industrie-producten. Bovendien dte crisis heeft niet één, maar tal van oorzaken. De werkloosheid is daarbij niet zoo zseer ©en oorzaak als wel een gevolg. Alleen onder Gods zegen en met behulp van aller medewerking op ieder gebied in alle landen is het mogelijk deze crisis tot een oplossing te brengen.

Ten slotte zou geboortebeperking door middel van voorbehoedmiddelen het aantal echtscheidingen en sexueele ondeugden aanzienlijk ver minideren en liet verspreiden van geslachtsziekten voorkomen.

Wat het eerste argument betreft, de statistieken hebben een andere taal gesproken. Wianneer wij nagaan het aantal echtscheidingen, met splitsing naar het aantal minderjarige kinderen der gescheiden echtgenooten, uitgedrukt in percenten van het totaal der echtscheidingen, dan krijgen wij over de laatste 30 jaar het volgende staatje te zien*):

Al is er in de groepeering onderhng eenige wijziging gekomen, toch bUjkt uit bovenstaande tabel zonneklaar, dat ©en talrijk kroost den huwelijksband hechter maakt en de bekoring om dezen band te verbreken zwakker naarmate het kindertal stijgt. Dit is iets anders dan vermindering der echtscheidingen door geboortebeperking.

Evenzoo is het absoluut onwaar, dat de regeling van de gevolgen van sexueel verkeer de sexueele ondeugden zoude doen afnemen. Integendeel, het gebruik van anticonceptioneele middelen, waarmede alleen geboortebeperking op groote schaal mogelijk is, vermeerdert ongetwijfeld het gevaar van de vrije liefde, overal waar de gelegenheid zich voordoet. De toename van buitenechtelijke gemeenschap, bet leven in concubinaat, prostitutie, overspel, echtbreuk enz. in alle landen zijn zonder meer te wijten aan de propaganda van deze middelen.

Eindelijk wordt de verspreiding der geslachtsziekten er evenmin door tegengegaan. Want door de (gedeeltelijke) opheffing van het gevaar voor infectie is tevens vervallen de sterkste rem tegen buitenechtelijk verkeer. Hierdoor zullen automatisch het aantal gevallen van besmetting wederom toenemen, afgezien van het feit, dat buitensporige sexueele uitspattingen op zichzelf verderfelijke gevolgen kunnen hebben.

En hiermede zijn wij aan het einde van onze beschouwingen gekomen. Van al de argumenten, die de voorstanders van geboortebeperking aanvoerden, bleek er geen één steekhoudend te zijn.") Het bleek meer goedpraten te wezen dan argumenteeren, meer een zoeken naar geldige redenen dan bewijzen. De ware oorzaken van dezen Neo-Malthusiaanschen geest liggen dan ook elders. Het zijn de toenemende weeldezucht, de angst voor verantwoordeHjkheid, het gemis aan plichtsbesef, de hoogmoed, het overdreven machtsbewustzijn, egoisme en genotzucht, welke den modernen mensdi, die zichzelf een godheid waant, er toe geleid hebben tot deze practijken zijn toevlucht te nemen. Die geboortebeperkingsmoraal, zegt Oldenburger i") zoo terecht, heeft het zwaartepunt verlegd van God naar den mensch, van den naaste naar zichzelf, van het geestelijke naar het stoffelijke, van het eeuwige naar het tijdelijke. Geen wonder, dat de beweging voor de moderne geboortebeperking in zijn diepsten grond anti-Christelijk is. Immers bij al deze pogingen gaat het ten slotte om de natuurlijke en zedelijke wetten van God te niet te doen en zich te onttrekken aan den plicht en de verantwoordehjkheid, die God in de natuur heeft verbonden met het moederschap en vaderschap. Daarom moet deze Neo-Malthusiaansche geest met zijn humanistische beginselen van gezinsaf-

braak voor en bovea alles bestreden wordien met de Christelijke beginselen van gezinsopbouw. Tegenover bet kinderoffer, want dat is de geboortebeperking eigenlijk, moet gewezen worden op den kinderzegen. Tegenover den hoogmoedigen, egoistiscdien en genotzoekenden geest van den modernen mensch dient gesteld de Christelijke geest van nederigheid en zachtmoedigheid, welke kostelijk is voor God.

De beweging van de moderne geboortebeperking en de Christelijke zedeleer staan blijkens het voorgaande onverzoenbaar tegenover elkander. Hun beginselen zijn absoluut tegenstrijdig. Hun wegen loopen in lijnrecht tegenovergestelde richting.

Inderdaad, huwelijk en geboortebeperking staan diametraal tegenover elkander. Zij vormen een contradictio in terminis, een innerlijke tegenstrijdigheid. Mogen daarom alle geloovigen zich hoeden voor deze leer en haar practijken, want niemand heeft zich tegen God verzet en vrede gehad!


1) Essay on the principle of population.

-Malthusianen de the- 2) Tegenwoordig hebben de Nieuw-Malt one van Malthus echter verlaten.

i^) Mr H. W. Methorst: Geboorteachteruitgang en zuige- •ngenbescherming. Ned. Tijdschr. v. Gen. 1916, l, blz. 1232.

4) Prof. Dr C. A. Verrijn Stuart: Inleiding tot de beoefening der statistiek. Dl I. Haarlem, 1928, blz. 160.

5) Mr H. W. Methorst: De beteekenis van den achteruitgang van het geboortecijfer in Nederland. Amsterdam, 1914, blz. 27.

6) Julius V^olf: Die neue Sexualmoral und das Geburtenproblem unserer Tage. Jena, 1928, blz. III.

7) Huwelijk en geboortebeperking. Drie rapporten aan de Classis 's-Gravenhage van de Gereformeerde Kerken. Delft, 1935, blz. 12.

8) Statistiek van Nederland. Statistiek van den loop der bevolking van Nederland over het jaar 1929, blz. XXXII.

9) Over de nog niet genoemde medische en eugenetische indicatie tot kinderbeperking hopen wij in een volgend artikel te handelen.

10) 1. c, blz. 341.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1935

De Reformatie | 8 Pagina's