GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

KCHKELUKLEVEM „HoUandsche Gereformeerden in Londen". (II.)

Tot mijn verwondering heb ik gemerkt, dat onderscheidene lezers uit het feit der publicatie van Dr van Lonkhuyzens Ingezonden stuk In het vorig „Reformatie"nummer meenden te moeten afleiden, dat Ik de bezwaren van Dr v. L. deelde.

Maar dat Is toch een vergissing. Ik was en ben zelf lid van het Comité, dat voor de Nederlandsche gereformeerden In Londen iets poogt te doen, en geloof, dat gezegd Comité alle recht heeft op steun en waardeering. Maar juist omdat Ik ook zelf het werk van het Comité voor eigen verantwoording mede genomen had, meende ik te meer er goed aan te doen, critiek niet te smoren. Men kan toch wel naar den ander luisteren? Noemde ik Dr V. L.'s artikel „belangrijk genoeg om er plaats voor in te ruimen en er op te antwoorden", dan wilde ik daarmee zeggen, dat de principiëele kwesties, door Dr v. L. te berde gebracht, wel degelijk met de zaak zelf te maken hebben. Men kan uitgebrachte critiek belangrijk vinden, zonder het er mee eens te zijn.

Ter beantwoording van Dr v. Lonkhuyzens artikel volge hier allereerst wat Mr A. J. L. van Beeck Calkoen op mijn verzoek zoo vriendelijk was te schrijven:

Een eigen afgescheiden Kerkj e. Hollandsch

Dr van Lonkhuyzen noemt het streven om de Nederlandsche Gereformeerden in Engeland kerkelijk te vereenigen, minder welwillend: „het stichten van een eigen afgescheiden „Hollandsch kerkje"". Hij vindt het beter, dat de menschen Engelsch leeren en dan... ja wat dan? Zich aansluiten bij een kerk In Engeland van Gereformeerde belijdenis en kerkvorm? Weet Dr van Lonkhuyzen daar raad op, dan zal het Comité dat gaarne vernemen. Hij leze echter eerst de voortreffelijke artikelen van Dr Kraan over het werk in Londen, welke deze schreef in het „Vlaardingsch Kerkblad".

Ik zou niet gaarne gehandeld hebben naar den raad van Dr v. L., en de Gereformeerde broeders en zusters, die tot een korter of langer verblijf in Engeland genoodzaakt worden en ons verzochten voor het kerkelijk verband met Nederland een weg te vinden, hebben geantwoord; zoek in Engeland maar uw eigen weg. Ik ben blij nu aan Gereformeerde ouders, wier kinderen naar Engeland gaan en vragen om het kerkelijk adres voor attestatie e.d., te kunnen antwoorden: wij zijn bezig een oplossing te zoeken. Dat die oplossing reeds gevonden is, is niet gezegd. Ik kan daarom ook niet van repliek dienen op alle vragen over de kerkelijke positie of op alle quaesties van kerkrechtelij ken aard, die Dr v. L. moveert, ingaan.

Ik vraag aandacht er voor, dat ik schreef — het stuk waarop hij aanslaat is van mijn hand — „ g e- lijktljdig werd in ons land een Comité gevormd, dat hun behulpzaam wil zijn in het streven het goede spoor te vinden In den vreemde".

Het Comité in Nederland zoekt naar oplossingen. Binnenkort zal wel blijken, wat het resultaat is van het werk. We vertrouwen voorts, dat de komende Generale Synode de regeling zal treffen, die het mogelijk zal maken voor het Comité om den arbeid, dien het ter hand nam ter voorbereiding van een kerkelijke regeling, neer te leggen.

Tot zoover de opmerkingen van Mr van Beeck Calkoen. Naar mijn meening is hiermee de hoofdzaak beslist. Ieder kan er uit zien, dat het Comité niet verder gaan wil, dan zijn bevoegdheid toestaat. Natuurlijk staat het niet aan mij, mededeelingen te doen, die slechts het Comité, stel, dat het dit wilde, vermag te verstrekken. Wel mag ik als redacteur over hetgeen ter publieke kennis gebracht werd, mijn oordeel uitspreken. En ik doe dat des te gereeder, nu Ik met zoo groote ingenomenheid den arbeid van dit Comité kan begroeten.

Misschien is dat ook wel een gevolg van het feit, dat ik niet de onzekerheid van Dr v. L. deel, die nog niet weet, è f het hier wel gaat om „ontluikend gereformeerd leven". Zelf heb Ik van nabij kennis mogen maken met één der gereformeerde gezinnen, waar thans sprake van Is, en de moeilijkheden vernomen, die er zijn voor menschen met een gereformeerde opvoeding. Omdat ik de zaak van belang acht, wil ik volgende week daarvan wel iets vertellen, en dan tevens mijn antwoord op Dr v. L.'s artikel besluiten. Met opzet beperk Ik me deze week tot dit weinige, omdat het mogelijk is, dat het Comité zelf nog eenige toelichting geven wil. Als ik deze week nog meer schreef, zou misschien onnoodlge herhaling het gevolg zijn.

„Nieuw Nederland" loopt van stapel

Het is voor sommigen — of moet Ik zeggen: velen? — misschien niet kwaad geweest, dat per radio de mogelijkheid geschapen is, om kennis te nemen van wat de Utrechtsche samenkomst der „Oxford-groep" zoo al opgeleverd heeft. Want zij, die gemeend hebben, dat de door Dr E. D. Kraan uitgebrachte critiek op deze „groep" te ver ging, hebben, zoo zij althans nog vragen naar Christus, en naar de verkondiging van de verlossing door Zijn bloed, en naar de Heilige Schrift, zich wel ten zeerste teleurgesteld moeten voelen door hetgeen uit die Oxford-samenkomsten te vernemen viel.

Militant was de toon. Het bekende „In naam van Oranje, doe open de poort" leverde de melodie voor volgenden zang:

. NIEUW NEDERLAND.

Wijze: „In Naam van Oranje doe open de Poort".

We lulden nu juichend Nieuw-Nederland in, We stellen de wereld een daad. Omver met de wallen — dit is een begin het einde van tweedracht en haat. We willen een leven aan eenheid gewijd, We willen een volk dat door God is geleld: Nieuw Nederland vrij in God's plan. Het zal! En het moet! En het kan!

In naam van de Wil die de wereld bestuurt, De Oxford-groep staat voor de poort. Te lang heeft de druk der verdeeldheid geduurd, God's stem Is te lang niet gehoord. We zetten de zonde en slapheid opzij, We willen de menschen veranderd en vrij: Nieuw Nederland vrij in God's plan. Het zal! En het moet! En het kan!

Opzij met de hebzucht, de angst en 't geweld, Omlaag met conventie en waan. Er is slechts één wet die door God is gesteld, Het Leven vangt heden eerst aan. Omver met het bolwerk der dwingelandij, We bouwen de brug van het Ik tot het Wij: Nieuw Nederland vrij in God's plan. Het zal! En het moet! En het kan!

En verwarrend is ook de taal, die men spreekt. „Heden ten dage", zoo heet het, „heden ten dage zijn er in vele landen mannen en vrouwen, die gemobiliseerd zijn aan een supernationaal front, om onder Gods leiding een nieuwe wereld op te bouwen.

De Oxford-groep is een zoo grondige revolutie, dat geen andere revolutie noodig, of zelfs mogelijk is."

Men lette ook op het exclusieve, dat spreekt in de propaganda. „De Oxford-groep is een beleven, geen organisatie. Men kan er geen lid van worden, noch zijn lidmaatschap opzeggen. Men is erin of staat erbuiten, al naar gelang men Gods bevelen gehoor z a a m t." Wie dus niet de hier gehuldigde opvatting inzake „Gods leiding" aanvaarden kan, staat er buiten, omdat hij niet gehoorzaam is. Welnu, wat wij voor leiding Gods houden, is volstrekt anders dan wat men hier daar voor aanziet. Voor ons besef kan men Gods leiding slechts volgen, ja, ook slechts kennen, als men de Schrift laat spreken. Hier is het „luisteren" naar God geen gehoorzaam volgen van de Schrift, doch een luisteren naar zichzelf: de eigen opwellende gedachten worden aangezien voor uitspraak Gods. De kerkgeschiedenis levert bewijzen ten overvloede van het onherroepelijk mislukken van zóó ondernomen pogingen tot het verstaan van Gods stem.

Zou de Schrift bij deze „groep" spreken, men zou een andere „toepassing" maken op de met vette letter gedrukte uitspraak: „Men kan geen goede ommelet van bedorven eieren bakken".

Blijkbaar gelooft men' hier niet aan den „ouden mensch" in den vernieuwden, niet aan het nog maar „klein beginsel" der gehoorzaamheid, dat ook „de allerhelllgsten" nog slechts hebben. Geen wonder ook, want hetgeen in den Catechismus op deze uitspraak volgt, dat n.l. desondanks de heiligen toch „met een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden Gods beginnen te leven", ook dat is hier een onbekende waarheid. Geen wonder dan ook, dat de bekende theoloog Emll Brunner zich hier zoo thuis gevoelen kan; hij heeft „het (ongrijpbare, onschrijfbare) gebod: (enkelvoud) scherp onderschelden van „de (concrete) geboden" (meervoud), en het „leven naar de geboden" wel moralisme, doch niet een beantwoorden aan Gods waren wil, niet een navolgen Gods genoemd. En daarom komt de ethiek der Oxford-groep klaar zonder Schriftuurlijk onderwijs (zelfs de tien geboden behooren volgens Brunner tot de „lex", de „wet", die iets heel anders is dan Gods eigenlijke goddelijke wil). De leer der machteloosheid slaat om in haar tegendeel. „Heeft U", zoo vraagt men hier, „heeft U eenlg idee wat zedelijk bederf is? Het is elk compromis, leder toegeven aan datgene in onszelf of in de wereld, dat den toets niet kan doorstaan van de vier eischen van Christus: absolute eerlijkheid, absolute reinheid, absolute onzelfzuchtigheid en absolute liefde — vaak dingen, die niet uitgesproken wit of zwart, maar neutraal lijken. Niet heelemaal schoone wasch is vuile wasch.

Verander den mensch en de volkeren zullen veranderen.

De wereld zegt: „Maar je kunt de menschelijke natuur niet veranderen!" Uit eigen ervaring weten wij dat dit een leugen i s", zoo luidt de conclusie.

Maar waar zóó over den mensch gedacht wordt, en zóó over zijn verdorvenheid, èn zijn macht tot zelfverbetering (men wil „een einde maken aan het bederf"), daar kan men wel uitroepen, dat „materialisme en zedelijk bederf" onze „werkelijke vijanden" zijn, doch in de werkelijkheid komt men tot denzelfden hoogmoed, als waarin Marxisten (en dus materialisten) als leerekooper zich verstrikten. Kleerekooper heeft eens het oprukkende proletariaat vergeleken met de eerste inkstergemeente; de kerk was natuurUjk van die Pinktergemeente zeer ver afgeweken. Niet anders klinkt ier het zelfverzekerde woord. Op denzelfden dag, waarp de kerk haar Pinksterfeest vierde, en deze Oxfordroep den Zondag misbruikte, klonk hun naïef-hoogoedig woord:

„PINKSTER-ZONDAG 16 Mei, 10.30 en 15.00 uur,

Stadion - Utrecht

PINKSTEREN VOOR EEN LAND

10.30 v.m. Licht voor een heel volk. Intocht van menschen, die per extra treinen uit alle deelen van Nederland komen. Een stoet van duizend buitenlanders, voorafgegaan door de Schotten in nationaal costuum met doedelzakblazers voorop. Vlaggen van de Volkeren."

En tegen 15.00 n.m. was aangekondigd de „ g e e s t e- lijke omwenteling van een heel volk". Alsof Joel (gelezen in het licht van Handelingen 2) kerk en volk nimmer had onderscheiden, wordt deze „geestelijke omwenteling" aangekondigd onder gebruikmaking van het bekende woord: „En het zal geschieden, zegt God, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vleesch. Uwe zoon en uwe dochter zullen profeteeren; Uwe ouden zullen droomen droomen; Uwe jongelingen zullen gezichten zien; ja ook over de dienstknechten en over de dienstmaagden zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten en zij zullen profeteeren." Men voegt daar aan toe: „Het eerste Pinksterfeest veranderde den loop van het wereldgebeuren. Dien dag werden in een stad duizenden menschen gedoopt door den Heiligen Geest en zij namen dienst om de wereld nieuw te maken. Kan deze Zondag Pinksteren beteekenen voor een heel land? Kan een nieuw licht in Nederland komen, dat het tot een baken voor alle landen zal maken? "

Joel, gelezen in het licht van Handelingen 2...

Ik heb me laten vertellen, dat, toen ter vergadering gevraagd werd, dat ieder, die niet wist, wat de „Handelingen der Apostelen" waren, op zou staan, het getal der van hun plaats verrijzenden ontstellend groot was. Geen wonder, waar de Schrift zoo weinig beteekent voor dit „nieuw Nederland". Maar voor ieder, die in de Handelingen der Apostelen de Handelingen van den verhoogden Christus ziet, is hiermee tevens de kloof tusschen deze menschen en ons pijnlijk gedemonstreerd.

Want waar Christus komt, om den eenheidswaan, ook van het nationalisme te breken (Hij brengt het zwaard der verdeeldheid, de antithese ook in het volk, de gezinnen), daar droomt men hier van „een Supernationaal Christelijk Front". Want, zoo verzekert men, „nationalisme kan een volk één maken; supernationalisme kan de wereld één maken. Door God geleid supernationalisme vormt de eenige ware grondslag voor wereldvrede".

En zoo zijn de psalmen en hymnen der Pinkstergemeente verdrongen door volgend „bruggenbouwerslied":

Staand op vaste gronden. Strand aan strand verbonden, Spant de brug. Sterk zijn rug. Waar Gods plan wordt gevonden Als land zich bindt aan land. Volk aan Volk, houden wij stand. Nauw saam verbonden. Op vaste gronden. Bouwende aan Gods plan. Een bi-ug van man tot man.

Over rivier en landen. Tot de verste stranden. Over nijd, Haat en strijd. Slaan wij onze banden. Vooruit klinkt het signaal, Voorwaarts marsch zonder gedraai. Nauw saam verbonden. Op vaste gronden. Bouwende aan Gods plan, Een brug van man tot man.

God, ons heele leven Willen wij U geven. Schenk ons kracht. Dag en nacht. Blijf ons leiding geven! Het werk roept tot de daad. Ieder onzer staat paraat. Nauw saam verbonden. Op vaste gronden. Bouwende aan Uw plan. Een brug van man tot m.an.

„Een brug van man tot man". Ach, wat staan we toch ver van elkaar. Ik kan die figuur van Emil Brunner maar niet kwijt raken uit mijn aandacht. Een brug van man tot man? Maar hij heeft allen bruggenbouw wereldsch verklaard; bruggen leggen immers verbindingen in horizontale richting? En het horizontale leven ligt onder het oordeel...

Zoo vlucht de principiëele verloochenaar van den bruggenbouw in het lied, dat dezen bouw lyrisch bezingt. En zij, die — evenals wij — principieel aan de mogelijkheid van bruggenbouw als Gode gevallig werk gelooven, willen naar deze menschen, of liever, naar hun theorieën geen brug slaan. Want zij zien hier niet de gehoorzaamheid, doch de ongehoorzaamheid, geen christendom, doch humanisme.

En dat is het benauwende in dit alles. De grenzenlooze oppervlakkigheid, alsof er geen Paulus, geen Luther, geen Calvijn, geen zooveel eeuwen van christendom geweest waren...

De anti-bruggenbouwers zingen van geslagen bruggen. En de pro-bruggenbouwers (maar dan naar het in de Schrift gegeven bestek) slaan geen brug naar Oxford toe. Marxist en nationaal-socialist kunnen beiden hier meedoen, en... dezelfden blijven. God komt niet met Woord en wet en evangelie over deze bruggen heen. En ik denk aan Emil Brunner. Niets, zegt hij, behoort tot de adiophora (de dingen, die er niet op aan komen). Niets, — want Gods „gebod" (enkelvoud) beteekent een gericht over alles. Maar daarna keert de stelling om in haar tegendeel: alle dingen vallen onder de adiaphora. Want de „geboden" (meervoud) zijn maar maak- en maar mode-werk, zoo verklaart hij.

„Nieuw Nederland" loopt van stapel?

„Oud Nederland" zet zijn reis weer voort.

Maar ik geloof in den Heiligen Geest.

En ik geloof een heilige, algemeene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen, vergeving der zonden, wederopstanding des vleesches, en een eeuwig leven.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1937

De Reformatie | 8 Pagina's