GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHEISEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHEISEN

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe houdt gij uw huisdokter in goede stemming?

II. (Slot.)

De patiënt moet verder zijn arts hierin vertrouwen, dat deze de beloofde gebeimhoucMng zal betrachten, ledere arts heeft, bij de aanvaarding van zijn ambt, zich onder - eede tot die geheim- SsS^midinig van datgene, wat hem, als arts ter oore \)imt, verp'licht. Zonder dit ambtsgeheim is trou- ^ns de uitoefening van het beroep van arts, niet jl mogelijk. De patiënt moet zijn arts absoluut innen vertrouwen, dat hij niet over hem bij ©en , , , , ; ., -jidiere paüënt zal gaan zitten praten. Ieder heeft ''' per slot van rekening zijn eigen boontjes te dioppen en al die particuliere dingen van een patiënt, ook al zit er op zichzelf niets Icwaads in, gaan ©en ander nu eenmaal niets aan. Sommige patiënten kunnen het echter in dit opziclht liun arts leelijk lastig maken. En dan heb ik nog niet eens die gevallem. op het oog, waar de vraag van den kant v, an den steller bezien, en ook wel van den kant van den arts, volkomen begrijpelijk is. Zoo, b.v. wanneer een Mevrouw ons opbelt en om Lalicliltingen vraagt over een meisje, die zij als dienstbode wil huren en als zij dan zegt: „lüjk u ©ens, idokter, ik heb zelf nog kleine Imiideren en nu hoor ik, dat dat meisje nog al eens hoest; komt ze ook uit een tbc.-gezin? "

Het is niet anders dan te prijzen, dat diie Me- VI10UW zoo zorgzaam voor haar kinderen is en zoo oplettend bij de keuze van een dienstbode ee elke arts kan een dergelijke voorzichtighieid niet landers dan prijzen. Maar toch zal de huisarts (let wel: ik zeg: de huisarts en niet ©en andere, controdeerend arts, die die Mevrouw ziclh zou kunnen kiezen) op die vraag geen antwoord mogen geven, óók niet al zou hij weten, dat die..SiOllicitante een gevaarhjke, open longtuberctiloise had!

Dan moet hij b.v. maar zeggen: Mevrouw, ik zou u raden, wanneer u twijfelt, eischt u, dat dat meisje zich eerst aan een medische keuring onderwerpt door een arts van uw keus.

Dit zijn ook groote moeilijkheden; maar ik heb toch nog veel meer het oog op dat napraten na de eigenlijke visite. Dan begimien ze: „Dokter, hoe gaat het locli wel met die en die? Wat heeft hij nou toch eigenlijk? Zou dat nou niet komen, omdat hij alüjd ZOO' raar geleefd heeft? Daar hebt u toch zeker óók wel eens van gehoord? " En dan komt er dikwijls nog heel wat over zooi iemand. Dan vraag ik me wel eens af: waarom willen de mienschen dat nu zoo' graag van een dokter weten? Zouden zij het zélf zoo plezierig vinden, als een ander, misschien wel iemand, dien ze niet goed zetten kunnen, zich, via den dokter, eens in him narigheid ging zitten verlustigen! En dan verder: wat heeft men er tenslotte aan? Er staat ook ergens, dat men zijns naasten eer ©n goed geruclit naar zijn vermogen moet helpen bevorderen. Let wel: goed gerucht en eer! Het lijkt wel eens, alsof die twee voor de gewone conversatie niet alüjd interessant genoeg zijn!...

Ben patiënt, die ook in dit opziclit zijn huisarts ten volle vertrouwt en kan vertrouwen (!), kan in zekeren zin alles aan zijn huisarts kwijt. Het is voor een mensch dilcwijls tocli al moeilijk eenigszins intiemere zaken aan een ander te moeten vertellen. Vele patiënten moeten daartoe eerst een volkomen natuurlijken weerstand overwiimen. De finesses van een bepaald ziektegeval krijgt ook de huisarts dikwijls pas eerst te hooren na diverse visites bij den patiënt afgelegd te hebben. En pas dan heeft de patiënt rust getoegen. Wat hij te zeggen had, zeggen móést, maar niet durfde zeggen, is hij nu kwijt aan een volkomen vertrouwd iemand. Hij lieeft a.h.w. zijn bezwaren, zijn lichamelijke en ook zoo' dikwijls geestelijke moeilijkheden „opgebiecht". Maar... hij doet dit nooit als hij zijn huisarts op dit punt van absolute geheimhouding niet voUedig vertrouwen kan; en dan Mij ft die zieke met een deel, ja meestal met Iteitj belangrijkste deel yan zijn zwarigheden zitten. Hij durft, hij kètn ze lüet uiten. En wat is het gewlgi? '

Dat de arts, die eenige ervaring heeft, al' gauw merkt: die man houdt nog iets achter; er zit meer achter dit ziektegeval dan zooi oppervlakkig wel schijnt. Maar die arts zal dat nooit te weten komen en daarom z; al hij het gevoel krijigen en houden, dien paüënt eigenlijk maar half te behandelen. De huisarts houdt een onprettig gevoel, zijn goede stemming is weg, ook al do, et hij schijnbaar nóg ziooi vTiendelijk. En de paüënt? Die verkeert in een dergelijke positie. Hijl slikt wel het dranlcj© en hij houdt wel dieet, maar omdat hSj, weet, wat hij aan zijn huisarts niet heeft kunnen vertellen, weet hij ook zeker, dat die dokter zijn ziektegeval niet geheel door kan hebben. Endaarom weet hij heel goed, dat de diepste oorzaak van zijn klachten niet behandeld wordt. Ook hij' is niet in de goede stemming, Zooals reeds eerdel' gezegd, de patiënt moiet eigenlijk „geloof" hebben in zijn arts. Zulk een geloof kan, vooral wanneer het heel sterk is, wonderen verrichten. Daarviani zijn de sterkste voorbeelden bekend. Maar déze. patiënt kan geen geloof in zijn dokter hebben, want de zooi essenüëele factor van het volledig vertrouwen in hem ontbreekt.

Ten slotte wil ik u nog op oen zeer belanigrijk punt wijzen, dat met het voorgaande ten nauwst© samenhangt. Die verhouding van wederzijdsdh volkomen vertrouwen kan alleen tO't stand komen als de paüënt vrij is, wien hij als zijn arts zal kiezen. Kort gezegd komt dit dus neer op de „vrije artsenlieus".

Die vrije artsenkeus is de laatste jaren een omstreden gebied geworden. Van verschiUende zijden wendt men pogingen aan om die de wereld, ali^ thans Nederland uit te krijgen. De ziekenfondsen zouden goedkooper uitkomen als de vrije artsenr keus opgeofferd werd, voert men b.v. wel als argument aan. Ik vind dit eigenUjk geen argument. Het vermateriaUseert de verhoudüig van zieke tot arts op een verschrikkelijke wijze. Wie ©enm.aal heeft leeren inzien en aan den lijve oindervondeni het grooite voorrecht dat de vrije artsenkeuze biedt, zal die niet spoedig meer willen missen, óók niet voor de macht van heel wat geld. Volledige vrije artsenkeus is ér natuurlijk nooit. De artsenkeus

zal in iedere plaats altijd eenigermate beperkt zijn. Men is nu eenmaal op de doktoren, uit de plaats, waar m^en wooiit, of soms op die uit een vlakMj gelegen plaats aangewezen. Dan zijn verder aan, een ziekenfonds niet alle artsen uit een plaats vetrbonden. De ziekenfondspatiënt, die aangewezen is óp 'deze artsen alleen (al is dit meestal wel liet overgrooto deel der ter plaatse gevestigde doktoren), geniet dus todh al minder voorrechten, dan de particuliere piatiënt, die geheel vrij is in zijn keuze. "We zien dan ook herhaaldelijk, diat menschen, die lid zijn van een ziekenfonds en nog wel iets kuiuien betalen, zich tóch particulier laten behandelen; ze krijgen dan de medicijnen wel uit de ziekenfondtsapotheek of voor rekening van het ziekenfonds, maar voor de behandeling kozen ze liever den dokter, in wien ze nu eenmaal „geloof" hebben en die, jammer genoeg niet aan het zie^ kenfonds verbonden is. Reden dus, om het aantal artsen aan een ziekenfonds verbonden, niet nqg eens verder te gaan inkrimpen, maar juist, om dat aantal zeer ten gerieve van de vele patiënten, zeker zoo groot mogelijk te makien.

Natuurlijk, we moeten eerlijk zijn, zijin die mo^ üeven van vele patiënten, die leiden tot de keuze van een bepaalden arts, ook niet altijd even zuiver. Er zijn eronder van heel wat minder allooi; ik kan gerust wel zeggen van minderwaardig allooi, als b.v.: die dokter „rekent" niet zooveel •voor een visite, of: die dokter „geeft" zooveel medicijnen, of: die dokter woont zoo lekker dichtbij, of: van dien dokter kom je nog eens wat te weten, of: je hoeft bij hem niet eens naar zijn odhtemdspreekuur te komen: - je kunt hem, ook voor kleinigheden, als een slaappoedertje voorschrijven, wel aan huis laten komen, enzi. enz.. Maar dat alles neemt niet weg, dat we daarom aan de patiënten nu, maar niet zoowat alle keus moeten ontnemen. Het misbruik mag nooit reden zijn om het juiste gebruik te verbieden.

De redhte motieven bij de keuze van een huisdtokter zijn niet zoo gemakkeUjk op te sommen, ©ven moeilijk als het dikwijls is, precies aan te geven, waarom iemand onze vriend is. Die motieven hangen samen, met wat ik boven noemde, dat „geloof in een bepaalden dokter. Men ziet in hem nu eenmaal den goeden, trouwen helper, als de nood daar is; den man, aan wiens zorgen men zijn leven .gerust durft toe te vertrouwen. Dan is het best mogelijk, dat die dokter heusclh niet de knapste, de „geleerdste" is. uit die plaats. Het gebeurt wel meer, dat iemand, die in zijn studietijd heusch niet uitblonk, toCh later een heel groote praktijk kreeg, terwijl een vlugge kop-, die m korten tijd bergen litteratuur weet te verzetten, en, hopen weet, soms niet meer dan een schamiel bestaan heeft Trouwens over de „geleerdheid" van een dokter kunnen de mensdhen tóch niet oordeelen. Ze zien soms ©en kwakzalver nog wel voor bizonder „geleerd" aan. Maar toch zal er kracht uitgaan van zoo iemand, in wien men „geloof" heeft, hij zij geleerd of niet geleerd. Want zijn patiënt vertrouwt hem ten volle, geeft zich. geheel aan hem over. En dat vertrouwen maakt, dat soms maar een simpele opmerking of handeling van dien arts een suggestieve kracht krijgt, die den zieke tot rust zal brengen en zoodoende oen geestesgesteldheid scheppen, idie zeer bevorderlijk is voor een vlotte genezing der onderhavige ziekte. Een patiënt geneest nu eenmaal niet door medicijnen alleen. De medicijnen zijn zelfs heel dikwijls niet eens de hoofdzaak!

Vrije artsenkeus; het is een zekere term geworden en men realiseert zich wel eens niet altijd wat dat inhoudt. Maar men zou ze maar eens moeten missen! En het zou me sterk benieuwen, hoe diverse van die vurige „aanvallers" op het beginsel der vrije artsenkeus zich zouden gedragen, als ze in hun eigen gezin eens te kampen kregen met ernstige ziekte; nu eens niet maar een ver'koud^ heidje, maar een aandoening, waarbij het er voor een hunner dierbare gezinsleden om zou gaan: er op of er onder! Ik vermoed ten sterkste, dat eii; dan in die situatie door hen gehaald zou worden, die dokter, in wien ze het meeste vertrouwen hadden, desnoods tegen flinke honoreering! De natuur is wel eens sterker dan de leer. Ik zou hun dat niet kwalijk willen nemen, maar zij dienen dan ook te bedenken: wat gij niet wilt, dat u gieschiedt, doet dat ook aan anderen niet. Gnnt dan ook den ander, den in een ziekenfonds verzekerde, een zoo ruim mogelijke artsenkeus.

Nu is het gelukkig in ons landje nog zoover niet Bijna alle Nederlandsche ziekenfondsen bieden hun leden nog deze zoo ruim mogelijke artsenkeuze aan. Maar daarom dienen de ziekenfondsleden wèl hun oogen open te houden, opdat, hetgeen nu aan vrijheid genoten wordt, hun niet te onzaliger ure ontnomen worde. Laten de patiënten er ook werkelijk dankbaar voor zijn, dat wij' nog dergelijjk© ziekenfondstoestanden hebben, want dat is een ontzaggelijlc voorrecht!

Maak dan ook van dat beginsel der vrije artsenkeus geen misbruik. Want daardoor zoudt ge het èn bij de ziekenfondsen èn bij de artsen in dish crediet brengen. Er zijn nu eenmaal van die menschen, die zich om de minste reden, b.v. hun dokter heeft 's morgens maar 25 gram watten opgeschreven en ze hadden graag 50 of 100 gram ge^ had, over laten schrijven naar een anderen dokter, „dio meer geeft". Menschen, die zóó doen, beoierven op den duur de zaak grondig. Want heb ziekenfonds zal dan inderdaad een administialieven rompslomp krijgen door al dat overschrijven, die in de verste verte niet verantwoord is door al die pieUutlige motieven en tusschen arts en patiënt zullen de banden steeds losser worden. Want het is niet mogelijk, dat op zulk een wijze ooit een goede verstandhouding tusschen een dokter en een patiënt tot stand komt.

De goede verstandhouding kan alleen tot stand komen, als de patiënt aan den dokter zijn algeheel vertrouwen schenkt, op de wijze zooals dit zooeven besproken is. Dan hangt de toegenegenheid van een patiënt niet meer af van een „fleschije staal" meer of minder. Dan krijgt de dokter ook steeds meer „hart" voor zulk een gezin, dat hij natuurlijk ook steeds beter gaat kennen. Dan wordt de behandeling van den zieke een dubbel genoegen en de Wijdschap over verkregen genezing na ernstige ziekte zal aan beide zijden even groot zijn.

Dan is er, en dan blijft er, beiderzijds, de ware stemming!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHEISEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1937

De Reformatie | 8 Pagina's