BOEKBESPREKING
Toychiko Kogawa: „Niets hebbend, en alles bezittend". J. N. Voorhoeve —• Den Haag.
Over Kagawa heelt ons blad nog pas geschreven. Men weet dus, hoe wij over hem denken. Het boekje geelt van Kagawa zelf 38 pagina's ruim gedrukt. Er is hier en daar wel iets, dat ons treft, maar het geheel kan ons niet bekoren. Telkens stuiten we op gedachten, die principieel onjuist zijn. De mensch heet hier „een dobbelaar Gods". De profeet Jeremia wordt in het ontvangen eener profetie met den schrijver, die op het lezen ervan aangewezen is, gelijk gesteld. Boeddha en Franciscus worden met elkaar vergeleken. Het lijden heet Gods grootste gave. De kwestie van den oorlog wordt afgedaan met beeldspraak. Christus' Woord inzake het hebben van één oog, of dan wel van twee oogen in betrekking tot het al of niet ingaan in het Koninkrijk Gods wordt in verband gezet met de kwestie van meerdere of mindere begaafdheid. Enz. Enz. Daarbij komt spraakverwarring b.v. inzake het echte
communisme, en een onzuivere exegese.
A. K. Straatsma: „Storm en Stilte". J. N. Voorhoeve — Den Haag.
Na Ps. 73 te hebben afgedrukt geeft het boekje 25 pagina's, waarin opmerkingen worden gegeven naar aanleiding van dien psalm. Hier en daar geeft het treffende opmerkingen, waarin wel niet steeds de diepgang van den psalmdichter bereikt woi'dt, maar toch wel behartenswaardige dingen gezegd worden. Over het plaatsbekleedende lijden van Christus spreekt de schrij
ver anders dan wij het zouden doen.
K. S.
Cita en Suzanna Malard: „De levende God". Alg. Kath. Uitg.-Mij Urbi et Orbi, Ondiep 6 — Utrecht.
Dit boekje, dat de Roomsche signatuur duidelijk verraadt, geeft „een radio-reportage over de passie des Heeren". Heusch? Ja en neen, al naar u het opvat. Het is n.l. een vertaling van „Le Dieu vivant", een creatie van Cita en Suzanna Malard, moeder en dochter, laatstgenoemde een dichteres. Verleden jaar is het stuk gedurende enkele dagen van de „stille week" uitgezonden door Radio Parijs. In den vorm van dialogen wordt dan het lijden des Heeren geteekend, zooals het heet te zijn gezien door een hedendaagsch „neutraal" journalist. Pater Hermans, die het voor Nederland inleidt, meent, dat het een moeilijk te overschatten apologetische waarde heeft. Voor menschen, die van den Bijbel niets meer weten, kan het inderdaad dienen ter opscherping van de aandacht voor het evangelisch verhaal. Overigens is de „reportage" in ho oldzaak gebleven in het kader der vertelling, en slechts een enkele aanduiding waagt zich hier en daar aan de „duiding". Die laatste is dan typisch Roomsch. De hostie en de priester treden op tegen het eind. Het lijkt ons geen model voor gerefor
meerden.
K. S.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1938
De Reformatie | 8 Pagina's
