GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

....in den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel. Handel. 3:6.

Grootere werken.

„Vooi'waar, voorwaar zeg Ik ulieden, die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en zal grootere doen dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader" zoo sprak de Heiland in Zijn afsctieidsredo tot Zijn discipelen.

Nu i s Christus heengegaan tot den Vader. En de apostelen geloovcn in Hem. Dus hun werk is nu grooter, heerlijker dan 't werk, dat Christus deed tijdens Zijn omwandeling op aarde. Natuurlijk, want Christus' eigen werk is nu, na Zijn hemelvaart, nadat Hem alle macht is gegeven in hemel en op aarde, grooter, intensiever dan het vroeger was. En Hij doet Zijn werk nu door Zijn Kerk, door Zijn apostelen. Dus ook hun werk, dat ze verrichten door Hem, is nu machtiger, rijker dan al de arbeid van Jezus Christus in Zijn vernedering.

Dat geldt ook van het eerste wonder, dat ons vermeld wordt na de uitstorting van den Heiligen Geest. Do schijn is hier tegen. De opwekking van den jongeling te Naïn, vooral van Lazarus, dio al A'ier dagen begraven was geweest, schijnt voel grooter werk te zijn dan de genezing van dezen kreupele met de daaraan verbonden geloofsdoorbraak. Maar we gelooven den Heiland op Zijn Woord. En al is dan de schijn tegen, in dat geleofs-voor-oordeel: dit is een grooter werk, gaan we tot onzen tekst.

Deze kreupele was een verharde zoon van vader Abraham. En dit is het grootere werk, dat deze verharding stuk breekt op het noemen van den Naam van Jezus Christus en de kreupele wordt tot een zoon van Abraham m het geloof.

Deze kreupele een man, die in verharding leefde? Laat ons zien.

Hij was een bekend type in die dagen. Iedereen kende hem, dat hij zat te bedelen aan de Schoone Poort van den tempel. Zelfs wist men nog nadere bijzonderheden van hem: dat hij niet op later leeftijd kreupel geworden was, maar 't reeds was van zijn geboorte af. Dat is alleen mogelijk, als hij reeds geruimen tijd op z'n vaste plaatsje gezeten had; er ook al zat, toen de Heiland den tempel in- en uilging. Christus is, wellicht meermalen, hem gepasseerd. Hij heeft gehoord van Diens prediking, men heeft hem verteld van Zijn wonderen. Maar nimmer heeft de kreupele in zijn nood de loevlucht genomen lot Jezus. Misschien liet hij zich daarvan terughouden door de \Tees, dat de tempelbeambten hem, als hij zich tot Jezus wendde, zijn voordeelige plaatsje zouden afnemen; in ieder geval tot Jezus, met Wien hij in zoo nauwe aanraking kwam, is hij nooit gegaan.

En nu i< omen Petrus en Johannes er aan. Hij kent hen natuurlijk — zoo'n straattype is met alle dingen, die gebeuren, op de hoogte. Hij weet van de wondere gebeurtenissen op dien Zondagmorgen; hij heeft gehoord van de prediking van Petrus; maar zelfs, als Pelrus tot hem zegt: „Zie op ons", komt nog niet de gedachte aan iets anders bij hem op; ^elfs, als de mannen, waarvan hij wist, dat ze optraden als verkondigers van de vergeving der zonden, voor hem staan, denkt hij aan niets anders dan aan geld. Ja, wel verhard, vermaterialiseerd is deze, zoon van het verbond. (Vrij zeker had hij al gehoord van de bijzondere zorg voor de annen in de eerste gemeente en dan komt zijn verharding nog sterker uit: wel te willen genieten van de voordeden van het Evangelie, maar van het Evangelie zelf zich afkeeren.)

Tot dien in verharding levenden bondeling komt nu het heilswoord, heel kort maar — hij wist er al van, anders was die heel korte prediking niet genoeg geweest, weer een blijk van verharding tot nu toe — alleen maar de Naam van Jezus Christus den Nazarener en de deuren van zijn hart springen open, het verlangen naar het heil in Christus wordt gewekt en tegelijk vervuld', hij gelooft in den Heere Jezus Christus en door het geloof staat hij op zijn voeten, verzoend met God, genezen van zijn lireupelheid, lovende God.

Een grooter werk van die geloovige apostelen? Ja, want ze waren „bedienaars van het Nieuwe Testam'ent des Geestes", de Geest van den verheerlijkten Christus brak door hun Evangeliewoord het hart van dezen verstokten zondaar open.

Nog doet de Kerk grootere werken, telkens als zij Gods Woord verkondigt. Dat is geen ijdel spreken, dat is de bediening van den Heiligen Geest.

Nu wil ik alleen maar luisteren. Nu wil ik niet langer vragen, of mijn begeerte naar het heil wel diep genoeg is en oprecht; ik wil alleen maar gelooven het Woord van den 'Heiland van die grootere werken, dat nu nog door de prediking van het Evangelie de heilsbegeerte, waai' ze geheel ontbreekt, zelfs bij verharden, gewekt wordt en

vervuld. Dan mag ik ook alles, wie ik ook ben, vinden in Hem, in Zijn Woord.

God zij geprezen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's