GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

.... ter tijd nu, als het brandoffer begon, begon het gezang des HEEREN met de trompetten, en met de instrumenten van David, den koning van Israël. 2 Kron. 29:25—27..... De Levieten nu en de priesters prezen den HEERE, dag op dag, met sterkluidende instrumenten des HEEREN. 2 Kron. 30:21.

!> : , iï; 3r; ? S, Scliul(ll)elödenis, met muziek.

We zouden er haast overheen lezen. En als het goed tot ons doordringt, kunnen we er haast niet overheen kómen. We zijn geneigd, een interpellatie te houden: is het den schrijver der Kronieken niet bekend, dat dit een tijd van boete, berouw en schuldbelijdenis is?

Een volk dat met zijn koning afgezakt is: Achaz, ridder van de droeve figuur, die onder de beukende slagen Gods zijn heil en heul bij de vijanden Gods zoekt, en zich zelfs zóóvcr verlaagt, dat hij offert aan de goden der Syriërs die hem verslagen hebben, üi de hoop, dat ze h'ém óók eens vriendelijk aankijken zullen.

Die dan, als ook dat niet baat, in zijn roekelooze woede zich op den Tempel des HEEREN en de Tempel-gereedschappen wreekt. „Dit was de koning Achaz" (2 Kron. 28:22), en zijn volk was net zoo.

Nu is Achaz begraven, en Hizkia koning. Die wil het weer ophalen. j

De gesloten en verontreinigde Tempel gereinigd en heropend; er ging een week mee heen, om het vuil uit den Tempel weg te halen... ! Een week is er noodig voor de priesters, om weer dienstbekwaam te worden door heiliging. En zoo gaat het voort: gereedschap, volk, alles is onbruikbaar, besmet door zonden en afgoderij.

Wat is alles verzakt, verziekt, bedorven! Zondoffers en brandoffers moeten gebracht, voor Koning en volk, voor priesters en levieten.

Bloed moet er vloeien, bloed en nog eens bloed, om verzoening Ie doen. Hoort bij dat alles muziek?

Jaren lang is het Pascha, net als alle hooge feesten en heel de heilige dienst des HEEREN, verwaarloosd, verzuimd, geminacht, geweigerd.

Bijeengeroepen door boden van den koning, zal het volk het Pascha weer gaan vieren. Maar de onkunde is zoo groot, dat velen niet de minste notie hebben, hoe het moet worden gevierd, en zich het oordeel des HEEREN zouden hebben op den hals gehaald, als niet de voorbede van Hizkia bij God tusschenbeide was getreden, 't Is er wel droef gesteld, bij die feestgangers!

Hoort bij dat alles muziek? Is dat niet een schrijnend con 1 rast, een wanklank, ©en dissonant zonder oplossing?

Schuldbelijdenis met muziek, is dat niet een tergen Gods? Kermen, klagen, slaan op de borsten, scheuren der kleeren, was dèit niet passend geweest?

De Schrift spreekt anders. De muziek van het Tempelorkest, indertijd door David ingesteld, was een gebod van God geweest (29:25).

Hizkia wil de reformatie volledig doen zijn; geen half werk leveren. Ook de Tempelmuziek moet weer klinken; ook dat is een spraak van bet vergaderde volk tot den HEERE. Zoo wilde God het; zoo wil Hizkia het.

30:21 vermeldt uitdrukkelijk: met sterkluidende instrumenten des HEEREN, letterlijk: met instrumenten der macht des Heeren. ^)

Dus: inslnimenten, waarmee men de macht der genade des Heeren prees.

Muziek, als middel tot reformatie. Om het hart te treffen, ' zoodat het doorbreekt tot geloof, en tot den Heere weerkeert.

Muziek, om 't hart te verbreken in berouw en schuldbelijdenis. Om den Heere te doen aangrijpen in Zijn belofte, in Zijn verbond, dat van geen wankelen weet. In Zijn genade en barmhartigheid'. (2 Ki'on. 30:9.)

Muziek, om te leeren zeggen: „Verhoor mij toch, bewijs mij Uw gena, en antwoord mij, die voor Uw aanzicht sta". En, aangrijpend de belofte van ontferming, te betuigen: „Uw aangezicht, in gunst tot mij gewend, schenkt mij in 't kort verzadiging van vreugde".

Schuldbelijdenis met muziek. Want uit het berouw van Psalm 51 wordt de jubel van Psalm 150 geboren.

Er is geen rechte schuldbelijdenis, zonder het zien en aangrijpen van de genade des Hoeren. En die móét een zondaar wel loven doen. Bidden leert aanbidden. „Want Uw is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid' in der eeuwigheid", daar loopt het gebed op uit.

En bovendien, een menschenstem is zoo klein, zoo enkel. Te zwak en te simpel voor lofzang. Als God in den Heiland dan toch ook zoo' groot is in goedheid, dan moet wel alles in beweging komen voor Hem, tot Hem.

Een wóórd-alleen kan het niet zeggen, wat er leeft in een begenadigde. Dan grijpt hij om zich heen, om htdp. Dan moet alles hem bijstaan in lof. Aarde, rivieren en gebergten 'kan hij niet laten zingen, die kan hij slechts oproepen. (Psalm 98). Instrumenten heeft hij om 't grijpen; dan moeten die helpen loven I

En dan blijft het nog zoo ver beneden wat God waard is.

Maar daar mogen we niee volstaan: met alles te geven, wat Gód eerst óns gaf. Alles in actie te zetten, wat ons kan helpen, om Hem te zeggen, hoe blij Zijn genade ons maakt.

Mobilisatie van heel het leven, voor lofzang! Ontginning van alle schatten der schoonheid voor Hem. Zoo vallen de grenzen weg van „natuur" en „genade". Alles geadeld tot dienst!

En wat daarvoor, ook in muziek, niet kan dienen, daarmee gebroken.

Ik denk, dat hiermee heel wat muziekproblemen vervallen. En méér „cultuur"-problemen. Ik denk ook, dat we hierin nog heel wat dóór-gaande „reformatie" behoeven. David en Hizkia zagen het toch wel goed. Vanzelf, — omdat God het hen zien dééd üi Zijn bevel: „want dit gebod was van de hand des HEEREN, door de hand' van Zijn profeten." (29:25).

Laat ons probeeren, er wat meer van te profeteeren, in plaats dat we van 't ontbreken van bevelen gaan profiteeren. ^)

Want het getuigenis van Jezus is de geest der profetie. (Op. 19:10).

D. BROER Jr


1) Vgl. S. G. de Graaf, Verbondsgeschiedenis, I, Kampen, 573—575.

2) Zinspeling van Dr K. Schilder, in een artikel indertijd over Adiaphora (middelmatige dingen), in „De Reformatie".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1938

De Reformatie | 8 Pagina's