GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maranatha. 1 Kor. 16:221).

Jaarwisseling.

Laat ons met het hierboven geplaatste tekstwoord voorzichtig zijn — ook op den Oudejaarsdag. Het valt niet te ontkennen, dat het woord Maranatha in de z.g. Maranatha-beweging een speciale beteelsenis heeft gekregen. De Maranathabeweging toch wil — naar de eigen woorden van haar Leider — in de christelijke kerken het bewustzijn doen herleven van de toekomst van den Heere Jezus Christus. Zij is in verband daarmee niet buiten-kerkelijk, maar boven-kerkelijk en sti'eeft er naar dat meer dan te voren het oog gevestigd wordt op de teekenen der tijden.

Paulus schrijft dit woord evenwel aan de gemeente Gods die te Korinthe is. Dit woord is gericht tot een bepaalde lierk tot wie de apostel zich richt en is dus verzonden aan een bepaald adres. En wij zullen er goed aan doen ons af te vragen, welke reden Paulus wel gehad mag hebben om dit woord juist aan die gemeente te schrijven. Het woord maranatha was wel in meer kerken bekend. „Het werd geregeld bij de godsdienstoefe> ning en misschien ook verder gebruikt, evenals ons Amen" (Groslieide). Het moet zóó bekend zijn geweest, dat Paulus het zelfs onvertaald hier kon weergeven. Maranatha is n.l. een arameesch woord en beteekent waarschijnlijk Heere-kom! i) Dit woord] heeft in de Grieksch sprekende landen en dus ook te Korinthe zoo veel bekendheid gekregen dat het door predikers van het evangelie in de Grieksche wereld onvertaald kon worden weergegeven indien zij uitdrukking wilden geven aan het gebed der gemeente in verband met 'sHeeren wederkomst. Dus behoort dit woord tot het vaste gebed der gemeente en zoo vinden we deze uitdrukliLng terug in het slothoofdstuk van de Openbaring van Johannes: Amen! Ja kom — Heere Jezus.

Maar met dat al blijft de vraag waarom Paulus dit woord nu juist schrijft aan de kerk te Korinthe, terwijl deze l)ede toch blijkbaar in elke kerk tot wie de apostel zich richtte, bekend was.

In hoofdstuk 1 heeft de apostel opgesomd waar- Toor te danken viel met het oog op den toestand Tan de gemeente te Korinthe. Dan staat ei- dit: dat gij verwacht de openbaring van den Heere Jezus Christus, welke God u ook bevestigen zal tot het einde toe om onstraffelijk te zijn in den dag van onzen Heere Jezus Christus (vs 7b, 8).

Er was nog toekomstverwachting bij de kerk te Korinthe. Deze verwachting was één van de weinige dingen, waarvan met dankbaarheid melding gemaakt kon worden. Bij andere kerken vielen in de dankzegging wel andere dingen te vermelden, maar bij de dankzegging over de kerk te Korinthe valt de nadruk op de toekomstverwachting. En nu grijpt Paulus aan het slot van zijn zendbrief daarop terug. Hij heeft deze gemeente zeer ernstig vermaand en bestraft. Hij heeft eindelijk dit krasse woord gebezigd: Indien iemand den Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking. Dan weet Paulus, aan het einde van zijn schrijven gekomen, maar één ding meer te doen. Hij denkt aan de toekomstverwachting die er was en zegt dan de bekende formule, waarin aan deze verwachting uitdrukking gegeven werd: Marana-lha: Heere kom!

Paulus richt zich daarmee nog één keer zeer dringend tot deze gemeente. Er is toekomstverwachting, al is ze niet sterk. Er is een vaste gebedsformule: Laat de gemeente dan toch ook handelen overeenkomstig die verwachting. Laat ze er dan ook naar leven. Laat ze breken met die zonden, opdat deze gemeente onberispelijk mag zijn in de toekomst des Heeren. Laat de levenswijze dan ook bepalen de levensverwachting.

Wie dezen tekst zoo ziet in het verband, waarin ze gebezigd is, die verstaat het reeds, dat men zuinig moet zijn met dit woord'. Het gaat er niet om, bij de jaarwisseling een bepaalde stemming aan te kweeken door allerlei Maranathageroep. Het gaat er om ook heden de nuchterheid te bewaren.

Toch is dit woord Maranatha ook dan van groote beleekenis voor ons allen.

Wij staan als kerk des Heeren weer bij een jaarwisseling. En wij hebben dus eiken Zondag in hel midden der gemeente beleden ons geloof in God Drieëenig en het uilgesproken: Ik geloof in Jezus Christus, Gods Eeniggeboren Zoon, onzen Heere, — geboren uit de maagd Maria — opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des Almachtigen Vaders, vanwaar Hij komen zal om te oordeelen de levenden en de dooden.

Officieel is het dus ook met onze verwachting inzake de toekomst van Jezus Christus in orde. Maar dan moeien we er ook naar leven. Dan moeten wij allen daarop ook het oog richten en mede-arbeiden in het groote werk dat voltooid moet worden. Dan moeten wij in deze wereld die dreigt te bezwijken in de oordeelen, waarover we bij een terugblik op het .afgeloopen jaar veel kunnen hooren, niet alleen maar .spreken over verschrikkingen en ellenden, over revoluties en oorlogsgevaar, maar bovenal arbeiden in getrouwheid, door onzen goeden levenswandel predikers zijn van het heil des Heeren. Dan moeten we leven naar 's Heeren geboden, in stipte getrouwheid onze roeping volbrengen, opdat het werk Gods opgebouwd mag worden en de laatste der uitverkorenen toegebracht.

Doch dan moet er schuld beleden worden bij het hooren van het woord Marana-tha. Wij zijn immers als leden van de kerk des Heeren niet geweest het licht der wereld. Wij hebben ons dikwijls begeven op een weg, waar op niets goeds was te vinden. Wij hebben niet steeds het licht van Gods Woord opgelieven in het sociale leven en in het gezinsleven. Wij hebben dikwijls gehandeld alsof Gods geboden voor ons niet bestonden.

Bij de belijdenis van de zonde, die m het voorbije jaar bedreven werd, zal dan echter ook sterk zijn de begeerte om in de dagen van het jaar dat we binnentreden, Gods geboden te vervullen, opd, at de groote dag van de hereeniging van Christus en de Zijnen naderbij mag worden gebracht, zoodat het gebed der kerk verhoord zal zijn en de Heere gekomen zal zijn om het koninkrijk over te dragen Gode en den Vader.

De genade van den Heere Jezus Christus zij (daartoe) met u. (1 Kor. 16:23).


1) Andere vertalingen als: de Heere is gekomen-E.jl. zijn ook mogelijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1938

De Reformatie | 8 Pagina's