Over den doop.
Alleen moet het beginsel, dat hier geldt, vast gehouden, bij heel onse opvoeding, bij heel onze paedagogiek, en xoo ook bij den Dienst des Woords. Wij werken op onxe kleine en op onze groote kinderen, niet alsof se buiten genade stonden, maar in het stil vertrouwen dat er rteis genade in hen schuilt, en dot het die schuilende genade is, die onze opvoeding, ome "paedagogiek, onze prediking haar vrucht zal doen uitwerken , '
Als ge door genade gelooven moogt, dat in uw kind een kind van God schuilt, dan zegt ge uw kind niet terstond bij het opgroeien: „Lieve kind, gij sijt van uw eeuwige zaligheid verzekerd"; maar omgekeerd zult ge hein toeroepen: „Strijd om in te gaan, de weg is smal en nauw de poort die ten eeuwigen leven leidt".
Maar onderwijl zult ge heel uzv opvoeding zóó inrichten, alsof ge op reeds gewerkte genade bouwen mocht.
' Dr A. KUYPER,
, X> e Heraut", No. 9B4, B April 189S.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1938
De Reformatie | 8 Pagina's