GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit Amerika.

We willen onze reeks persstemmen over de reis van Prof. Schilder ook deze week vervolgen.

We geven nu het woord aan Ds H. Hoeksema, den redacteur van „The Standard Bearer", het blad van de Protestantsche Gereformeerde Kerken in Amerika. Deze Kerken zijn naast de Chr. Geref. Kerk komen te staan tengevolge van den strijd over de Gemeene Gratie.

Gé moet dit schrijven beschouwen als bestaande uit enkele losse opmerkingen, die me zoo maar uit de pen vloeien, in verband met het optreden en verblijf van Dr K. Schilder alhier.

Ik bedoel te 'Grand Rapids.

't Zijn slechts opmerkingen over indrukken. En ik heb bij' ervaring geleerd, dat men voorzichtig moet zijn met indrukken, vooral met zulke, die men ontvangt in tijden van meerdere of mindere spanning en dan weer vooral als zulke indrukken aangenaam zijn.

En ik meen, dat beide waar is van de indrukken, waarover ik thans enkele opmerkingen ten beste geef.

D'e enkele weken, die Dr Schilder bij ons doorbracht, waren ongetwijfeld gekenmerkt door zekere spanning.

Niet alsof hij daarvan de oorzaak was.

Doch in de eerste plaats was reeds zekere spanning veroorzaakt door het bekende Banner-artikel.

In 'de tweede plaats werden de menschen alhier opnieuw warm over de kwestie der „gemeene gratie", die wel blijkt in staat te zijn om de gemoederen te bewegen.

En vele menschen hebben in de laatste weken naar Dr Schilder geluisterd met de vraag in het hart, en ook op de lippen: welke zijde zou hij kiezen?

En terwijl ik dit schrijf, is Dr Schilder nog bij ons.

'De lezing over de „algemeene genade" moet nog gehouden worden.

Wat de blijvende vrucht zal zijn van des hoogleeraars bezoek, kan pas later worden beoordeeld.

Ik maak dus slechts enkele opmerkingen.

De ontvangst van Dr Schilder was in dit centrum van Amerikaansch geworden Hollandsche Gereformeerden 'veel beter 'dan het zich eerst liet aanzien.

Het thans beruchte Banner-artikel scheen eerst zijn' werk te zullen doen.

Reeds besproken en vastgestelde datums, waarop Dr Schilder zou optreden, werden weer opgezegd.

En het scheen eerst alsof de professor het 'hier niet erg druk zou krijgen.

Dan, dit werd spoedig anders. Vooral nadat hü voor een stampvolle kerk in Eastern Ave., gepreekt had, waar honderden van Protestantsche Gtereformeerden hem hoorden, en kort daarna voor een nogmaals stampvolle kerk in het gebouw, waar ondergeteekende gewoonlijk preekt, eene lezing had gehouden, werd des professors programma spoedig vol.

En hij kreeg het druk. Al te druk naar mijn oorde'el.

Vier of vijf lezingen in de week, en driemaal per Zondag preeken, allerlei samensprekingen en conferenties, — wie zou dat op den duur kunnen volhouden?

In de Protestantsche Gereformeerde Kerk te Fuller- Ave, heeft Dt Schilder gesproken over: „De Pluriformiteit der Kerk".

'De kerk was stampvol.

Om acht uur zou de lezing beginnen.

Om zes uur begonnen de menschen te loepen.

Om kwart na zeven was de kerk vol.

Ik ging met den spreker een beetje vroeg naar de kerk. En tot acht uur toe hebben we Hollandsche psalmen gezongen.

Dat was inspireerend!

Dat was inspireerend! En de lezing? Met 'hetgeen Dr Schilder zei, zal elk Gereformeerd mensch zeker moeten instemmen.

Aan het slot bedankte ondergeteekende den spreker en maakte de opmerking, dat we eigenlijk maar een telegiajn naar Kampen moesten zenden met het verzoek om verlenging van Dr Schider's „leave of absence".

Deze lachte echter en schudde zijn hoofd in negatieve richting.

't Zou niet gaan, meende 'htj.

'kHeb Dr Schilder ook persoonlijk ontmoet, meer 'dan eens.

Als ge hem de 'hand drukt en op zijn Hollandsoh (inplaats van ons „pleased tot meet you") zegt: „aangename kennismaking", wordt ge later niet teleurgesteld.

Ge moogt 'het met hem eens zijn of van hem verschillen, de kennismaking is en blijft aangenaam. Ge voelt u tot zijn peirsoonlijkheid aangetrokken.

Hij kon wel Amerikaan wezen. En ik bedoel dat nu niet in den zin van „die Amerikaan", die „onbesneden Filistijn".

Hij schijnt zich gemakkelijk te bewegen, thuis te geroelen. En ge gevoelt u ook gemakkelijk bij hem thuia.

Hij heeft niets van wat we hier in Amerika , put on' of ook wel , hot air' noemen.

Hij stelt zich niet aan.

Hartelijk, gul, open, vriendelijk, levendig in omgang.... den

G» ziet ik schrijf maar indrukken, net zooals ze me uit de pen vloeien.

'We hebben ook een conferentie met hem gehad.

Tegenwoordig waren: tien onzer Protestantsche Gereformeerde predikanten en zes studenten onzer school.

Doel: te trachten om elkander zoo goed mogelijk te verstaan.

Onderwerp?

Nu ja, waar zou 't nu op zulk een samenkomst anders over gaan dan over de gemeene gratie?

Resultaat? Ik geloof, dat het doel werd bereikt.

En ik ben ook overtuigd, dat we allen. Dr Schilder incluis, zeer tevredengesteld naar huis gingen.

Wilt ge 't naadje van de koiis weten?

Later dan. Ge moet niet vergeten, dat ik maar losse aanteekeningen maak.

Algemeens indruk:

Ik ben Hij en velen met mij, dat Dr Schilder's reis naar hier is doorgegaan.

En: hij moest hier wat langer kunnen blijven.

De Strijd over Doop en Verbond.

Verleden week ^) wezen we op het merkwaardige feit, dat een boek handelend over Doop, Verbond enz. door Hervormden, Gereformeerden en Ghr. Gereformeerden zéér werd geprezen. Een feit, dat vooral door de strijders Toor de vereeniging aller Gereformeerden wel met bijzondere vreugde zal zijn begroet!

Intusschen is er binnen de muren der Gereformeerde Kerken nog alles behalve eenstemmigheid over deze uiterst belangrijke werkelijkheden.

Zoo oefent b.v. Dr Berkouwer critiek uit op bovengenoemd boek van Ds Woelderink. het

Voorloopig zal dus de toestand wel blijven zooals ze reeds eeuwen was, d.w.z. : géén eenstemmigheid in dezen!

Zoo was het aanstonds in de Kerken der Afsöheiding.

Zoo blééf het na 1892. Wat een verschillen tusschen de beschouwingen van Kuyper, Bavinck, Lindeboom, Bos!

En zoo is het nog! Wie de uiteenzettingen der jongere theologen vergelijkt, b.v. die ivan Dr Kraan, Dr V. d. Zanden, Dr Sietsma, om maar niet meer te noemen, zal allerlei — en heusch niet maax onbeteekenende — verschillen ontdekken.

•Over dit verschijnsel schrijft H. A(lgra) in de (classica, le) Leeuwarder Kerkbode een interessant artikeltje. Het begint aldus:

Onlangs werd er beweerd, dat het vraagstuk van het Verbond toch zoo heel eenvoudig was. Daarom waa het onbegrijpelijk, dat er zooveel discussie over werd gevoerd.

Deze bewering is niet juist.

Het 'Vraagstuk is moeilijk.

Het is niet onze taak, dat in den breede te betoogen. Maar de discussies bewijzen het. Er is onlangs een magistraal boek verschenen van Ds Woelderink over het Doopsformulier. Daarin doet deze strijder voor de Gereformeerde waarheid een ernstige poging, om met name de Gereformeerden in de Hervormde Kerk voor te lichten en de onzuivere invloeden te bestrijden. Ds Berkouwer, ook een theoloog van zwaar kaliber, is het er niet in alle o'pziohten mee eene. Duidelijk blijkt juist uit zulk een boek en - zulk een bespreking, hoe moeilijk het vraagstuk is.

Dat komt in hoofdzaak door twee oorzaken.

In de eerste plaats bieden de Schriftuurlijke gegevens moeilijkheden. In het Nieuwe Testament komt weinig o'ver het Verbond voor.

Terecht is onlangs opgemerkt, dat er veel meer sprake is van het Koninkrijk Gods dan van het Verbond. Het Oude Testament bevat veel meer gegevens, maar daarbij rijst telkens de vraag, of datgene, wat gezegd wordt van het Verbond met Israël, ook zonder meer geldt van het Verbond met de Nieuw-Testamentische gemeente.

Dat is de eerste moeilijkheid.

Dat wil er maar nooit bij me in, dat in het Nieuwe Testament zoo weinig over het verbond voorkomt!

Ja, sommigen (niet H. AA) beweren dat op grond van het feit, dat het woord „verbond" in het Nieuwe Testament minder vaak wordt gebezigd — maar is dat niet je reinste biblicisme? Op denzelfden grond kan m-en beweren, dat het geloof in het Oude Testament minder voorkomt dan in het Nieuwe. Het woord geloof komt maar éénmaal in het Oude Testament voor, en gel o oven slechts enkele malen, tegen tientallen koeren in het Nieuwe Testament!

Wie de éénheid van Oud- en Nieuw-Testament vasthoudt ziet juist in het Nieuwe Testament overal de verbonds werkelijkheid.

Om maar iets te noemen.

Jezus Ohristus is, naar het woord des HEEREN tot Jesaja, gesteld „tot een verbond des volks" (42 : 6). Volgens Prof. Ridderbos wil dit zeggen: „Hij i s het verbond, heel de werkelijkheid van het 'verbond berust op Hem en is in Hem aanwezig", „heel dat verbond (is) in hem begrepen; al de zegeningen des verbonds

1) Dit stuk was bestemd voor het nummer van-3- Maart. zijn in hem werkelijkheid, al de beloften des verbonds in hem ja en amen; hij is het verpersoonlijkte verbond."

Als dit waar is komt dan niet de werkelijkheid van het verbond in al zijn woorden en daden klaar en krachtig op ons af ?

Als Jezus Ohristus inderdaad is het Hoofd van het Genadeverbond, de VervuUer ivan het Werkverbond, komt dan het verbond in het Nieuwe Testament minder voor dan in het Oude ?

Was onze Heiland in gesprekken, in gelijkenissen niet telkens bezig met de verbondsrealiteit (Kananeesche vrouw, gelijkenis van de wijngaardeniers b.v.)? Sprak Hij niet van het Nieuwe Testament (= Verbond) in zijn bloed? En zette Hö daarmee niet zelf het Heilig Avondmaal — dien disch des Verbonds — in rechtstreeksch verband met !het verbond?

Betoogt het Avondmaalsformulier niet, dat Jezus Christus „met Zijnen dood en bloedstorting het Nieuwe en Eeuwige Testament, het verbond der genade en der verzoening besloten '(heeft), als hij zeide: Het is volbracht!" en bedoelt het formulier daar niet mee, dat de verbondsrealiteit toen tot haar rijkste openbaring is gekomen, omdat juist toen al de „voorwaarden" des verbonds zijn vervuld ?

(Volgende week hierover verder.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's