GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

.... en hegon de voeten der discipelen te wasschen, en af te drogen met den linnen doek, waarmede Hij omigord was. Joh. 13:5.

Liefdedienst.

Jezus heeft de Zijnen met Zijn lijiden en sterven •willen dienen. .

Dat heett Hij niet alleen, van m-eet af, zeer duidelijk gezegd: „Want ook de Zoon des Mentschen is niet gekomen, om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot ©era rantsoen voor velen". Mark. 10:45, doch ook, bij den aanvang van Zijn lijden, op gelijke wijze getoond in de voetwassing Zijner discipelen.

Wij zeiden: op gelijke wijze; want de daad der voetwassching harmonieert met het woord, dat Jezus gebruikte voor Zijn dienen. Het is geen dienen als een slaaf, zonder eigen zeggenschap en wil; geen dienen in vereering, zooals we dat ia gods- en eeredienst vinden; geen dienen om te verdienen; geen dienen als de liturg; geen dienen als de adjudant; maar het dienen in persoonlijke betrekking, in intieme verhouding, in de overgave der liefde, komt hier vooral ia uit. Het is het woord, dat bij ons in den ambtsnaam van (den diaken, en in de diakones, bewaard is gebleven. Jezus denkt aan den dienst der barmhartigheid; den dienst der liefde; den dienst der persoonlijke toewijding. Het woord werd oorspronkelijk gebruikt voor het aan tafel dienen, dat gesdiiedt in de intieme, huiselijke sfeer^ door den vertrouwden bediende, of liever nog door de vrouw des huizes. Zoo gebruikt Jezus het, wel met terugslag op de voetwassching, in Luk. 22:27: „Ik ben in het midden van u, als een, die dient". In dit dienen volbrengt Jezus alles; tot het uiterste en nederigste werk der voetwassching toe; omdat Hij de Zijnen liefgehad heeft tot het einde, tot het uiterste, volledig. En niets was Hem te veel of te moeilijk, te gering of te smadelijk. Hij wasclit de voeten der Zijnen, - en droogt ze af. Zijn werk in Zijn dienen is volkomen.

Onder het aspect der lief de zet het Evangelie van Johannes heel het lijden en sterven van onzen Heere Jezus Christus. Als dienst komt het uit in het symbool der. voetwassching, dat Jezus er hier Zelf allereerst van geeft. Dus is het Ujden en (Sterven van Christus hier klaar geteekend als Zijn lief de dienst voor de Zijnen. En zoo moeten we dat dan ook allereerst gedenken.

Zijn liefde is het diep en ondoorgrondelijk geheim van Zijn lijden en sterven. Zijn liefde drong Hem tot Zijn dienst. Miensdhen hebben dat Hem niet aangedaan; Judas niet; en de Joden niet; en de Romeinen niet; en wij: niet; maar Zijn onpeilbare liefde heeft dat zelf op Zich genomen. Niets anders dan Zijii liefde, tenzij ge daar aan toe wilt voegen: Zijn liefde-tot-het-einde; Zijn volmaakte liefde; Zijn volkomen liefde; Zijn allesvolbrengende liefde; tot den dood, ja, tot den dood des kruises.

Liefdedienst voor de Zij^nen —, dat was het lijden en sterven van Christus. Liefdedienst tot het einde, omdat Zijn liefde tot het einde was. Liefdedienst, waarin Hij alles gaf; Zijn lichaam. Zijn ziel. Zijn bloed. Zijn leven. Zijn geest. Zichzelf, geheel. Volkomen overgave. Zooals alleen liefde geven kan. Alles voior anderen. Voor de Zijnen, die in de wereld waren, en die Hij liefgehad heeft tot het einde.

Liefdedienst, die geen grond vond in ons. Wij waren zondaren. Wij maken het alleen maar moeilijk. Wij zijn het niet waardig. Veel minder nog kunnen we 'er eenig recht op doen gelden. Wij waren hatelijk en elkander hatende; en het bedenken des vleesches is vij'andschap tegen God. Het is louter liefde-dienst.

Liefdedienst, niet als oogenblikkelij'ke opwelling, of als een zeker gevoel, dat de menschen ook al liefde noemen; maar liefde van eeuwigheid; Sn den tijd der oude bedeeling reeds wonderbaar betoond. Als het volk opstandig is, en murmureert, God verzoekt en met den Heere twist, in Massa en Meriba, staat God voor het aangezicht van 'Mozes bij den rotssteen, als een, die dient, en water, en het leven geeft; en de steenrots was 'Christus, Ex. 17:6; I Kor. 10:4.

Nu zouden we hier nog aan toe kunnen voegen, dat dit vrij willige liefdedienst was; maar eigenlijk spreekt dit vanzelf, en is vrijwillige liefdedienst een tautologie: gedwongen liefde o-f verplichte liefde of slaafsche liefde is geen ecMd liefde; liefdedienst in echten zin is altijd vrijwillig. En toch schuwen we de overtolligheid in de uitdrukldng „vTij'wilKge liefdedienst" niet, omdat we daarmee afzonderlijk en nadrukkelijk de aandacht vragen voor het vrijwillige, dat hier van zoo hooge beteekenis is, en dat ook in de inleiding tot de geschiedenis van de voetwasschling, v. 2—3, aangewezen wordt.

' Jezus begon de voeten der discipelen ..te- .wasschen, toen ze aan tafel zaten. Hij; was in het midden van hen, als een die aanzat, maar wilde in hun midden zijin als een, die dient. Daarom stond Hij op van het avondmaal, en legde Zijn kleederen af, en, nemende eeü linnen doek, omgordde Zichzelf, goot water in het bekken, en begon de voeten der Zijinen te wasschen. Jfuist zoo kwam het vrijwillige van Zijn handeling, die Zijn lijden en sterven symboliseerde, duidelijk uit. Hij zat met hen aan, maar nam de diensitknechtsgestalte onder hen aan, en vernederde Zichzelf voor hen. Hij' had het recht aan te zitten met hen, maar vernederde Zichzelf vrij'willig tot den slavendienst onder hen.

Dit deed Hij, toen de duivel in Judas' hart ge^ geven had, dat hij Hem verraden zou. Hij wist wat Hem Zijn vernedering kosten zou. Hij zou met Satan te doen krij'gen, en met de lafhartige boosheid der menschen. Hij zou hoon en spot, versmading en verachting, bange worsteling en ruw geweld ontmoeten. En in dat allesi zou Hij' de vloek en toom Gods tegen de zonde van heil gansche menschelijke geslacht dragen. Hij wist dit alles; en toch stond Hiji op, en verliet de plaats van aanzittende, en werd als een, die dient.

Hij deed dit, terwijl Hij Zich bewusit was, dat Hij het niet behoefde te doen. Hij wist, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan was', en tot God heenging. Het was niet Zijn lot. Het was geen noodzaak voor Hem. Hier was geen onvertaijdelijkheid. Hij' was niet in de handen der menschen, maar zij' waren allen, integendeel, in Zijn handen. Hij kon doen wat Hij' wilde. Hij was aller Heer en Meester. Hij' had de heerschappij. Hij was de Zoon. Hij behoefde niet te dienen. Hij' kon gebieden (Matth. 26:53). Hij kwam van God, en kon elk oogenblik weerkeeren tót God. Hij' behoefde niet te lijden noch' te sterven. En toch stond Hij op, en wilde dienen.

Alles stond Hem klaar voor oogen. Hij' wist tenvolle wat Hij' deed. Hij overzag alle dingen. Hij was Zichzelf volbewust. Niets werd door Hem verdrongen. Zóó stond Hij' op, en nam de dienstknechtsgestalte aan, en verrichtte het dienstwerk. En zóó kwam het uit, dat Zijh lijden en sterven Zijln volkomen ^Tijwillige liefdedienst zou zijii voor de Zijnen. Dienen in den volsten zin 'des woords; in volkomen liefde; in liefde tot ihet einde; in volle •vrijheid der liefde.

Nu zien we de voetwassching niet als voorbeeld voor ons, maar staan bij haar stil alleen als zinnetbeeld van Zijn lijden en sterven, dat ons getoond werd als Zijn volkomen, vrijwillige liefdedienst ivoor de Zijnen. Dan beseffen we, dat we in dat lijden en sterven niet allereerst ónze zaligheid, maar Z ij n liefde hebben te gedenken. Dan moeten we dat vóór alles geloovig aannemen; want liefde wil ontvangen en genoten worden. Dan weren we dat niet af, en laten Jezus niet met al Zijn liefde staan. We gaan daar niet, in onverstand, over praten. Gedenk aan Petrus Mj de voetwassching. Maar we ontvangen Zijn liefde, vol dankbaarheid en •vreugde, met blij'dsch'ap en zaligheid, , en we erkennen Hem, en belijden Hem, en aanbididen Hem in de grootheid Zijner liefde en de Tieerlijkheid van Zijn liefdedienst. En Zjjh lijden en sterven wordt ons wonderbaar. We raken er nooit over uitgedacht. Hij zal ook ini den hemel voor ons nog zijn: het Lam, dat geslacht is. En Zijn troon zal daarin zijn: de troon Gods en des Lams, en wij zullen Hem dienen in alle eeuwigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's